Frederik van der Weele

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:10 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Weele, Frederik Van Der

(Middelburg 16 maart 1752 – Middelburg 24 januari 1840) Orgel- en klavecimbelbouwer actief in Middelburg in de 18de en 19de eeuw.

Van der Weele’s leraar was waarschijnlijk Johannes van Overbeek, sinds 1766 stadsorgelbouwer in Middelburg. In 1789 werd de plaats van Overbeek ingenomen door Van der Weele. Hierbij werd Van der Weele verantwoordelijk voor het onderhoud van alle orgels van de Nieuwe Kerk, Oostkerk en van de Waalse Kerk. Deze drie kerken waren eigendom van de stad Middelburg. De grote verantwoordelijkheid die Van der Weele toen had bestond onder andere uit het onderhoud van vrijwel alle orgels van Walcheren.  Zelf heeft Van der Weele niet veel kerkorgels gebouwd. In 1792 bouwde hij een instrument met twaalf registers voor de Engelse Kerk in Vlissingen. In 1815 bouwde hij een rugpositief voor het orgel van de Waalse Kerk in Middelburg. Belangrijker waren Van der Weele’s activiteiten als bouwer van kleine instrumenten. In 1776 bouwde hij een klein huisorgel voor de regent Daniël Radermacher, directeur van de kamer Zeeland van de VOC. Dit huisorgel was voor diens buitenplaats: Poppenroede Ambacht. Advertenties vermelden diverse huisorgels van verschillende groottes gemaakt door Van Der Weele. Het grootste en meest ontwikkelde harmonium bouwde Van der Weele in 1789 voor de kunstliefhebber gouverneur Johan Adriaan van de Perre, die helaas niet lang genoeg leefde om het eindresultaat te zien. Het orgel telde zestien registers. Het werd verkocht door de weduwe Van De Perre aan de Lutherse kerk van Vlissingen. 

Helaas zijn alle instrumenten die hierboven zijn vernoemd verloren gegaan.  Van alle instrumenten die Van der Weele heeft gebouwd hebben zes harmoniums de tand des tijds doorstaan. Al deze instrumenten werden gebouwd tussen 1820 en 1832. Het laatste instrument was tot voor kort te vinden in het Zeeuwse Museum. Twee van de overige orgels van van Der Weele zijn nog in het bezit van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Eén daarvan is opgeslagen in depot. Het tweede orgel is momenteel te zien in het stadhuis van Veere. Dit orgel is al een lange tijd in het bezit van het Genootschap. Onderstaande foto van het orgel is niet gemaakt in het stadhuis, maar in Huize ’s-Hertogenbosch, een pand op de Vlasmarkt te Middelburg.


Het bijzondere van de harmoniums gemaakt door Van der Weele is de aanwezigheid van een pianotrede. Met behulp van deze trede kan de muzikant een aantal registers uitschakelen. Hiermee kwam Van der Weele tegemoet aan een verlangen van muzikanten om zowel piano als forte te kunnen spelen, wat de zogenaamde ‘pianoforte’ sinds het einde van de 18de eeuw mogelijk maakte. Volgens verscheidene advertenties in Zeeuwse kranten bood van der Weele instrumenten als deze aan.

Van der Weele bewoonde het huis De Kleine Mortier aan de Seisdam, nummer 16, te Middelburg. Zijn zoon Johannes van der Weele (8 maart 1790 - 3 juni 1840) beoefende zijn vaders ambacht niet zelfstandig. In het burgerlijk register van 1812 staat Johannes van der Weele beschreven als meubelmaker.

Frederik van der Weele was een bekwaam orgelbouwer, die zich als gevolg van de instortende economie na de Franse Revolutie niet volledig kon ontwikkelen als instrumentbouwer.


AUTEUR:

Marlin Wagtmans, 2012


LITERATUUR

-Broeke, Martin van den, Jan Arends: buitenplaatsen op Walcheren : aanhangsel, Leven en werken van Jan Arends (1738-1805) (Amersfoort: uitgave van Stichting Nederlandse Buitenplaatsen en Historische Landschappen, 2001).

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1431923

-Informatie van Mr. Jos Vogel, Conservator Werkgroep Muziek, KZGW, 2012.

-Kluiver, J.H., Historische orgels in Zeeland. 3 dln. (Sneek, 1974-1976) 84, 87.

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|714946

-Gierveld, Arend Jan, Het Nederlandse huisorgel in de 17de en 18de eeuw (Amsterdam, 1977).

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|99604

-Kossmann, E.H., De Lage Landen 1780 - 1980: twee eeuwen Nederland en België. 6e dr. (Amsterdam, 2001).

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|5043225


WEBSITE

-Zeeuws Archief <http://zeeuwsarchief.nl/zoeken/q=daniel+radermacher&johannes+van+der+weele> geraadpleegd 28 maart 2012.


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

(Middelburg 16 maart 1752 - Middelburg 24 jan. 1840). Orgel-, clavecimbel- en pianobouwer. Leerde het vak waarschijnlijk bij Johannes van Overbeek, sinds 1766 stadsorgelmaker van Middelburg. In 1789 volgde hij Van Overbeek op als stadsorgelmaker, waardoor hij het onderhoud verwierf van de orgels van de Nieuwe Kerk, Oostkerk en Waalse Kerk te Middelburg en als gevolg daarvan ook het onderhoud van de meeste andere orgels in kerken op Walcheren. Nieuwe kerkorgels heeft Van der Weele weinig gebouwd; in 1792 een instrument van 12 registers voor de Engelse Kerk te Vlissingen en in 1815 een rugpositief voor het orgel van de Waalse Kerk te Middelburg. Belangrijker was Van der Weele's werkzaamheid als kleininstrumentmaker. In 1776 bouwde hij een klein huisorgel voor de regent Daniël Radermacher, voor diens buitenplaats Poppenroede ambacht. Advertenties maken melding van diverse huisorgels van verschillende omvang. Het grootste en fraaiste huisorgel bouwde Van der Weele in 1789 voor de kunstlievende regent Johan Adriaan van de Perre, die de voltooiing echter niet mocht beleven. Het 16 registers tellende orgel werd door diens weduwe verkocht aan de Lutherse Kerk te Vlissingen, die het in de jaren twintig liet vervangen. Alle tot nog toe genoemde instrumenten gingen verloren. Van het werk van Van der Weele bleven slechts een zestal huisorgels uit de jaren 1820-1832 bewaard. Het laatste bevindt zich in het Zeeuws Museum te Middelburg en heeft deze dispositie:


Bas; Discant;
Holpijp 8' Holpijp 8'
Fluit 4' Viola di gamba 8'
Octaaf 2' Prestant 4'
Pianotrede Fluit 4'
Ventiel Octaaf 2'
Tremulant Quint 2'

Een bijzonderheid van deze orgels is de aanwezigheid van een pianotrede waardoor een deel van de registers door een voetbeweging kan worden uitgeschakeld. Hiermee kwam Van der Weele tegemoet aan een verlangen piano en forte te spelen, wat de zg. 'pianoforte' sinds het einde van de 18e eeuw mogelijk maakte. Ook dit type instrument bouwde Van der Weele blijkens vermeldingen in verkoopcatalogi. Deze melden ook een clavecimbel met twee klavieren van zijn hand. Helaas bleef van deze categorie instrumenten niets bewaard. Van der Weele bewoonde het huis 'De Kleine Mortier' aan de Seisdam te Middelburg, thans nr. 16. Zijn zoon Johannes van der Weele (8 maart 1790-3 juni 1840) heeft nimmer zelfstandig gewerkt. In het registre civique van 1812 staat hij als schrijnwerker geboekt. Frederik van der Weele mag als een bekwaam orgelmaker worden beschouwd die zich echter door de teruglopende welvaart en de ongunstige conjunctuur na de Franse Revolutie onvoldoende heeft kunnen ontplooien.


AUTEUR

J.H. Kluiver

LITERATUUR

J.H. Kluiver, Historische orgels (1974), 84, 87. Gierveld, Nederlandse huisorgel.

AFBEELDING

Secretaireorgel, in 1825 gebouwd door Frederik van der Weele te Middelburg (part, bezit).