Houwerpolder

Houwerpolder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

1. Polder in de gemeente Arnemuiden; opgenomen in het Waterschap Walcheren (opgericht 1965); oppervlakte ca. 7 ha. De afwatering geschiedt via het gemaal Kleverskerke Walcheren, Polder-). De polder kwam in 1669 tot stand door afdamming van een spuikom ten oosten van Arnemuiden, welke had g ediend voor het in 1616 aangelegde kanaal door de Lemmerplaat. Een 'houwer' is een spuikom, die het vloedwater vasthoudt wanneer bij hoog water de spuisluis gesloten wordt. De polder inundeerde bij de vloed van 1 februari 1953 (watervrij 4 maart 1953).

2. Polder in de gemeente Tholen; opgenomen in het Waterschap Tholen (opgericht 1959); oppervlakte ca. 12 ha; hoogteligging ca. 1,3m N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal de Noord aan de Noordpolder. De polder kwam tot stand in 1812; voordien, na de eerste afdamming van de Pluimpot (1556), was het gebied spuiboezem van de haven van Scherpenisse en het overgebleven deel van de Pluimpot, dat als havengeul dienst deed. Deze spuiboezem was in 1587 d.m.v. een kade met spui-inrichting, in beheer bij de heerlijkheid en later de gemeente Scherpenisse, afgesloten (in 1812 werd de spuisluis gedicht). Het poldertje was waterkerend tot 1957; vanaf 1872 tot 1959 was het een zelfstandige bestuurseenheid. De scheidingsdijk met de Slabbekoornen de Grooten Klein-Landekenspolder is opgeruimd.

AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II en III.