Barthel Johannes de Meij: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/ Barthel Johannes de Meij] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/ Barthel Johannes de Meij] | ||
}} | }} | ||
Onderwijzer en historieschrijver. Was onderwijzer te Serooskerke (W) (1902) en Ritthem (1914); medewerker van de Middelburgse en Vlissingse Courant (1904, 1909). Doorliep de Rijksnormaalschool en slaagde in 1901 voor het onderwijzersexamen. Door de grote werkloosheid onder onderwijzers kon hij niet meteen een benoeming krijgen; werkte daarom 's ochtends aan de openbare school in Oostburg (als kwekeling met akte, maar zonder salaris) en 's middags als notarisklerk. Ook is hij als weger in dienst geweest van de suikerfabriek te Sas van Gent, met standplaats Nieuwvliet. Op 1 juli 1902 werd hij aangesteld als onderwijzer aan de openbare lagere school in Serooskerke, terwijl in 1914 zijn benoeming volgde tot hoofd van de openbare (sinds 1922 christelijke) school in Ritthem. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaf De Meij onder moeilijke omstandigheden les in Nieuw- en St.-Joosland (waar veel inwoners uit Ritthem hun toevlucht hadden gezocht) tot hij op 1 juli 1945, na een diensttijd van 43 jaar met pensioen ging. Na het behalen van de hoofdakte is De Meij de geschiedenis van Walcheren en westelijk Zeeuws-Vlaanderen gaan bestuderen, wat resulteerde in boeken over de geschiedenis van Serooskerke (W), Ritthem, Welzinge en Nieuwerve en over Rammekens. Bovendien schreef hij als vaste medewerker van de Middelburgse en Vlissingse Courant bijzonder veel artikelen over de lokale geschiedenis, de Zeeuwse folklore en naamkunde. Twee jaar lang verzorgde hij een dagkroniek over Zeeland. Ook in het verenigingsleven heeft De Meij een belangrijke rol gespeeld, met name in de periode vóór 1940. Als blijk van waardering voor zijn historische studies werd hem het lidmaatschap aan geboden van het Zeeuwsch Genootschap en het Historisch Genootschap in Utrecht. Voor zijn werken met betrekking tot Zeeland: zie bibliografie. | |||
==Auteur== | ==Auteur== |
Versie van 12 aug 2020 07:15
Barthel Johannes de Meij | |
---|---|
300px tekst | |
Geboren | 10 september 1882 Oostburg |
Overleden | 25 maart 1966 Vlissingen |
Beroep | Onderwijzer en historieschrijver |
VIAF | Barthel Johannes de Meij |
Onderwijzer en historieschrijver. Was onderwijzer te Serooskerke (W) (1902) en Ritthem (1914); medewerker van de Middelburgse en Vlissingse Courant (1904, 1909). Doorliep de Rijksnormaalschool en slaagde in 1901 voor het onderwijzersexamen. Door de grote werkloosheid onder onderwijzers kon hij niet meteen een benoeming krijgen; werkte daarom 's ochtends aan de openbare school in Oostburg (als kwekeling met akte, maar zonder salaris) en 's middags als notarisklerk. Ook is hij als weger in dienst geweest van de suikerfabriek te Sas van Gent, met standplaats Nieuwvliet. Op 1 juli 1902 werd hij aangesteld als onderwijzer aan de openbare lagere school in Serooskerke, terwijl in 1914 zijn benoeming volgde tot hoofd van de openbare (sinds 1922 christelijke) school in Ritthem. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaf De Meij onder moeilijke omstandigheden les in Nieuw- en St.-Joosland (waar veel inwoners uit Ritthem hun toevlucht hadden gezocht) tot hij op 1 juli 1945, na een diensttijd van 43 jaar met pensioen ging. Na het behalen van de hoofdakte is De Meij de geschiedenis van Walcheren en westelijk Zeeuws-Vlaanderen gaan bestuderen, wat resulteerde in boeken over de geschiedenis van Serooskerke (W), Ritthem, Welzinge en Nieuwerve en over Rammekens. Bovendien schreef hij als vaste medewerker van de Middelburgse en Vlissingse Courant bijzonder veel artikelen over de lokale geschiedenis, de Zeeuwse folklore en naamkunde. Twee jaar lang verzorgde hij een dagkroniek over Zeeland. Ook in het verenigingsleven heeft De Meij een belangrijke rol gespeeld, met name in de periode vóór 1940. Als blijk van waardering voor zijn historische studies werd hem het lidmaatschap aan geboden van het Zeeuwsch Genootschap en het Historisch Genootschap in Utrecht. Voor zijn werken met betrekking tot Zeeland: zie bibliografie.
Auteur
F. van Noordwijk
Literatuur
PZC, 26 maart 1996.