Waarde
Waarde |
---|
Het dorp: kenmerken
(Wilmarswar, Wilmarswaarde, Waart, Waerde en andere spellingen). Dorp binnen de gemeente Reimerswaal Zuid-Beveland; tot 1 jan. 1970 een zelfstandige gemeente. Het dorp heeft 1.445 inwoners (2021). Waarde ligt aan de Westerschelde, Schaar van Waarde, in een agrarisch gebied.
Wapen
Op de wapenkaart van Smallegange (1690) komt als wapen van 'Weerde" een zilveren schild met blauw schildhoofd voor, het wapen van de oude Heren van deze plaats, dat ook bij Van Griipskerke vermeld wordt. Op 10 november 1819 werd echter voor de heerlijkheid Waarde een wapen bevestigd met twee golvende dwarsbalken en een ruit, alles van zilver op een zwart veld. Bij K.B. 21 februari 19511 werd aan de gemeente een wapen verleend, waarin dit heerlijkbeidswapen werd verenigd met dat Van 'Valkenisse (3).
Vlag
De vlag, ingesteld bij raadsbesluit van 9 april 1954, is wit met het wapenschild op het midden. Varia: Bij Waarde mondt de rioolpersleiding (de 'smeerpijp') van westelijk Noord-Brabant uit in de Westerschelde, waardoor het Scheldewater ter plaatse sterk wordt verontreinigd.
Monumenten
Kerk
De kerktoren uit de late 14e eeuw vertoont originele decoraties die karakteristiek zijn voor Beveland. De n.h. kerk bestaat thans verder nog uit de oude zuiderbeuk met dwarskapel en sacristie van een 15e-eeuwse hallekerk die in 1589 uitbrandde, Middenschip, noorderbeuk en -dwarsarm en koor werden niet herbouwd, waardoor de toren naast de kerk is komen te staan. De kerk bevat een grafmonument van Gillis van der Nisse (1657). Een van diens nazaten, Johannes van der Nisse, deed in 1765 de kerk drie koperen kronen cadeau, die eveneens nog aanwezig zijn.
Molen 'De Hoed'
Molen De Hoed is een uit hout opgetrokken open standerdmolen en is de laatste op Zuid-Beveland. Omstreeks 1850 werd de molen in de stad Gent opgericht als oliemolen. In 1858 werd 'De Hoed' verplaatst naar Kruiningen. Sinds 1 april 1989 staat de molen in Waarde en daarmee vlak bij de plek waar ooit de standerdmolen De Nijverheid stond. De standerdmolen is het oudste molentype in Nederland. Het grote rechthoekige bovenhuis, de Kast is geplaatst op een zware ronde verticale spil, de standerd. De standerd, waar rond het bovenhuis draait, wordt gesteund door een piramidevormige constructie. Bij 'De Hoed' is deze constructie open: dan spreek je van een open standerdmolen. Bovenaan de houten kast zit het wiekenkruis, de hele kast kan om de standerd draaien: de molenaar 'kruit' de molen op de wind. Het kruien gebeurt met een 'kruihaspel' aan het uiteinde van 'de staart'. Hiermee wordt met een ketting de hele kast aan de kruipalen op de wind getrokken. De kruipalen zijn rondom de molen in de grond gegraven en zijn gemakkelijk te herkennen aan het witte gedeelte boven de grond. In het bovenhuis zijn de molenstenen geplaatst voor het malen van graan. Zij vormen het hart van de molen. Hier worden diverse granen gemalen. Type: open standerdmolen Constructie: houten standerd en bovenhuis Bouwjaar: voor 1550 (exacte jaartal is onbekend) Functie: oorspronkelijk oliemolen, later omgebouwd tot korenmolen Eigenaar: stichting molen De Hoed
Kasteel van Waarde
Vlakbij het dorp lag het kasteel van Waarde, waarover nagenoeg niets bekend is. In 1957 is het kasteelterrein geëgaliseerd waarbij restanten van zwaar muurwerk te voorschijn zijn gekomen; het terrein stond bekend als de 'kasteelberg’. In Waarde heeft vroeger ook een priorij van tempelieren, later van St. Jansheren gestaan; de plaats daarvan is niet meer bekend. De monumenten en huizen van Waarde hebben erg veel geleden van de stormvloed in 1953.
Geschiedenis
Het gebied van Waarde werd kort voor 1200 bedijkt door de cisterciënzermonniken van de abdij van Ter Duinen die hier een uit hof of grangia hadden gesticht. De bedijking vond plaats vanuit het toen bestaande eiland Rilland. In 1222 verkocht de abdij haar gronden en trok zich uit het gebied terug. Als zelfstandige parochie komt Waarde voor in 1251; het behoorde kerkelijk tot het kapittel van Oudmunster te Utrecht. De kerk was gewijd aan de H.Maagd; ook St.-Jacobus wordt als beschermheilige genoemd. Na de Reformatie kwam in 1583 de eerste predikant, Guilielmus Camerlinck. In 1633 stond hier als predikant Joh. Hoppart die door Spaanse benden werd meegenomen naar Aalst en slechts tegen een hoog losgeld vrij kwam.
Auteur
S.J.M. Hulsbergen, J.A. Trimpe Burger
Literatuur
- C. Dekker, Zuid-Beveland.
- Grijpink, Register op de parochiën.
- H. Janse, Kerken en torens.
- Kok, Zeeuwse patrocinia.
- S. Muller Hz., De indeeling van het bisdom.
- Nagtglas, Levensberichten.
- Trimpe Burger, Onderzoekingen in vluchtbergen, 153-154, Zelandia Illustrata X, 34-36.