Zeegras (zostéra)
| Zeegras (zostéra) |
|---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Waterplant van zoute wateren. In Zeeland komen twee soorten voor: het groot zeegras (Z. marína) en het klein zeegras (Z. nána). Beide soorten komen oorspronkelijk veelvuldig voor in het intergetijdengebied (slikken) van de zilte getijdengebieden (Waddenzee, Oosterschelde). Het groot zeegras is in de dertiger jaren sterk in aantal achteruit gegaan door een ziekte. Thans komt het in die gebieden nog plaatselijk voor. Na de afsluiting van de Grevelingen heeft het groot zeegras zich in deze zeearm sterk uitgebreid (1973: 1600 ha, 1975: 2800 ha, 1978: 4000 ha). Het biedt hier schuilgelegenheid en voedsel aan tal van waterdieren en vogels. In het Veerse Meer komen slechts enkele kleine zeegrasveldjes voor. Op enkele plaatsen komen ook in binnendijkse wateren zeegrasvelden voor (o.a. havenkanaal Goes).
AUTEUR
A.M.M. van Haperen
LITERATUUR
P.H. Nienhuis, The eelgrass (Zostera marina L.) subsystem in brackish Lake Grevelingen; production and decomposition of organic matter (Ophelia suppl. 1 (1980), 113-116). P.H. Nienhuis and B.H.H. de Bree, Production and growth dynamics of eelgrass (Zostera marina) in brackish Lake Grevelingen (The Netherlands). (Neth. J. Sea Research 14 (1) (1980), 102-118).