Boterbloem: verschil tussen versies
Importing text file |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 20: | Regel 20: | ||
Een tweetal zeldzame Zeeuwse soorten zijn: | Een tweetal zeldzame Zeeuwse soorten zijn: | ||
Egelboterbloem (R..flámmulu), met langwerpige, g aafrandige bladeren. Groeit op een enkele plaats in zoete moerassen in de binnenduinrand (o.a. op Walcheren) en Zeeuws-Vlaanderen. | [[Egelboterbloem]] (R..flámmulu), met langwerpige, g aafrandige bladeren. Groeit op een enkele plaats in zoete moerassen in de binnenduinrand (o.a. op Walcheren) en Zeeuws-Vlaanderen. | ||
Gulden boterbloem (R. auricomus) met rondachtige Bedeelde bladeren. Op enkele plaatsen in landgoederen (o.a. Ter Hooge) en binnenduinrandbossen (Schouwen, Walcheren). | Gulden boterbloem (R. auricomus) met rondachtige Bedeelde bladeren. Op enkele plaatsen in landgoederen (o.a. Ter Hooge) en binnenduinrandbossen (Schouwen, Walcheren). |
Versie van 25 aug 2021 08:37
Boterbloem (ranunculus; Dial: Pienksterblom) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Geslacht van kruidachtige planten met g ele bloemen. In Zeeland komen vijf soorten algemeen voor:
De scherpe boterbloem (R. ácer), heeft diep ingesneden handvormige bladeren en een rolronde bloemstengel. De middelste bladslip is ongesteeld. Zeer algemeen in wegbermen, op dijken en in niet te intensief begraasde graslanden.
Kruipende boterbloem (R. répens). Bladeren drietalli g samengesteld; middelste bladslip gesteeld. Met kruipende uitlopers. Bloemsteel gegroefd. Kelkbladen omhooggericht. Overal zeer algemeen. Ook in meer intensief beweide graslanden.
Knolboterbloem (R. IdbÖsus). Als vorige, echter met teruggeslagen kelkbladen en knol. Komt vooral voor in droge zandige graslanden in de binnenduinrand en op dijken. In Zeeland niet zeldzaam, maar ontbreekt hier en daar (bijv. in het centrale deelvan Walcheren).
Behaarde boterbloem (R. sárdous). Lijkt sterk op de knolboterbloem; echter zonder knol. Is landelijk bezien zeldzamer. Komt vooral voor in het zeekleigebied en Zuid Limburg. In Zeeland algemeen in enigszins zilte graslanden en op zware kleigrond.
Blaartrekkende boterbloem (R. seelerdrus). Bloemen aanzienlijk kleiner dan van de vorige soorten. Rechtopstaande holle stengel. Bladeren enigszins vlezig, drietallig of delie, met gaafrandige slippen. In Zeeland op de meeste plaatsen vrij algemeen op natte voedselrijke grond langs sloten en moerassen. Enigszins zoutmijdend.
Een tweetal zeldzame Zeeuwse soorten zijn:
Egelboterbloem (R..flámmulu), met langwerpige, g aafrandige bladeren. Groeit op een enkele plaats in zoete moerassen in de binnenduinrand (o.a. op Walcheren) en Zeeuws-Vlaanderen.
Gulden boterbloem (R. auricomus) met rondachtige Bedeelde bladeren. Op enkele plaatsen in landgoederen (o.a. Ter Hooge) en binnenduinrandbossen (Schouwen, Walcheren).