Groote Boompolder
Groote Boompolder |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Polder in de gemeente Aardenburg; opgenomen in het Waterschap Het Vrije van Sluis (opgericht 1942); opp. ca. 412 ha, hoogteligging 0,5 m N.A.P. tot 1,9 m N.A.P.; behorend tot het hoofdafwateringsgebied Cadzand Kievittepolder). In de polder ligt de St.-Kruiskreek en de buurt Platluis. De polder ligt ten noordoosten van Aardenburg en ten noordwesten van St.-Kruis, onder één dijkage met de zuidwestelijk aangrenzende Isabellapolder-benoorden-Aardenburg. Hij is een van de herdijkingen van de Boompolder; deze was in 1657 in Beooster-Ee tot stand gekomen op het schor, genaamd de Grote Boom (bodem). De polder viel in 1672 ten prooi aan militaire inundatie ter bescherming van Aardenburg. Nog hetzelfde jaar ontstond als herdijking de Kleine Boompolder; in 1698 werd het resterende deel herdijkt in de Groote Boom en de Goodsvlietpolder. De bedijking van de laatste is ook wel op 1660 gesteld. De Groote Boompolder heeft behoord tot de v.m. gemeente St.-Kruis en was tot 1 januari 1942 opgenomen in het waterschap Groote Boom en Goodsvliet (504 ha), bestaande uit de twee gelijknamige polders.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Roos, Woordenboek. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.