Leonardus Johannes de Marreé
Leonardus Johannes de Marreé | |
---|---|
300px tekst | |
Geboren | 6 juni 1810 Middelburg |
Overleden | 11 maart 1875 Doetinchem |
Beroep | Medicus |
VIAF | [1] |
Medicus. Zoon van Johannes Corne lis, een gefortuneerd chirurgijn in Middelburg. Leonardus studeerde enige tijd aan de Geneeskundige School aldaar. Promoveerde in 1836 te Leiden op 'De membranis mucosis' (Over de slijmerige tussenschotten). Vestigde zich als geneesheer te Middelburg, waar hij, door een te grote hulpvaardigheid en voorkomendheid, het vertrouwen van zijn patiënten verloor. Hij was lid en bestuurder van talrijke liefdadige en kerkelijke commissies: voorzitter van het bestuur van het Burgerweeshuis (26 jaar), zeer actief lid en voorzitter van de Vereeniging van Geneesen Heelkundigen in Zeeland. Hij vertegenwoordigde Zeeland vaak op de Algemene vergadering en indien het nodig was, betaalde hij de reis uit eigen beurs. Hij was vaste rapporteur van de commissie voor vaccinatie en revaccinatie. In 1851 bracht hij verslag uit over de Zeeuwse volksdranken en de bestaande verordeningen tegen de hondsdolheid. Ook was hij lid van de commissie voor de Weersgesteldheid en voor de Constitutio Epidemica. Doordat hij zich gemakkelijk versprak deden talrijke anecdotes over hem de ronde, waarover hij zelf hartelijk meelachte. Uit armoede vestigde hij zich in 1869 te Doetinchem, waar hij tijdens de dysenterie-epidemie van 1873 opnieuw veel hulp verleende. Werken m.b.t. Zeeland: zie bibliografie.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
A.M. Lauret
Literatuur
- Van Gelderen, Uit oude notulen, 182-186.
- Ter herinnering 50-jarig bestaan Ver. Genees- en Heelkundigen, 101.
- Nagtglas, Levensberichten.
- J.Z.S. Pel, Chirurgijns, doctoren, heelmeesters en artsen op het eiland Walcheren, 1700-2000 (Middelburg, 2006).