Wiskerke Onions
Wiskerke Onions |
---|
Uienverwerkend bedrijf in Kruiningen. Bij Wiskerke Onions werken ongeveer 45 vaste medewerkers. In tijden van grote drukte wordt er vaak gebruik gemaakt van uitzendkrachten. De jaaromzet bedraagt inmiddels zo'n 50 miljoen euro per jaar.
Geschiedenis van het bedrijf
Het uienbedrijf Wiskerke Onions is oorspronkelijk opgericht door Jacob Wiskerke in 1933. Hij begon het bedrijfje in een schuurtje van tien bij twintig meter aan de Stationsweg in Kruiningen. Hij noemde het bedrijf 'Handel in uien en aardappelen’, omdat Jacob Wiskerke zich aanvankelijk toelegde op meerdere productgroepen.
Vanaf de jaren zestig is het bedrijf zich gaan specialiseren op alleen uien.
In 2000 werd gevierd dat het bedrijf sinds 1950 een miljard kilo uien had verwerkt.
In 2001 vond er een aanzienlijke uitbreiding plaats van het bedrijf. Er werd een stuk bijgebouwd ten behoeve van de expeditie en ook een nieuwe ingang en kantoor. Daarnaast werd ook de inpakafdeling vernieuwd.[1]
Wsikerke Onions werd in 2013 genomineerd voor de prijs van creatiefste onderneming van Zeeland.
Inmiddels is de vierde generatie Wiskerke's in de leiding van het bedrijf. Chayenne Wiskerke kwam in november 2013 de leiding versterken.[2] Zij heeft de leiding van het bedrijf inmiddels overgenomen.
Producten
Na de eerste jaren zijn de tussenhandelaren inmiddels verdwenen. Het bedrijf concentreert zich nu uitsluitend op uien. In verschillende soorten, die worden afgenomen van plaatselijke telers. Ook worden er zelf uien geteeld. Wiskerke Onions verwerkt niet alleen de gele ui, maar ook de pittige en zoete uien, en de subtielere sjalotten. Later kwam daar ook nog de knoflook bij.
Wiskerke Onions droogt, sorteert en verpakt de uien. Deze worden weer doorverkocht aan (vooral) grootwinkelbedrijven. Er wordt vanuit de havens van Vlissingen en Antwerpen geëxporteerd naar bijna 100 landen in de hele wereld. Het is hiermee wereldwijd marktleider in de uienmarkt. Per jaar gaan er inmiddels meer dan 100 miljoen verwerkte uien de deur uit.
Auteur
W. van Gorsel, 2018