Vrouwenvoetbal
Geschiedenis
De bakermaat van het vrouwenvoetbal ligt in Zeeland, in Kapelle. In deze plaats werd eind 1968 de club E.Z.D.V.V. (Eerste Zeeuwse Dames Voetbal Vereniging) opgericht door Gerard Korsuize, die ook de trainingen verzorgde. Bekende speelsters uit die eerste jaren waren onder andere Jose van Hoof ('de blonde pijl' of 'de vrouwelijke Johan Cruijff'), die later tot meer dan 60 interlands kwam, Maja Versprille en Miny te Selle.
E.Z.D.V.V. speelde aanvankelijk in een 'wilde' Zeeuwse competitie. Toch was het geen echt 'wilde' competitie, want E.Z.D.V.V. wilde zich graag aansluiten bij de KNVB. In de statuten van de nationale voetbalbond stond echter dat de voetbalsport was voorbehouden aan het mannelijk geslacht en werden er 'esthetische' redenen genoemd waarom vrouwenteams niet werden toegelaten.[1]
In 1970 wordt op initiatief van EZDVV een begin gemaakt met de oprichting van een echte competitie tussen vrouwenteams. In totaal 6 teams schrijven zich in. Dit zijn: EZDVV, Amro-bank Middelburg/Vlissingen, Aviolanda (Woensdrecht), Noorvrouwen (Westkapelle), Meeuwen (Zoutelande) en SVH (Hoedekenskerke). Competitieleider is Gerard Korsuize. Het inschrijfgeld bedraagt fl. 10,- per team.[2]
Pas vanaf 1971 werd het internationale vrouwenvoetbal opgenomen in de reguliere voetbalbonden. LATER MEER.
Auteur
Wim van Gorsel, 2015
Bronnen
Andere tijden sport, 'Vrouwen aan de bal', NPO, 26-5-2015