Pieter van Couwenberg van Belois/EvZ1982-1984
(Middelburg ? - 's-Gravenhage 28 juni 1655). Rechtsgeleerde. Werd op 7 juli 1597 namens Zeeland benoemd tot raadsheer in het Hof van Holland, welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. In februari 1619 werd om het Hof van Holland uit te schakelen een afzonderlijke Generaliteitsrechtbank van 24 leden ingesteld, waaronder Couwenberg van Belois, die de vier van landverraad en aanslag op religie en staatsbestel betichte kopstukken van de Remonstranten: Oldenbarnevelt, de Leidse pensionaris Hoogerbeets, de secretaris van de Staten van Utrecht Ledenberg en Hugo de Groot moest be-rechten. Couwenberg trachtte hiervan verschoond te blijven door zich op familieverwantschap met de vrouw van de Groot, Maria van Reigersberch te beroepen, doch zijn verzoek werd afgewezen.