Triniteit
Triniteit |
---|
(1) Voormalige polder en parochie in Oost Zeeuws-Vlaanderen
Het dorp lag in het ambacht Zaamslag en is in 1339 in de bedijkte schorren ten westen van Othene gesticht; het is nu overbouwd door de gelijknamige stadswijk van Terneuzen. Kerk en kerkhof van Triniteit lagen even ten zuiden van het vroegere Terneuzen, in het noordwesten van de huidige Zuidpolder.
Parochie
De parochie ontstond op initiatief van Maria van Artois, weduwe van graaf Jan van Namen. Blijkens stukken van 19 september 1336 wendde zij zich met dit doel tot Jan van Diest, bisschop van Utrecht. Zij beloofde dat drie vierde van de tienden voor de pastoor en één vierde voor een aldaar te stichten hospitaal zou zijn. Haar zoon, Willem van Namen, liet op 14 mei 1339 weten dat de betreffende polder was bedijkt en dat hij de kerk drie vierendelen grond wilde schenken. Het pastoorsrecht wilde hij voor zichzelf, voor zijn erven en voor zijn opvolgers behouden. De officiaal van het bisdom Utrecht willigde het verzoek op 8 november 1339 in. Mits Maria in de nodige begiftiging van de kerk zou hebben voorzien, zou een bisschop deze inwijden. De inwijding van kerk en kerkhof vond plaats op St.-Agnesdag (21 januari) 1340, door de wijbisschop, plaatsvervanger van de bisschop van Utrecht, met als bijzonder geschenk, dat al wie deze kerk zou bezoeken en met devotie rond het kerkhof zou gaan, aan deze kerk en haar kerkfabriek zijn aalmoezen zou hebben geschonken en aldaar zijn gebeden zou hebben uitgestort, mocht rekenen op veertig dagen aflaat. De eerste pastoor, gepresenteerd door de patrones Maria van Namen, was Johannes, zoon van Boudewijn (Jan Bouwinsz). Blijkens het beroepen van Lieve Coenen als predikant tijdens de classis te Beoostenblij op 1 augustus 1580, bestond de kerk toen nog. Het dorp had ook een gasthuis.
Verwoesting
In 1574 verwoestten Vlissingse en Middelburgse Watergeuzen de parochie Triniteit, evenals Axel, Othene, Willemskerke en Zaamslag. De bewoners werden definitief verjaagd door de militaire inundaties van 1584/85. Het dorp hield op te bestaan als zelfstandig dorp, maar de begraafplaats bleef in gebruik tot 1850. Al snel (1586 en na nieuwe inundatie 1589) kwam hier de Zuidpolder tot stand. De Visscher-Romankaart uit 1655, deels gebaseerd op verouderde gegevens, toont nog de Triniteitpolder; op de kaart van Tirion (1747) valt het gebied van de voormalige polder binnen de Zuidpolder. Omstreeks 1968 zijn resten van de Triniteitskerk onderzocht door de Terneuzense geschiedenisleraar Van Voornveld met scholieren. Er waren destijds vele skeletten gevonden bij de bouw van een garagebedrijf met tankstation. Deze werd later weer gesloopt en op de locatie zijn kantoorvilla’s gebouwd. Nog in 2000 zijn bij de uitbreiding van een school fundamenten gevonden en door sloop vernietigd.
(2) Voormalig fort bij Terneuzen
Het fort werd in 1584 door de Spanjaarden opgeworpen en lag ten zuidoosten van de Staatse Moffenschans.
AUTEUR
-Jan J.B. Kuipers (2014)
LITERATUUR
-K.J.J. Brand, Fortificaties in Oost Zeeuws-Vlaanderen.
-J .H. van Dale, Oorkonden Triniteit kerk te Neuzen.
-Van Empel en Pieters, Zeeland.
-H.Q. Janssen, Kerkhervorming in Vlaanderen.
-Visscher-Romankaart van Zeeland.
Tekst Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
1. Voormalige polder en parochie in Oost Zeeuws-Vlaanderen. Kerk en kerkhof van Triniteit lagen even ten zuiden van het vroegere Terneuzen, in het noordwesten van de huidige Zuidpolder. De parochie ontstond op initiatief van Maria van Artois, weduwe van graaf Jan van Namen. Blijkens stukken van 19 sept. 1336 wendde zij zich met dit doel tot Jan van Diest, bisschop van Utrecht. Zij beloofde dat drie vierden van de tienden voor de pastoor en één vierde voor een aldaar te stichten hospitaal zou zijn. Haar zoon, Willem van Namen, liet op 14 mei 1339 weten dat de betreffende polder was bedijkt en dat hij de kerk drie vierendelen grond wilde schenken. Het pastoorsrecht wilde hij voor zichzelf, voor zijn erven en voor zijn opvolgers behouden. De officiaal van het bisdom Utrecht willigde het verzoek op 8 nov. 1339 in. Mits Maria in de nodige begiftiging van de kerk zou hebben voorzien, zou een bisschop deze inwijden. De inwijding van kerk en kerkhof vond plaats op St.-Agnesdag (21 jan.) 1340, door de wijbisschop, plaatsvervanger van de bisschop van Utrecht, met als bijzonder geschenk, dat al wie deze kerk zou bezoeken en met devotie rond het kerkhof zou gaan, aan deze kerk en haar kerkfabriek zijn aalmoezen zou hebben geschonken en aldaar zijn gebeden zou hebben uitgestort, mocht rekenen op 40 dagen aflaat. De eerste pastoor, gepresenteerd door de patrones Maria van Namen, was Johannes, zoon van Boudewijn (Jan Bouwinsz). Blijkens het beroepen van Lieve Coenen als predikant tijdens de classis te Beoostenblij op 1 aug. 1580, bestond de kerk toen nog. Ook deze omgeving werd getroffen door de militaire inundaties van 1584/85. Op de Visscher-Romankaart van ca. 1655 is de Triniteitpolder nog afgebeeld; op de kaart van Tirion (1747) valt het gebied van de voormalige polder binnen de Zuidpolder.
2. Voormalig fort bij Terneuzen, in 1584 door de Spanjaarden opgeworpen. Lag ten zuidoosten van de Staatse Moffenschans.