Anita en Ed

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Anita en Ed
Bestand:.jpg
'
Geboren ca. 1963
Beroep Zangeres
VIAF [1]


Anita en Ed
Bestand:.jpg
'
Geboren ca. 1961 Rotterdam
Beroep Zanger en drukker
VIAF [2]


Biografieën

Op zijn vijftiende begon Ed Kouwenhoven in zijn eerste bandje, waarin hij een huiskamerorgel bespeelde. Het is Koninginnedag 1976 en samen met zijn vriendje Gerrie Paulusse treden ze op in een café in hun woonplaats Scherpenisse. Als ze op een avond in een tent in Bergen op Zoom spelen vraagt een meisje (Anita Verbaarendse) of ze een deuntje mee mag zingen. Als Anita in de band blijft wordt deze omgedoopt tot ‘Anita en de Edgerboys’.

Hoewel het de bedoeling is een plaat in het Engels op te nemen komt deze er niet. Een intussen op Anita verliefde Ed schrijft voor haar ‘A la vie la mort’ (‘Voor eeuwig tot aan de dood’). Het wordt zowaar een hit en wordt uitgebracht op het Telstar-label van de landelijk bekende platenbaas Johnny Hoes. Als deze het duo vervolgens echter een contract aanbiedt weigeren Anita en Ed te tekenen. Het feit dat ze dan hun muziekrechten moeten afstaan weegt te zwaar. Mede hierdoor lukt het niet echt landelijk door te breken.

Anita en Ed zijn intussen een liefdespaar en struinen feesten en partijen af. Succesvol, tot een zware enkelblessure van Anita in 1988 roet in het eten gooit en er een voorlopig eind komt aan hun samenzang. Pas in 2006, achttien jaar later, maakt het Thoolse zangduo een comeback. Opnieuw succesvol, want binnen korte tijd staan ze met hun nummers vrijwel voortdurend op nummer één bij TV Oranje, een station dat alleen Nederlandstalige muziek uitzendt. Om hun succes verder uit te bouwen richt het zangduo daarom een eigen platenlabel op: ‘Coldhofsound’. Ze scoren hits met de nummers ‘Wat gaan we nu eten?’, ‘Mexico’ en ‘Waar is de poort’; een oude hit die via een kerstclip nieuw leven wordt ingeblazen. Hun laatste hit is ‘He, ouwe gek’ en voert hen zelfs naar een optreden van het televisieprogramma ‘Sint en De Leeuw’ van Paul de Leeuw.

Auteur

-W. van Gorsel, 2023

Bronnen

Noten