Frederik Caland

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Wim van Gorsel (overleg | bijdragen) op 7 jun 2021 om 12:38
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Frederik Caland

Frederik Caland, foto, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 153090.
Geboren 5 januari 1832 Hoofdplaat
Overleden 23 mei 1905 Den Haag
Beroep gemeentearchivaris van Hulst
VIAF F. Caland

Biografie

Caland was van 1879-1885 werkzaam op het gemeentearchief van Hulst, foto: P. de Boij, ca. 1910, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 00029

Frederik Caland was onder leiding van zijn oom, de hoofdingenieur Abraham Caland werkzaam op verschillende bureaus van de Waterstaat in Zeeland en werd in 1871 aangesteld bij de administratie van de spoorweg Terneuzen-Mechelen (stationschef in Axel, St.-Gillis en Clinge). Gestimuleerd door de vele publicaties op historisch gebied, die in de periode 1800-1860 in Zeeland werden uitgegeven, hield Caland zich intensief bezig met historisch en genealogisch onderzoek. In 1879 werd hij (op eigen verzoek) aangesteld als onbezoldigd gemeentearchivaris van Hulst. Van 1885-1900 was hij verbonden aan het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Van 1880 af was Caland bovendien in dienst van een particuliere onderneming voor genealogisch-heraldisch onderzoek. Hij publiceerde artikelen in verschillende tijdschriften (onder andere de ‘Navorscher’ en uitgaven van de Vereniging Die Haghe, Archief van het Zeeuwsch Genootschap en in Bijdragen van Janssen en Van Dale), vooral over de geschiedenis van Zeeuws-Vlaanderen. Als waardering voor zijn werk werd hem het lidmaatschap van een aantal wetenschappelijke genootschappen aangeboden, onder andere van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, het Historisch Genootschap in Utrecht en het Zeeuwsch, Noordbrabants en Limburgs Genootschap.

selecte Bibliografie

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

F. van Noordwijk

Literatuur

  • De Hullu, Levensberichten Letterkunde I, 906, 1.