Pieter van Couwenberg van Belois: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Johan Francke (overleg | bijdragen)
Regel 20: Regel 20:


== Literatuur ==
== Literatuur ==
-Van der Aa, Biografisch Woordenboek der Ned. III, 797,1858. J. den Tex, Oldenbarnevelt III en IV (1966-1970).
-Van der Aa, Biografisch Woordenboek der Ned. III, 797,1858.  
 
-J. den Tex, Oldenbarnevelt III en IV (1966-1970).


[[category:persoon]]
[[category:persoon]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:recht]]
[[category:recht]]

Versie van 30 jun 2016 11:07

Pieter van Couwenberg van Belois

Trucidata innocentia, Johan van Oldenbarnevelt en zijn rechters. De namens Zeeland afgevaardigde Pieter Couwenberg van Belois maakte deel uit Generaliteitsrechtbank die van Oldenbarnevelt veroordeelde. Geschilderd door Cornelis Saftleven, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 153145
Geboren eind 16de eeuw Middelburg
Overleden 28 juni 1655 's-Gravenhage
Beroep rechtsgeleerde

Biografie

Couwenberg van Belois werd op 7 juli 1597 namens Zeeland benoemd tot raadsheer in het Hof van Holland, welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. In februari 1619 werd om het Hof van Holland uit te schakelen een afzonderlijke Generaliteitsrechtbank van 24 leden ingesteld, waaronder Couwenberg van Belois, die de vier van landverraad en aanslag op religie en staatsbestel betichte kopstukken van de Remonstranten: Oldenbarnevelt, de Leidse pensionaris Hoogerbeets, de secretaris van de Staten van Utrecht Ledenberg en Hugo de Groot moest berechten. Couwenberg trachtte hiervan verschoond te blijven door zich op familieverwantschap met de vrouw van De Groot, Maria van Reigersberch te beroepen, maar zijn verzoek werd afgewezen.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

-L. Hageman

Literatuur

-Van der Aa, Biografisch Woordenboek der Ned. III, 797,1858.

-J. den Tex, Oldenbarnevelt III en IV (1966-1970).