Roofvogels

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Roofvogels

Deze groep vogels, ook wel stootvogels genoemd, wordt gekenmerkt door haakvormige snavels en krachtige klauwen, die nodig zijn voor het vangen en eten van hun prooi. Omdat de roofvogels aan het eind staan van de voedselketen worden ze vaak het slachtoffer van in hun prooi en opgehoopte gifstoffen uit pesticiden. Het wettelijk verbod op het gebruik van enkele gevaarlijke bestrijdingsmiddelen heeft een positieve invloed gehad op de aantallen. In Zeeland zijn vrij veel soorten roofvogels aangetroffen. Torenvalk en bruine kiekendief zijn broedvogels. Boomvalk, grauwe kiekendief en sperwer zijn als broedvogel verdwenen, maar nog wel regelmatige doortrekkers of wintergasten. Visarend arend), buizerd, ruigpootbuizerd, wespendief, blauwe kiekendief, slechtvalk en smelleken zijn regelmatige doortrekkers en/of wintergasten. Zeearend arend), rode wouw, zwarte wouw, havik en roodpootvalk zijn zeldzame gasten en vale gier, steenarend arend), steppen arend arend), bastaardarend arend) en steppenkiekendief kiekendief zijn dwaalgasten.


AUTEUR

P.L. Meininger

LITERATUUR

Wedts de Swart, 272 dode stootvogels.