Jo Johannis Dronkers: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{InfoboxPersoon | {{InfoboxPersoon | ||
| afbeelding = [[Bestand:Dronkers_JJ.jpg| | | afbeelding = [[Bestand:Dronkers_JJ.jpg|175px]] | ||
| naam = Jo Johannis Dronkers | | naam = Jo Johannis Dronkers | ||
| onderschrift = J.J. Dronkers, bron: [https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/dri/1973-05-01/edition/0/page/5 Driemaandelijks bericht Deltawerken 64 (mei 1973) 5.] | | onderschrift = J.J. Dronkers, bron: [https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/dri/1973-05-01/edition/0/page/5 Driemaandelijks bericht Deltawerken 64 (mei 1973) 5.] |
Versie van 4 apr 2017 14:03
Jo Johannis Dronkers | |
---|---|
J.J. Dronkers, bron: Driemaandelijks bericht Deltawerken 64 (mei 1973) 5. | |
Geboren | 24 mei 1910 Poortvliet |
Overleden | 20 februari 1973 's-Gravenhage |
Beroep | directeur Deltadienst |
VIAF | J.J. Dronkers |
Jeugd en studie
J.J. Dronkers was een burgemeesterszoon uit Poortvliet. Hij volgde de R.H.B.S. Bergen op Zoom en studeerde wis- en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. In zijn dissertatie: 'Over stratifieerbare congruenties' (1939) gingen vijf van zijn elf stellingen over de getijden.
Werk
In 1934 kwam Dronkers in dienst van Rijkswaterstaat onder Dr.lr. Joh. van Veen om de wiskundige behandeling der getijden en wat daarmee samenhing in detail ter hand te nemen. Werd getypeerd als de eerste 'wiskundige ingenieur' in Nederland. Buitte als hoofdwiskundige zijn bekwaamheden uit bij de droogmaking van Walcheren in 1945 en daarna bij de herstelwerkzaamheden na de stormvloed van 1953. Werd in 1963 hoofd van de waterloopkundige afdeling van de Deltadienst en in 1968 directeur van de Deltadienst. Had een belangrijk aandeel in de studie getijberekeningen Deltaplan. (Bijdrage III, deel 4, 1960; Bijdrage IV-2, deel 5, 1961; en in samenwerking Bijdrage IV-3, deel 5, 1961 rapport Deltacommissie.) Zijn wiskundige kennis resulteerde in de ontwikkeling van verschillende berekeningsmethodieken, waarmee een wetenschappelijke basis werd gelegd voor een groot aantal wetmatigheden die tot dan een empirisch karakter hadden. Daardoor werd het mogelijk consequenties van waterbouwkundige ingrepen vooraf te analyseren en een rationeel beleid op waterbouwkundig gebied te ontwikkelen. Zijn hoofdwerk 'Tidal computations in rivers and coastal waters' (1964) mag als mondiaal standaardwerk voor de theorie van de getijberekeningen beschouwd worden.
Eerbewijzen
- 1965 - Conradmedaille van het Koninklijk Nederlands Instituut van Ingenieurs.
Bibliografie
- Over stratifieerbare congruenties (Lugdunum Batavorum, 1939).
- Tidal computations in rivers and coastal waters (Amsterdam, 1964).
- Tidal computations in shallow water. Report on hydrostatic levelling across the Westerscheld (The Hague, 1959).
- 'Closure of estuarine channels in tidal regions', overdr. uit: De Ingenieur nrs. 44, 47 en 50 (1968).
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
M.A. Geuze
Literatuur
- De Ingenieur 85/nr. 23.