Frans Naerebout: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{InfoboxPersoon | {{InfoboxPersoon | ||
| afbeelding = [[Bestand:.jpg|200px]] | | afbeelding = [[Bestand:Naerebout_Bourje.jpg|200px]] | ||
| naam = Frans Naerebout | | naam = Frans Naerebout | ||
| onderschrift = | | onderschrift = Frans Naerebout, ca. 1802, Philippus Velijn naar Johan Pieter Bourjé, tekening. | ||
| geboortedatum = [[30 augustus]] [[1748]] | | geboortedatum = [[30 augustus]] [[1748]] | ||
| geboorteplaats = Veere | | geboorteplaats = Veere | ||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/280119242 F. Naerebout] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/280119242 F. Naerebout] | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:Naerebout_107973.jpg|thumb|left|250px|Standbeeld van Frans Naerebout op de boulevard van Vlissingen, foto: Jaap Wolterbeek, 18 juli 2007, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 107973]] | |||
== Biografie == | == Biografie == | ||
Frans Naerebout was als loods te Vlissingen gestationeerd en aldaar belast met het binnenbrengen van de schepen der Oostindische Compagnie (1781). Had zich voordien (met zijn broer Jacob) reeds onderscheiden door een spectaculaire redding van 87 opvarenden van het compagnieschip Woestduin, dat op 25 juli 1779 in vliegende storm op de Noorderrassen aan stukken was geslagen. Deze heldendaad gaf de gebroeders Naerebout landelijke bekendheid.<ref>[https://krantenbankzeeland.nl/issue/mco/1779-07-27/edition/0/page/2 ''Middelburgsche Courant,'' 27] en [https://krantenbankzeeland.nl/issue/mco/1779-07-29/edition/0/page/2 29 juli 1779], beide pag. 2.</ref> In uitbundig proza (te Water) of lyrische verzen (Bellamy, Rhijnvis Feith, Loosjes) werd hun onverschrokkenheid geprezen. Een grafnaald in de Grote Kerk van Vlissingen, opgericht ter nagedachtenis van de bij de ramp omgekomen Daniël Octavius Barwell, herinnert aan het feit dat niet allen de schipbreuk overleefden. Nadien gaf Frans (Jacob was spoedig overleden) nog diverse blijken van heldenmoed en stuurmanskunst. Zo | Frans Naerebout was als loods te Vlissingen gestationeerd en aldaar belast met het binnenbrengen van de schepen der Oostindische Compagnie (1781). Had zich voordien (met zijn broer Jacob) reeds onderscheiden door een spectaculaire redding van 87 opvarenden van het compagnieschip Woestduin, dat op 25 juli 1779 in vliegende storm op de Noorderrassen aan stukken was geslagen. Deze heldendaad gaf de gebroeders Naerebout landelijke bekendheid.<ref>[https://krantenbankzeeland.nl/issue/mco/1779-07-27/edition/0/page/2 ''Middelburgsche Courant,'' 27] en [https://krantenbankzeeland.nl/issue/mco/1779-07-29/edition/0/page/2 29 juli 1779], beide pag. 2.</ref> In uitbundig proza (te Water) of lyrische verzen (Bellamy, Rhijnvis Feith, Loosjes) werd hun onverschrokkenheid geprezen. Een grafnaald in de Grote Kerk van Vlissingen, opgericht ter nagedachtenis van de bij de ramp omgekomen Daniël Octavius Barwell, herinnert aan het feit dat niet allen de schipbreuk overleefden. | ||
[[Bestand:Woestduin_74.jp|thumb|200px|right|Het schip Woestduin loopt vast op de Noorderrassen, 24 juli 1779, Cornelis de Jonker, naar Engel Hoogerheyden, etc., naar Mathias de Sallieth, 1780 - 1830.]] | |||
Nadien gaf Frans (Jacob was spoedig overleden) nog diverse blijken van heldenmoed en stuurmanskunst. Zo bijvoorbeeld bij de Zuiderburg, die in december 1788 naar China uitzeilde met 400 man en 500.000 gulden aan contanten aan boord, op de Rassen zijn roer verspeelde en zes dagen hulpeloos in het ijs ronddreef. Naerebout wist het schip vanuit Westkapelle te bereiken en naar Plymouth te brengen. In plaats van een roer gebruikte hij een paar zware kabels. Minder fortuinlijk was hij in 1794 met de Voorland: het lukte hem het schip naar buiten te brengen, maar door tegenwind was het onmogelijk de loods in Engeland af te zetten zodat hij moest meevaren naar Kaap de Goede Hoop! | |||
== Aanzien == | |||
Al deze onbaatzuchtige daden leverden hem wel eer en af en toe een gedenkpenning op, maar geen inkomsten. Toen de Compagnie in 1802 het uitreden naar Indië stopzette, kon men Naerebout als garnalenvisser zijn kostje bij elkaar zien scharrelen. Twee maal ontving hij een gift van f 100,— en Koning Willem I benoemde hem kort voor zijn dood tot Broeder van de Nederlandse Leeuw met een jaarwedde van f 200,—, maar toen was het eigenlijk al te laat. Bij zijn dood werden echter weer vele Latijnse en Nederlandse grafzangen gedicht en zorgde het Goesse Departement van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor een erezerk op zijn graf in de Wandelkerk te Goes. | |||
== Standbeeld == | |||
[[Bestand:Naerebout_14250.jpg|thumb|left|250px|Standbeeld van Frans Naerebout aan het parkje bij Boulevard Banckert, ansichtkaart, ca. 1920, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 25183]] | |||
Vlissingen kwam pas 100 jaar na zijn dood op de gedachte iets aan de man te doen en zette in een lief parkje aan de Boulevard Bankert, bovenaan de `oprit', een standbeeld voor hem neer (ontwerp A.G. van Lom; onthuld 9 augustus 1919). Het parkje moest voor verkeer en Deltawerken wijken. Het standbeeld werd in de oorlog vernield. Sinds 1952 kijkt hij weer over zee, vanaf het Bellamypark, bij het Beursplein (ontwerp Ph. ten Klooster; onthuld 5 juli 1952) en later opnieuw vanaf Boulevard Banckert. | |||
== Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984 == | == Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984 == |
Versie van 6 mrt 2017 11:30
Frans Naerebout | |
---|---|
Frans Naerebout, ca. 1802, Philippus Velijn naar Johan Pieter Bourjé, tekening. | |
Geboren | 30 augustus 1748 Veere |
Overleden | 29 augustus 1818 Goes |
Beroep | loods en mensenredder |
VIAF | F. Naerebout |
Biografie
Frans Naerebout was als loods te Vlissingen gestationeerd en aldaar belast met het binnenbrengen van de schepen der Oostindische Compagnie (1781). Had zich voordien (met zijn broer Jacob) reeds onderscheiden door een spectaculaire redding van 87 opvarenden van het compagnieschip Woestduin, dat op 25 juli 1779 in vliegende storm op de Noorderrassen aan stukken was geslagen. Deze heldendaad gaf de gebroeders Naerebout landelijke bekendheid.[1] In uitbundig proza (te Water) of lyrische verzen (Bellamy, Rhijnvis Feith, Loosjes) werd hun onverschrokkenheid geprezen. Een grafnaald in de Grote Kerk van Vlissingen, opgericht ter nagedachtenis van de bij de ramp omgekomen Daniël Octavius Barwell, herinnert aan het feit dat niet allen de schipbreuk overleefden.
Nadien gaf Frans (Jacob was spoedig overleden) nog diverse blijken van heldenmoed en stuurmanskunst. Zo bijvoorbeeld bij de Zuiderburg, die in december 1788 naar China uitzeilde met 400 man en 500.000 gulden aan contanten aan boord, op de Rassen zijn roer verspeelde en zes dagen hulpeloos in het ijs ronddreef. Naerebout wist het schip vanuit Westkapelle te bereiken en naar Plymouth te brengen. In plaats van een roer gebruikte hij een paar zware kabels. Minder fortuinlijk was hij in 1794 met de Voorland: het lukte hem het schip naar buiten te brengen, maar door tegenwind was het onmogelijk de loods in Engeland af te zetten zodat hij moest meevaren naar Kaap de Goede Hoop!
Aanzien
Al deze onbaatzuchtige daden leverden hem wel eer en af en toe een gedenkpenning op, maar geen inkomsten. Toen de Compagnie in 1802 het uitreden naar Indië stopzette, kon men Naerebout als garnalenvisser zijn kostje bij elkaar zien scharrelen. Twee maal ontving hij een gift van f 100,— en Koning Willem I benoemde hem kort voor zijn dood tot Broeder van de Nederlandse Leeuw met een jaarwedde van f 200,—, maar toen was het eigenlijk al te laat. Bij zijn dood werden echter weer vele Latijnse en Nederlandse grafzangen gedicht en zorgde het Goesse Departement van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor een erezerk op zijn graf in de Wandelkerk te Goes.
Standbeeld
Vlissingen kwam pas 100 jaar na zijn dood op de gedachte iets aan de man te doen en zette in een lief parkje aan de Boulevard Bankert, bovenaan de `oprit', een standbeeld voor hem neer (ontwerp A.G. van Lom; onthuld 9 augustus 1919). Het parkje moest voor verkeer en Deltawerken wijken. Het standbeeld werd in de oorlog vernield. Sinds 1952 kijkt hij weer over zee, vanaf het Bellamypark, bij het Beursplein (ontwerp Ph. ten Klooster; onthuld 5 juli 1952) en later opnieuw vanaf Boulevard Banckert.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
-A. Teunis
Literatuur
- [1]
- Jona Willem te Water, Bericht wegens het verongelukte Oost-Indische schip Woestduin; en de reddinge der schepelingen door de gebroeders Naerebout (Vlissingen, 1780 (facs. dr. Vlissingen, 1974)).
- Krantenbank Zeeland, Middelburgsche Courant', 1779.
Noten
- ↑ Middelburgsche Courant, 27 en 29 juli 1779, beide pag. 2.
De pogingen om de opvarenden van de stukgeslagen 'Woestduyn' te redden vestigen de aandacht van heel Nederland op de gebroeders Naerebout.