Vate
Vate (vaate, Vaete) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Openbare waterput, vlakbij of in een dorp, dienende als drinkput voor het vee en als brandput. Een vate heeft gewoonlijk aan één zijde een brede, flauwe helling die bestraat (verhard) is. Een vate is in enkele oude Zeeuwse woonkernen nog aanwezig, t.w. in Zierikzee, Baarland, Nisse en Kloetinge. Een vaete is ook wel een drinkput in de wei, zie ook dobbe (hollestelle).