David van der Nisse: verschil tussen versies
k Marja heeft pagina Nisse, David Van Der hernoemd naar David van der Nisse: hernoemd |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{ | {{InfoboxPersoon | ||
| afbeelding = [[300px]] | |||
| naam = David van der Nisse | |||
| onderschrift = tekst | |||
| geboortedatum = | |||
| geboorteplaats = | |||
| overlijdensdatum = [[26 september]] [[1652]] | |||
| overlijdensplaats = Goes | |||
| beroep = Schepen en burgemeester | |||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/ David van der Nisse] | |||
}} | }} | ||
(of Vernissius) (gest. Goes 26 sept. 1652). Heer in Nisse, Yerseke enz. Studeerde en promoveerde vermoedelijk aan een buitenlandse universiteit in de rechten. Sedert 24 juni 1603 maakte hij deel uit van de stadsregering van Goes, als schepen van 1603-1604 en als burgemeester van 1607-1609. In 1612 stond hij wederom op de nominatie voor het burgemeesterschap, doch tegen een eventuele herverkiezing verzetten zich de predikanten Philips en Pieter [[Lansbergen]], die hem van sympathie voor het katholicisme verdachten; hij werd echter herkozen. Van 24 juni 1605-'07 was hij commissaris van het landrecht te Goes. Als weesheer komt hij er ettelijke malen voor tussen 1609 en 1640. In 1631 behoorde hij tot de indijkers van St.-Joosland, terwijl hij sedert 29 januari 1620 het dijkgraafschap voerde over de Breede Watering, bewesten Yerseke. | (of Vernissius) (gest. Goes 26 sept. 1652). Heer in Nisse, Yerseke enz. Studeerde en promoveerde vermoedelijk aan een buitenlandse universiteit in de rechten. Sedert 24 juni 1603 maakte hij deel uit van de stadsregering van Goes, als schepen van 1603-1604 en als burgemeester van 1607-1609. In 1612 stond hij wederom op de nominatie voor het burgemeesterschap, doch tegen een eventuele herverkiezing verzetten zich de predikanten Philips en Pieter [[Lansbergen]], die hem van sympathie voor het katholicisme verdachten; hij werd echter herkozen. Van 24 juni 1605-'07 was hij commissaris van het landrecht te Goes. Als weesheer komt hij er ettelijke malen voor tussen 1609 en 1640. In 1631 behoorde hij tot de indijkers van St.-Joosland, terwijl hij sedert 29 januari 1620 het dijkgraafschap voerde over de Breede Watering, bewesten Yerseke. | ||
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984== | |||
{{GoToOriginal}} | |||
= | ==Auteur== | ||
L. Hageman | |||
==Literatuur== | |||
*Navorscher XIV (1864), 48-49; id. XV (1865), 187; id. XVI (1866), 27 en 91. | |||
*Van der Baan, Wolphaartsdijk. Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1862, 98 id. 1869 207. | |||
*Nagtglas, Levensberichten. | |||
*Reitsma en Van Veen, Acta dl. V 121, 123, 132, 139. | |||
*N.N.B.W. II. | |||
[[category:persoon]] | |||
[[category:Zeeuwen]] | |||
[[category:Geschiedenis]] | |||
{{DEFAULTSORT:Nisse, David Van Der}} | |||
Versie van 29 okt 2020 10:59
David van der Nisse | |
---|---|
300px tekst | |
Overleden | 26 september 1652 Goes |
Beroep | Schepen en burgemeester |
VIAF | David van der Nisse |
(of Vernissius) (gest. Goes 26 sept. 1652). Heer in Nisse, Yerseke enz. Studeerde en promoveerde vermoedelijk aan een buitenlandse universiteit in de rechten. Sedert 24 juni 1603 maakte hij deel uit van de stadsregering van Goes, als schepen van 1603-1604 en als burgemeester van 1607-1609. In 1612 stond hij wederom op de nominatie voor het burgemeesterschap, doch tegen een eventuele herverkiezing verzetten zich de predikanten Philips en Pieter Lansbergen, die hem van sympathie voor het katholicisme verdachten; hij werd echter herkozen. Van 24 juni 1605-'07 was hij commissaris van het landrecht te Goes. Als weesheer komt hij er ettelijke malen voor tussen 1609 en 1640. In 1631 behoorde hij tot de indijkers van St.-Joosland, terwijl hij sedert 29 januari 1620 het dijkgraafschap voerde over de Breede Watering, bewesten Yerseke.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
L. Hageman
Literatuur
- Navorscher XIV (1864), 48-49; id. XV (1865), 187; id. XVI (1866), 27 en 91.
- Van der Baan, Wolphaartsdijk. Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1862, 98 id. 1869 207.
- Nagtglas, Levensberichten.
- Reitsma en Van Veen, Acta dl. V 121, 123, 132, 139.
- N.N.B.W. II.