Andreas Andriessen: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/88504617 Andreas Andriessen]
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/88504617 Andreas Andriessen]
}}
}}
== Levensloop ==
== Biografie==
Predikant, na een studie in Franeker, eerst in Kerkwerve, daarna in Veere. Auteur van diverse theologische en ‘dichtkunstige’ werken die thans vergeten zijn. Belangrijk blijft zijn aandeel in het streven de Kerk der Reformatie een nieuwe Psalmberijming te geven.  
Predikant, na een studie in Franeker, eerst in Kerkwerve, daarna in Veere. Auteur van diverse theologische en ‘dichtkunstige’ werken die thans vergeten zijn. Belangrijk blijft zijn aandeel in het streven de Kerk der Reformatie een nieuwe Psalmberijming te geven.  


== Prestaties ==
Toen [[Pieter Boddaert]] in 1745 de verzamelde gedichten van de Hulster burgemeester Moorman publiceerde, schreef Andriessen daarvoor een inleidend vers, waarin hij uithaalde naar "t laffe en zoutloos woordenlijm /van 't oude en ongerymt Datheense rym'. In die dagen leefde er in Middelburg nog een afstammeling van de psalmberijmer, de drukker en uitgever [[Petrus Dathenus]]. Boddaert waarschuwde Andriessen dat deze Dathenus hem die uitlating wel eens kwalijk zou kunnen nemen en inderdaad dreigde de drukker Andriessen in woord en geschrift te zullen bestrijden. Andriessen verzamelde daarop al zijn bezwaren tegen de Datheense psalmberijming en verwerkte ze tot een lijvig boek dat hij, hoewel de Middelburger Dathenus al in 1748 overleden was, in 1756 publiceerde onder de titel  'Aanmerkingen op de Psalmberijmingen van [[Petrus Dathenus]]'. Dathenus beschuldigde hij daarin met de stukken van `onheblijke wantaal van Psalm tot Psalm', ageerde tegen `derzelver onbestaanbaar gebruik' en voor de 'noodt zaaklykheidt der Veranderinge'. Dit boek bracht vele pennen in beweging en gaf mede de stoot tot de nieuwe [[Psalmberijming]].
Toen [[Pieter Boddaert]] in 1745 de verzamelde gedichten van de Hulster burgemeester Moorman publiceerde, schreef Andriessen daarvoor een inleidend vers, waarin hij uithaalde naar "t laffe en zoutloos woordenlijm /van 't oude en ongerymt Datheense rym'. In die dagen leefde er in Middelburg nog een afstammeling van de psalmberijmer, de drukker en uitgever [[Petrus Dathenus]]. Boddaert waarschuwde Andriessen dat deze Dathenus hem die uitlating wel eens kwalijk zou kunnen nemen en inderdaad dreigde de drukker Andriessen in woord en geschrift te zullen bestrijden. Andriessen verzamelde daarop al zijn bezwaren tegen de Datheense psalmberijming en verwerkte ze tot een lijvig boek dat hij, hoewel de Middelburger Dathenus al in 1748 overleden was, in 1756 publiceerde onder de titel  'Aanmerkingen op de Psalmberijmingen van [[Petrus Dathenus]]'. Dathenus beschuldigde hij daarin met de stukken van `onheblijke wantaal van Psalm tot Psalm', ageerde tegen `derzelver onbestaanbaar gebruik' en voor de 'noodt zaaklykheidt der Veranderinge'. Dit boek bracht vele pennen in beweging en gaf mede de stoot tot de nieuwe [[Psalmberijming]].



Versie van 18 mei 2021 09:08

Andreas Andriessen
Geboren 27 januari 1699 Schoondijke
Overleden 12 januari 1768 Veere
Beroep predikant
VIAF Andreas Andriessen

Biografie

Predikant, na een studie in Franeker, eerst in Kerkwerve, daarna in Veere. Auteur van diverse theologische en ‘dichtkunstige’ werken die thans vergeten zijn. Belangrijk blijft zijn aandeel in het streven de Kerk der Reformatie een nieuwe Psalmberijming te geven.

Toen Pieter Boddaert in 1745 de verzamelde gedichten van de Hulster burgemeester Moorman publiceerde, schreef Andriessen daarvoor een inleidend vers, waarin hij uithaalde naar "t laffe en zoutloos woordenlijm /van 't oude en ongerymt Datheense rym'. In die dagen leefde er in Middelburg nog een afstammeling van de psalmberijmer, de drukker en uitgever Petrus Dathenus. Boddaert waarschuwde Andriessen dat deze Dathenus hem die uitlating wel eens kwalijk zou kunnen nemen en inderdaad dreigde de drukker Andriessen in woord en geschrift te zullen bestrijden. Andriessen verzamelde daarop al zijn bezwaren tegen de Datheense psalmberijming en verwerkte ze tot een lijvig boek dat hij, hoewel de Middelburger Dathenus al in 1748 overleden was, in 1756 publiceerde onder de titel 'Aanmerkingen op de Psalmberijmingen van Petrus Dathenus'. Dathenus beschuldigde hij daarin met de stukken van `onheblijke wantaal van Psalm tot Psalm', ageerde tegen `derzelver onbestaanbaar gebruik' en voor de 'noodt zaaklykheidt der Veranderinge'. Dit boek bracht vele pennen in beweging en gaf mede de stoot tot de nieuwe Psalmberijming.

Auteur

S.J.M. Hulsbergen en A. Teunis

Literatuur

  • Ermerins, Zeeuwsche oudheden VI, 204; 206.
  • Vrolikhert, Vlissingsche kerkhemel.
  • Van Iperen. Psalmgezang.
  • N.N.B.W I.