Lize van den Broecke
Lize van den Broecke | |
---|---|
' | |
Geboren | 14 oktober 1868 Middelburg |
Overleden | 23 oktober 1932 Oostkapelle |
Beroep | Stichtster van zeehospitium Zonneveld |
VIAF | [1] |
Erfenis en bouw Zonneveld
Lize van den Broecke was de stichtster van het `Zeehospitium Zonneveld' te Domburg/Oostkapelle. Zij wenste, toen haar moeder in 1907 overleden was (haar vader was reeds in 1894 overleden), haar werkkracht en het door haar geërfde kapitaal voor een sociaal-hygiënisch doel te gebruiken. Tuberculose was toen een gevreesde en veel voorkomende ziekte. Juist in die tijd was bekend geworden, dat behandeling van klier-, bot- en gewrichtstuberculose in zeelucht en door zonnestraling belangrijke verbetering in de toestand, zo al niet genezing van de patiënten teweeg kon brengen. Op raad van haar neef, J.J. Berdenis van Berlekom, huisarts te Middelburg, besloot zij daarom een tehuis te stichten, waar kinderen die aan een niet-besmettelijke vorm van tuberculose leden of door lichaamsbouw en omstandigheden extra gevaar liepen deze ziekte te krijgen (zogenaamd 'prae-tuberculeus' waren), in de nabijheid van de zee verpleegd konden worden, in het bijzonder kinderen, wier ouders of verzorgers de nodige verpleegkosten zelf niet konden betalen. Na vergelijkbare inrichtingen elders bezocht te hebben, liet zij op haar kosten op een gunstig gelegen terrein in de toenmalige gemeente Oostkapelle een gebouw zetten, volgens haar opdracht ontworpen door architect F.A. Koch te Scheveningen, geschikt voor de verpleging van ongeveer 20 kinderen. Omdat openbare waterleiding, gas- of electriciteitsvoorziening en gemeentelijke riolering ter plaatse ontbraken, werd water opgepompt met behulp van een achter het gebouw staande ijzeren windmolen, werd er een benzoïedgasinstallatie ingericht en was een septic tank aangelegd.
Opening Zonneveld
Deze instelling, 'Zeehospitium Zonneveld' genaamd (hospitium = gasthuis), werd 5 februari 1909 geopend. Twintig jaar lang heeft de stichtster dit tehuis met dr. Bastiaan Vaandrager, huisarts te Domburg, als behandelend arts en met medewerking van een inwonende gediplomeerde verpleegster, persoonlijk als haar eigen huishouding en op haar kosten beheerd. Niet opgenomen werden kinderen die aan 'open' tuberculose leden, d.w.z. aan een vorm dezer ziekte, die direct gevaar voor besmetting van anderen in de omgeving opleverde. Ongeveer 700 kinderen zijn hier in deze periode verpleegd. In 1929 wilde de eigenares haar taak neerleggen, maar het Zeehospitium Zonneveld op dezelfde wijze als tot dusverre laten voortbestaan: zonder onderscheid van gezindte, verpleging en behandeling van kinderen, lijdende aan vormen van tuberculose (open longtuberculose uitgezonderd) of die geacht worden bijzonder vatbaar voor deze ziekte te zijn, en wel voornamelijk van hen die de kostprijs niet kunnen betalen. Om dit doel te bereiken riep zij bij notariële acte een stichting in het leven, waaraan zij de eigendom van grond en gebouwen overdroeg, benevens een kapitaal van f 115.000,-. In de stichtingsacte doet de bepaling 'zullende met het oog op beschutting tegen de ruwheden van het klimaat het houtbestand van het Zeehospitium bewaard en verzorgd blijven' modern aan. Ten gevolge van twee onvoorziene oorzaken moest de doelstelling van deze stichting later (na 1945) aangepast worden. Het aantal tuberculosepatiënten in Nederland daalde sterk. Ten gevolge van inflatie was het kapitaal, veilig belegd in niet-aflosbare 3 3/4 Nederlandse staatsobligaties, ten enenmale onvoldoende om de verpleging van patiënten te bekostigen. Zie over de latere ontwikkeling dezer instelling Zonneveld.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteurs
-v.d. Feen, Vaandrager
Literatuur
-Kesteloo, Oostkapelle in woord en beeld.
-A.J. Hoorweg, Zeehospitium, 185-190.
-Sasburg, Het oude 'Zonneveld'.