Zeeuwse Concertzaal: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 16: | Regel 16: | ||
[[Bestand:afficheconcert.png|thumb|right|250px| Affiche van het openingsconcert op 21 oktober 1896. Afgebeeld zijn de solisten van dit concert. Bron: Zeeuws Archief, ''Historisch-Topografische Atlas Middelburg'' (HTAM), nr H-25]] | [[Bestand:afficheconcert.png|thumb|right|250px| Affiche van het openingsconcert op 21 oktober 1896. Afgebeeld zijn de solisten van dit concert. Bron: Zeeuws Archief, ''Historisch-Topografische Atlas Middelburg'' (HTAM), nr H-25]] | ||
Op 21 oktober 1896 werd het gebouw op spectaculaire wijze geopend met een concert, georganiseerd door de verenigingen | Op 21 oktober 1896 werd het gebouw op spectaculaire wijze geopend met een concert, georganiseerd door de verenigingen Tot Oefening en Uitspanning en Vereeniging voor Instrumentale Muziek onder leiding van de bovengenoemde Cleuver. Tijdens dit concert werd een nieuwe cantate, genaamd ''Wijdingslied'' en gecomponeerd door Cleuver, uitgevoerd. Vervolgens speelde de Vereeniging voor Instrumentale Muziek Beethovens’ ''Vijfde Symfonie''. Tijdens het laatste gedeelte van het programma werd Schumanns ''Szenen aus Goethe’s Faust'' uitgevoerd. De solisten bij dit concert waren mevrouw Noordewier-Reddingius (sopraan), mejuffrouw Anna C. Schuil (alt), en de heren Johannes Messchaert (bariton), Josef Tijssen Jr. (tenor) en H.v.d.K. (bas, wordt alleen genoemd met initialen). Een reactie in de ''Middelburgsche Courant'' vermeldt: “de heer Cleuver dirigeerde het geheel met vaste hand, en aan hem komt dan ook ontegenzeggelijk het leeuwenaandeel toe van den lof voor het welslagen van dezen feestavond” (24/10/1896). Het gebouw zelf en de algemene sfeer werden als zeer positief ervaren. De zaal bood plaats aan 476 bezoekers en, zoals beschreven werd in de ''Zierikzeesche Nieuwsbode'' (22/10/1896), de stoelen waren ruimtelijk geplaatst zodat de bezoekers zich niet als sardientjes in een blik hoefden te voelen. Op het gebied van brandveiligheid waren er nog verbeterpunten, maar over het algemeen waren de bezoekers zeer te spreken over het gebouw. Met name de akoestiek werd veelal geprezen. Het orgel dat geplaatst was in de concertzaal was mede mogelijk gemaakt door de orgelstichting, die onder leiding stond van de vrouw van de burgemeester, mevrouw Schorer-Plaat. Helaas bleek het financieel erg moeilijk te zijn om de concertzaal in een goede staat te behouden. In 1942 werd er een artikel gepubliceerd in ''De Zeeuw'' (18/05/1942) dat de overdracht van de concertzaal van de ''N.V.'' naar de Gemeente Middelburg aankondigde. De gemeente zou vanaf nu de taken van de ''N.V.'' in handen nemen, wat voornamelijk de restauratie en de modernisatie van het gebouw betrof. | ||
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de concertzaal tijdelijk in gebruik om soldaten een dak boven het hoofd te bieden. Dit veroorzaakte enkele beschadigingen aan het gebouw. De oorlog weerhield Cleuver er niet van om soloconcerten te organiseren. Deze werden soms gehouden in de Koorkerk of in de Nieuwe Kerk. In 1919 keerden de muzikale activiteiten in de concertzaal terug. Op 3 en 4 juni werd het 85-jarige jubileum van de Koninklijke Oratoriumvereniging en het 40-jarig jubileum van Cleuver gevierd met een speciaal concert. Op 14 juli 1921 stierf Cleuver na een periode van ziekte. Zijn opvolger als dirigent van de concertzaal werd [[Johannes Hendricus Caro]]. In 1923 werd de [[Concertvereeniging]] opgericht, die samen met de “zangverenigingen” voor veel muzikale initiatieven in Middelburg zorgden. | Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de concertzaal tijdelijk in gebruik om soldaten een dak boven het hoofd te bieden. Dit veroorzaakte enkele beschadigingen aan het gebouw. De oorlog weerhield Cleuver er niet van om soloconcerten te organiseren. Deze werden soms gehouden in de Koorkerk of in de Nieuwe Kerk. In 1919 keerden de muzikale activiteiten in de concertzaal terug. Op 3 en 4 juni werd het 85-jarige jubileum van de Koninklijke Oratoriumvereniging en het 40-jarig jubileum van Cleuver gevierd met een speciaal concert. Op 14 juli 1921 stierf Cleuver na een periode van ziekte. Zijn opvolger als dirigent van de concertzaal werd [[Johannes Hendricus Caro]]. In 1923 werd de [[Concertvereeniging]] opgericht, die samen met de “zangverenigingen” voor veel muzikale initiatieven in Middelburg zorgden. | ||
Regel 24: | Regel 24: | ||
In 1945 werd, in samenwerking met het bestuur van de [[Zeeuwse Volks Universiteit]] en de N.V. Concert- en Gehoorzaal, een nieuwe stichting opgericht: de Stichting Concert- en Gehoorzaal 1945. De gedachte achter deze stichting was om vaart te zetten achter de reconstructie en herstel van het gebouw aan de Lange Singelstraat, dat flinke schade had opgelopen in de oorlog. De aanleg van sommige elementen die zich nog niet in het gebouw bevonden, zoals centrale verwarming, lag ook in de planning. Op 5 januari 1946 publiceerde de ''Provinciale Zeeuwse Courant'' de officiële goedkeuring van de overdracht van de Concert- en Gehoorzaal naar de Stichting Concert- en Gehoorzaal. De concertzaal werd opnieuw geopend voor publiek op 20 december 1946. Bij deze gelegenheid werd het ''Weihnachtsoratorium'' van Johann Sebastian Bach uitgevoerd. Dit concert werd mogelijk gemaakt door subsidies van de Gemeente Middelburg. In 1949 ontving de concertzaal opnieuw subsidies om het 60-jairg jubileum van Vereeniging voor Instrumentale Muziek te vieren. De gemeentelijke support bleef nodig om de organisatie in stand te houden. De directeur, J.H. Caro, bleef vele tradities, zoals de regelmatige uitvoeringen van Bachs Passionen en de vieringen van jubilea, in stand houden. Hiernaast organiseerde hij concerten met Nederlandse en enkele Franse componisten. In 1974 onderging het gebouw opnieuw een restauratie en modernisatie, gevolgd door de restauratie van het plafond van het gebouw in 1992. | In 1945 werd, in samenwerking met het bestuur van de [[Zeeuwse Volks Universiteit]] en de N.V. Concert- en Gehoorzaal, een nieuwe stichting opgericht: de Stichting Concert- en Gehoorzaal 1945. De gedachte achter deze stichting was om vaart te zetten achter de reconstructie en herstel van het gebouw aan de Lange Singelstraat, dat flinke schade had opgelopen in de oorlog. De aanleg van sommige elementen die zich nog niet in het gebouw bevonden, zoals centrale verwarming, lag ook in de planning. Op 5 januari 1946 publiceerde de ''Provinciale Zeeuwse Courant'' de officiële goedkeuring van de overdracht van de Concert- en Gehoorzaal naar de Stichting Concert- en Gehoorzaal. De concertzaal werd opnieuw geopend voor publiek op 20 december 1946. Bij deze gelegenheid werd het ''Weihnachtsoratorium'' van Johann Sebastian Bach uitgevoerd. Dit concert werd mogelijk gemaakt door subsidies van de Gemeente Middelburg. In 1949 ontving de concertzaal opnieuw subsidies om het 60-jairg jubileum van Vereeniging voor Instrumentale Muziek te vieren. De gemeentelijke support bleef nodig om de organisatie in stand te houden. De directeur, J.H. Caro, bleef vele tradities, zoals de regelmatige uitvoeringen van Bachs Passionen en de vieringen van jubilea, in stand houden. Hiernaast organiseerde hij concerten met Nederlandse en enkele Franse componisten. In 1974 onderging het gebouw opnieuw een restauratie en modernisatie, gevolgd door de restauratie van het plafond van het gebouw in 1992. | ||
In 2003 werd opnieuw onderhoud noodzakelijk. De installaties waren niet langer in een goede staat en voldeden niet meer aan wetgevingen betreffende werkomstandigheden, brandveiligheid en milieu. De Gemeente Middelburg huurde een externe partij in om naar mogelijke oplossingen te zoeken. Na een paar maanden kwam de heer [[Evert de Jongh]] met vijf verschillende oplossingen. Gezien de financiële problemen van de Zeeuwse Concertzaal was één van de populairste oplossingen de verkoop van het gebouw. Dit plan kreeg bijval van de gemeente. Sommige politieke partijen, zoals de Partij van de Arbeid, zagen de verkoop van het gebouw aan de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt als beste mogelijkheid, maar dit leidde al gauw tot protest binnen de gemeente. De inwoners van Middelburg vreesden voor de toekomst en de reputatie van de muzikale activiteiten in Middelburg en de destructie van de beroemde akoestiek in het gebouw als het aangepast zou worden om als kerk te dienen. Afgevaardigden van [[ | In 2003 werd opnieuw onderhoud noodzakelijk. De installaties waren niet langer in een goede staat en voldeden niet meer aan wetgevingen betreffende werkomstandigheden, brandveiligheid en milieu. De Gemeente Middelburg huurde een externe partij in om naar mogelijke oplossingen te zoeken. Na een paar maanden kwam de heer [[Evert de Jongh]] met vijf verschillende oplossingen. Gezien de financiële problemen van de Zeeuwse Concertzaal was één van de populairste oplossingen de verkoop van het gebouw. Dit plan kreeg bijval van de gemeente. Sommige politieke partijen, zoals de Partij van de Arbeid, zagen de verkoop van het gebouw aan de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt als beste mogelijkheid, maar dit leidde al gauw tot protest binnen de gemeente. De inwoners van Middelburg vreesden voor de toekomst en de reputatie van de muzikale activiteiten in Middelburg en de destructie van de beroemde akoestiek in het gebouw als het aangepast zou worden om als kerk te dienen. Afgevaardigden van Het [[Zeeuws Orkest]], de Oratoriumvereniging, [[Stichting Kamermuziek Zeeland]] en anderen, werkten samen om de Zeeuwse Concertzaal te behouden. Een financieel plan werd opgezet en uiteindelijk werd in 2005 besloten de concertzaal niet te verkopen. Het nieuwe plan werd om de zaal in zijn geheel te renoveren. In het plan stond dat de nieuw opgerichte organisatie, de Stichting Zeeuwse Concertzaal, verantwoordelijk zou worden gesteld voor de renovatie van het gebouw en een serie van andere restauraties die nodig waren om het gebouw weer te moderniseren. De locatie van de foyer werd veranderd, alsmede de locatie van de hoofdingang. Het gebouw werd compleet brandveilig gemaakt. De hoofdingang werd verplaatst van de Singelstraat naar de andere zijde van het gebouw, de Verwerijstraat, waar zich voorheen de artiesteningang bevond. Er heerst verwarring over deze verplaatsing, aangezien wordt gezegd dat het gebouw zich nog op dezelfde locatie bevindt, namelijk de Singelstraat 13. Dit is echter niet juist. Het gebouw aan de Singelstraat werd losgekoppeld van de achterkant, waar zich nu de concertzaal bevindt. Singelstraat 13 wordt nu weer gebruikt als woonhuis. | ||
De heropening op 22 november 2007 werd gevierd met een vier dagen durend festival in de, nu officieel genoemde, Zeeuwse Concertzaal. Het was een toeval dat deze dag werd gevierd op de dag van de beschermheilige van de muziek, Sint Cecilia. Het festival werd geopend door de heer [[Frank Streng]], wethouder van cultuur. Hij speelde de ''Opening'' van Philip Glass op een klein muziekdoosje, gevolgd door een concert van ''l’Arpeggiata''. | De heropening op 22 november 2007 werd gevierd met een vier dagen durend festival in de, nu officieel genoemde, Zeeuwse Concertzaal. Het was een toeval dat deze dag werd gevierd op de dag van de beschermheilige van de muziek, Sint Cecilia. Het festival werd geopend door de heer [[Frank Streng]], wethouder van cultuur. Hij speelde de ''Opening'' van Philip Glass op een klein muziekdoosje, gevolgd door een concert van ''l’Arpeggiata''. | ||
De akoestiek van de zaal was sterk verbeterd. Verder maakten de nieuwe gordijnen het mogelijk om nog beter gebruik te maken van de kwaliteiten van de zaal. De akoestiek in de zaal werd zelfs vergeleken met die van het Concertgebouw in Amsterdam. Samen met de heer [[Douwe Eisenga]] heeft de heer [[Jakko van der Heijden]] het recentelijk mogelijk gemaakt om een opnamestudio te creëren waarin de akoestiek van de zaal nagebootst kan worden. De opening met de kleine compositie van de heer Philip Glass bleek niet de enige keer te zijn dat werk van deze componist werd uitgevoerd in de zaal. De componist bracht zelf een bezoek aan de zaal in 2009, waarbij hij twee soloconcerten op piano gaf. Hij was uitgenodigd, en werd overtuigd om te komen door “het mooie en intieme karakter van de zaal”, volgens het team van de Zeeuwse Concertzaal (24/09/2009, ''Provinciale Zeeuwse Courant'') In 2012 en 2013 voerde Lavinia Meijer op haar harp bewerkingen uit van de werken van Glass. | De akoestiek van de zaal was sterk verbeterd. Verder maakten de nieuwe gordijnen het mogelijk om nog beter gebruik te maken van de kwaliteiten van de zaal. De akoestiek in de zaal werd zelfs vergeleken met die van het Concertgebouw in Amsterdam. Samen met de heer [[Douwe Eisenga]] heeft de heer [[Jakko van der Heijden]] het recentelijk mogelijk gemaakt om een opnamestudio te creëren waarin de akoestiek van de zaal nagebootst kan worden. De opening met de kleine compositie van de heer Philip Glass bleek niet de enige keer te zijn dat werk van deze componist werd uitgevoerd in de zaal. De componist bracht zelf een bezoek aan de zaal in 2009, waarbij hij twee soloconcerten op piano gaf. Hij was uitgenodigd, en werd overtuigd om te komen door “het mooie en intieme karakter van de zaal”, volgens het team van de Zeeuwse Concertzaal (24/09/2009, ''Provinciale Zeeuwse Courant'') In 2012 en 2013 voerde Lavinia Meijer op haar harp bewerkingen uit van de werken van Glass. | ||
== Uitvoeringen en Projecten == | == Uitvoeringen en Projecten == |
Versie van 28 nov 2024 10:20
Zeeuwse Concertzaal, voorheen Concert- en Gehoorzaal (Middelburg, 1754 - heden) |
---|
De concertzaal in Middelburg is een centrale plek voor muzikale bijeenkomsten en concerten, variërend van beroemde internationale musici tot Het Zeeuws Orkest en kleinere nationale of regionale ensembles.
Geschiedenis
Het huidige gebouw in de Verwerijstraat was niet altijd de thuisbasis voor dit soort concerten. De concertzaal was eerder al gesitueerd aan het Molenwater. In de periode van 1754 tot 1836 bevonden deze zaal en het auditorium zich op de bovenste verdieping van het Stads Ykhuis. Dit was een initiatief van Christian Ernst Graf (1723-1804) en werd mogelijk gemaakt door de welvarende gouverneur Daniël Radermacher (1722-1803), die dit gedeelte van zijn huis openstelde voor concerten. Voor dit doel was het huis gedeeltelijk verbouwd. In 1839 bevond de concertzaal zich op een andere locatie, namelijk op de Groenmarkt, vlakbij de abdij.
Op 22 januari 1896 publiceerde de Middelburgsche Courant een klein artikel over de goedkeuring van een lening voor de realisatie van een nieuwe “Concert- en Gehoorzaal”. Er waren twee redenen voor de verhuizing van de concertzaal. Allereerst werden de gebouwen van de abdij gerestaureerd, wat het geven van concerten bemoeilijkte. Daarnaast groeide de populariteit van de concerten flink. Dit betekende dat het gebouw niet genoeg ruimte kon bieden aan het almaar groeiende publiek. Er werd een nieuw comité gevormd, onder de leiding van burgemeester Jhr. Mr. L. Schorer. Dit comité richtte de N.V. Concert- en Gehoorzaal op en kocht een huis op van de familie van Doorn uit Koudekerke. Dit huis zou gaan functioneren als nieuwe concertzaal. Carl Johann Cleuver, die ook lid was van het comité, werd hoofd van de Vereeniging voor Instrumentale Muziek, opgericht in 1888. In totaal werd een bedrag van 32.500 gulden gedoneerd aan een fonds, speciaal opgericht voor de realisatie van de nieuwe concertzaal. Het nieuwe gebouw bevond zich in de Singelstraat, nr. 13, voorheen de Lange Singelstraat N181 genoemd.
Op 21 oktober 1896 werd het gebouw op spectaculaire wijze geopend met een concert, georganiseerd door de verenigingen Tot Oefening en Uitspanning en Vereeniging voor Instrumentale Muziek onder leiding van de bovengenoemde Cleuver. Tijdens dit concert werd een nieuwe cantate, genaamd Wijdingslied en gecomponeerd door Cleuver, uitgevoerd. Vervolgens speelde de Vereeniging voor Instrumentale Muziek Beethovens’ Vijfde Symfonie. Tijdens het laatste gedeelte van het programma werd Schumanns Szenen aus Goethe’s Faust uitgevoerd. De solisten bij dit concert waren mevrouw Noordewier-Reddingius (sopraan), mejuffrouw Anna C. Schuil (alt), en de heren Johannes Messchaert (bariton), Josef Tijssen Jr. (tenor) en H.v.d.K. (bas, wordt alleen genoemd met initialen). Een reactie in de Middelburgsche Courant vermeldt: “de heer Cleuver dirigeerde het geheel met vaste hand, en aan hem komt dan ook ontegenzeggelijk het leeuwenaandeel toe van den lof voor het welslagen van dezen feestavond” (24/10/1896). Het gebouw zelf en de algemene sfeer werden als zeer positief ervaren. De zaal bood plaats aan 476 bezoekers en, zoals beschreven werd in de Zierikzeesche Nieuwsbode (22/10/1896), de stoelen waren ruimtelijk geplaatst zodat de bezoekers zich niet als sardientjes in een blik hoefden te voelen. Op het gebied van brandveiligheid waren er nog verbeterpunten, maar over het algemeen waren de bezoekers zeer te spreken over het gebouw. Met name de akoestiek werd veelal geprezen. Het orgel dat geplaatst was in de concertzaal was mede mogelijk gemaakt door de orgelstichting, die onder leiding stond van de vrouw van de burgemeester, mevrouw Schorer-Plaat. Helaas bleek het financieel erg moeilijk te zijn om de concertzaal in een goede staat te behouden. In 1942 werd er een artikel gepubliceerd in De Zeeuw (18/05/1942) dat de overdracht van de concertzaal van de N.V. naar de Gemeente Middelburg aankondigde. De gemeente zou vanaf nu de taken van de N.V. in handen nemen, wat voornamelijk de restauratie en de modernisatie van het gebouw betrof.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de concertzaal tijdelijk in gebruik om soldaten een dak boven het hoofd te bieden. Dit veroorzaakte enkele beschadigingen aan het gebouw. De oorlog weerhield Cleuver er niet van om soloconcerten te organiseren. Deze werden soms gehouden in de Koorkerk of in de Nieuwe Kerk. In 1919 keerden de muzikale activiteiten in de concertzaal terug. Op 3 en 4 juni werd het 85-jarige jubileum van de Koninklijke Oratoriumvereniging en het 40-jarig jubileum van Cleuver gevierd met een speciaal concert. Op 14 juli 1921 stierf Cleuver na een periode van ziekte. Zijn opvolger als dirigent van de concertzaal werd Johannes Hendricus Caro. In 1923 werd de Concertvereeniging opgericht, die samen met de “zangverenigingen” voor veel muzikale initiatieven in Middelburg zorgden.
Echter, de wereldwijde financiële crisis van de jaren twintig had ook zijn impact op het aantal bezoekers van de concertzaal. Dit trok weer aan in de jaren 30. De opkomende Tweede Wereldoorlog werd echter een nieuwe bedreiging voor de zaal. Na de uitvoering van Händel’s Messiah op 8 mei 1939 brak een ander tijdperk aan. Tijdens deze periode werd de concertzaal wederom gebruikt als behuizing voor de soldaten, maar deze keer voor een langere periode. Een jaar later werd Middelburg gebombardeerd en dit heeft zijn sporen nagelaten.
In 1945 werd, in samenwerking met het bestuur van de Zeeuwse Volks Universiteit en de N.V. Concert- en Gehoorzaal, een nieuwe stichting opgericht: de Stichting Concert- en Gehoorzaal 1945. De gedachte achter deze stichting was om vaart te zetten achter de reconstructie en herstel van het gebouw aan de Lange Singelstraat, dat flinke schade had opgelopen in de oorlog. De aanleg van sommige elementen die zich nog niet in het gebouw bevonden, zoals centrale verwarming, lag ook in de planning. Op 5 januari 1946 publiceerde de Provinciale Zeeuwse Courant de officiële goedkeuring van de overdracht van de Concert- en Gehoorzaal naar de Stichting Concert- en Gehoorzaal. De concertzaal werd opnieuw geopend voor publiek op 20 december 1946. Bij deze gelegenheid werd het Weihnachtsoratorium van Johann Sebastian Bach uitgevoerd. Dit concert werd mogelijk gemaakt door subsidies van de Gemeente Middelburg. In 1949 ontving de concertzaal opnieuw subsidies om het 60-jairg jubileum van Vereeniging voor Instrumentale Muziek te vieren. De gemeentelijke support bleef nodig om de organisatie in stand te houden. De directeur, J.H. Caro, bleef vele tradities, zoals de regelmatige uitvoeringen van Bachs Passionen en de vieringen van jubilea, in stand houden. Hiernaast organiseerde hij concerten met Nederlandse en enkele Franse componisten. In 1974 onderging het gebouw opnieuw een restauratie en modernisatie, gevolgd door de restauratie van het plafond van het gebouw in 1992.
In 2003 werd opnieuw onderhoud noodzakelijk. De installaties waren niet langer in een goede staat en voldeden niet meer aan wetgevingen betreffende werkomstandigheden, brandveiligheid en milieu. De Gemeente Middelburg huurde een externe partij in om naar mogelijke oplossingen te zoeken. Na een paar maanden kwam de heer Evert de Jongh met vijf verschillende oplossingen. Gezien de financiële problemen van de Zeeuwse Concertzaal was één van de populairste oplossingen de verkoop van het gebouw. Dit plan kreeg bijval van de gemeente. Sommige politieke partijen, zoals de Partij van de Arbeid, zagen de verkoop van het gebouw aan de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt als beste mogelijkheid, maar dit leidde al gauw tot protest binnen de gemeente. De inwoners van Middelburg vreesden voor de toekomst en de reputatie van de muzikale activiteiten in Middelburg en de destructie van de beroemde akoestiek in het gebouw als het aangepast zou worden om als kerk te dienen. Afgevaardigden van Het Zeeuws Orkest, de Oratoriumvereniging, Stichting Kamermuziek Zeeland en anderen, werkten samen om de Zeeuwse Concertzaal te behouden. Een financieel plan werd opgezet en uiteindelijk werd in 2005 besloten de concertzaal niet te verkopen. Het nieuwe plan werd om de zaal in zijn geheel te renoveren. In het plan stond dat de nieuw opgerichte organisatie, de Stichting Zeeuwse Concertzaal, verantwoordelijk zou worden gesteld voor de renovatie van het gebouw en een serie van andere restauraties die nodig waren om het gebouw weer te moderniseren. De locatie van de foyer werd veranderd, alsmede de locatie van de hoofdingang. Het gebouw werd compleet brandveilig gemaakt. De hoofdingang werd verplaatst van de Singelstraat naar de andere zijde van het gebouw, de Verwerijstraat, waar zich voorheen de artiesteningang bevond. Er heerst verwarring over deze verplaatsing, aangezien wordt gezegd dat het gebouw zich nog op dezelfde locatie bevindt, namelijk de Singelstraat 13. Dit is echter niet juist. Het gebouw aan de Singelstraat werd losgekoppeld van de achterkant, waar zich nu de concertzaal bevindt. Singelstraat 13 wordt nu weer gebruikt als woonhuis.
De heropening op 22 november 2007 werd gevierd met een vier dagen durend festival in de, nu officieel genoemde, Zeeuwse Concertzaal. Het was een toeval dat deze dag werd gevierd op de dag van de beschermheilige van de muziek, Sint Cecilia. Het festival werd geopend door de heer Frank Streng, wethouder van cultuur. Hij speelde de Opening van Philip Glass op een klein muziekdoosje, gevolgd door een concert van l’Arpeggiata.
De akoestiek van de zaal was sterk verbeterd. Verder maakten de nieuwe gordijnen het mogelijk om nog beter gebruik te maken van de kwaliteiten van de zaal. De akoestiek in de zaal werd zelfs vergeleken met die van het Concertgebouw in Amsterdam. Samen met de heer Douwe Eisenga heeft de heer Jakko van der Heijden het recentelijk mogelijk gemaakt om een opnamestudio te creëren waarin de akoestiek van de zaal nagebootst kan worden. De opening met de kleine compositie van de heer Philip Glass bleek niet de enige keer te zijn dat werk van deze componist werd uitgevoerd in de zaal. De componist bracht zelf een bezoek aan de zaal in 2009, waarbij hij twee soloconcerten op piano gaf. Hij was uitgenodigd, en werd overtuigd om te komen door “het mooie en intieme karakter van de zaal”, volgens het team van de Zeeuwse Concertzaal (24/09/2009, Provinciale Zeeuwse Courant) In 2012 en 2013 voerde Lavinia Meijer op haar harp bewerkingen uit van de werken van Glass.
Uitvoeringen en Projecten
Als kleine concertzaal, die probeert te overleven in de grote oceaan van klassieke muziek, onderneemt het management verscheidene pogingen om speciale aspecten in de programmering van de concerten aan te brengen. In dat kader werd in 2008 het concept van series geïntroduceerd: reeksen van concerten in een bepaald thema. Oorspronkelijk waren dit de series De Oversteek, Contrasten, Jong Talent, Ruimte voor Muziek, en KinderKlassiek. Van deze vijf zijn De Oversteek, KinderKlassiek en Jong Talent (hernoemd ‘Nieuwe Lente’ in 2009) succesvol genoeg dat ze nog steeds bestaan. De Oversteek heeft alles te maken met het opzoeken en opheffen van de grenzen van de muziek. Als stamvaders van deze generatie musici worden componisten als Philip Glass, Steve Reich en Arvo Pärt beschouwd. Artiesten die in dit kader hebben opgetreden in de Zeeuwse Concertzaal zijn onder andere Lavinia Meijer, Carel Kraayenhof, de Wiener Kammersymphonie, het Re-Orchestra, het Aurelia Saxofoon Kwartet, pianist Michiel Borstlap, Grupo del Sur en het Xenakis Ensemble. In het programma KinderKlassiek wordt elk jaar een serie van concerten voor kinderen gegeven. Voor een lage prijs worden interessante klassieke stukken op een speciale manier aan kinderen gepresenteerd. De reeks Nieuwe Lente, zoals blijkt uit de oorspronkelijke naam, is bedoeld om opkomend talent onder de aandacht te brengen, zowel met solo-optredens als met orkesten en groepen. Deze serie wordt in samenwerking met het Codarts Conservatorium in Rotterdam georganiseerd. Sinds 2012 wordt er ook samengewerkt met de Zeeuwse Muziekschool, om vanaf jonge leeftijd al een podium te bieden aan aspirerende musici. Sinds een aantal jaren bestaat ook de serie Orkest!. Niet alleen is de Zeeuwse Concertzaal de thuisbasis voor Het Zeeuws Orkest, maar het biedt ook een podium voor (inter)nationale orkesten, zoals bijvoorbeeld Het Gelders Orkest en het Concierto Barocco uit Mexico. Naast het door het bestuur samengestelde programma is het ook mogelijk voor particulieren en bedrijven om de zaal te huren voor een concert of bijeenkomst.
Een terugkerend evenement is de voorronde van het Nederlands Koorfestival. Vanaf 2012 is er een voorronde van dit festival in Zeeland, georganiseerd door Stichting Koorplein Zeeland. Elke twee jaar proberen Zeeuwse koren hier een plek te bemachtigen in de landelijke finale. Vanaf 2018 is dit evenement niet alleen een voorronde, maar ook een provinciaal korenfestival. Ook Middelburg VOLkoren maakt jaarlijks gebruik van de concertzaal.
Dit zijn niet de enige festivals die gebruikmaken van de concertzaal. In 1999 werd voor het eerst het Internationaal Muziekfeest Middelburg gehouden, georganiseerd door altviolist Daniel Raiskin en Stichting Kamermuziek Zeeland. Bij dit festival worden in ongeveer een week 5 tot 7 concerten verzorgd op verschillende locaties in Middelburg, waaronder de Zeeuwse concertzaal. In 2009 werd Bart Schneemann, meervoudig deelnemer aan het festival, de artistiek leider. Ook is toen de naam veranderd in Muziekfestival Middelburg. In 2011 was er weer een nieuwe artistiek leider, ditmaal cellist Ramon Jaffé. Hij vervult deze functie nog steeds.
Door de jaren heen hebben veel jubileumconcerten plaatsgevonden in de Concertzaal. Vaak werden deze uitgebouwd tot meerdaagse festivals. Ook heeft de concertzaal een aantal keer hoog bezoek gehad. In 1907 bezochten de toenmalige koningin, Wilhelmina, en haar man prins Hendrik een gala-avond speciaal voor hen georganiseerd. Uitgevoerd werd onder andere de cantate Hält im Gedächtnis Jesum Christ van J.S. Bach. Ook treurige gebeurtenissen werden gememoreerd in de concertzaal. Naar aanleiding van het overlijden van Johann Cleuver in 1921 werden zijn werken uitgevoerd als eerbetoon, onder leiding van de nieuwe directeur Johannes Caro. Door de geschiedenis heen hebben veel bekende componisten en muzikanten een bezoek gebracht aan de concertzaal; variërend van Philip Glass tot Jan Morks, van lokale bekendheden tot internationale geprezen muzikanten. Met zijn rijke geschiedenis, heeft de Zeeuwse Concertzaal uitzicht op een goed toekomstperspectief.
Auteurs
Marjan Pantjes (2012), Eline Smit (2013) en Margot Polderdijk (2017), UCR
Bronnen
- Krantenbank Zeeland: Middelburgsche Courant, Vlissingse Courant, Zierikzeesche Nieuwsbode, Provinciale Zeeuwse Courant, De Zeeuw (1839-2017)
- Website Zeeuwse Concertzaal
- Website Koorplein Zeeland
- Ghijsen, H.C.M., Middelburg’s Muziekleven in en om de Concert- en Gehoorzaal: uitgegeven ter gelegenheid der plechtige heropening der concert- en gehoorzaal op 20 december 1946, Middelburg, Firma G.W. den Boer, 1946
- Scherft, P. Een Speurtocht door Zeeuws Muziekverleden. Middelburg: Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1984.