Scaltheim

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 18 sep 2014 om 13:13
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Scaltheim

Verdronken nederzetting ten zuidwesten van de Kop van Schouwen, bij de monding van de (Ooster)schelde. Scaltheim wordt vermeld in 828 ( (‘villa Scaltheim quae iuxta ostium Scaldis fluminis in maritima Frisionum regione posita est’) door abt Einhard van de Gentse Sint-Baafsabdij. Later werd de villa waarschijnlijk een Frankisch (Karolingisch) koningsgoed; de naam slaat dan zowel op dit goed als op een hier gelegen handelsnederzetting. Aan de andere kant van de Scheldemonding lag de vroegmiddeleeuwse handelsnederzetting Walcheren. Beide plaatsen behoorden tot het grote handels- en culturele netwerk van de zogeheten Noordzeecultuur, in het engere kader van de Friese handel met Dorestad (Wijk bij Duurstede) als centrum. Net als Walcheren lag Scaltheim waarschijnlijk in Frisia (Citerior), in de pagus Scaldis. Frisia omvatte onder meer het kustgebied van de Weser tot het Zwin.

Al in de loop van de negende eeuw nam de betekenis van de havens Walcheren en Scaltheim af, mede als gevolg van de Vikingaanvallen die in deze tijd begonnen. Nadien verdween Scaltheim geleidelijk in zee. In tegenstelling tot Walcheren zijn er van Scaltheim geen archeologische resten bekend, ofschoon Beekman (2007) meldt dat op de kust van Schouwen tussen de strandpalen 13 en 15 omstreeks 1900 overblijfselen van een Karolingische nederzetting, mogelijk Scaltheim, zijn aangetroffen. Het wordt mogelijk geacht dat de origines van Scaltheim in de Merovingische periode vallen (ca. 450-750 na Chr.); tot nu toe zijn de enige vondsten die mogelijk naar de handelsnederzetting verwijzen een aantal bij Westenschouwen aangetroffen vroegmiddeleeuwse munten (sceatta’s), alle ouder dan 875. Op basis van de vondsten is de mogelijkheid geopperd dat de nederzetting omstreeks het midden van de achtste eeuw een paar kilometer naar het noorden is verplaatst.


AUTEUR

-Jan J.B. Kuipers, 2013


BRONNEN

-Frans Beekman, De kop van Schouwen onder het zand. Duizend jaar duinvorming en duingebruik op een Zeeuws eiland (Utrecht, 2007) 21, 40-42, 64, 256.

-Paul Brusse en Peter Henderikx (red.), Geschiedenis van Zeeland, Deel I Prehistorie-1550 (Zwolle, 2012) 68, 77, 82, 84, 86, 194.

-Universiteit Antwerpen

-Alterra rapport 317(deze link duurt een aantal seconden (e-depot))