Populier: verschil tussen versies
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox | above = Populier }} POPULIER (Pópulus) Geslacht van bomen, waarvan in Zeeland diverse soorten en bastaarden voorkomen. Het meest algemeen is d...' |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
}} | }} | ||
==Populier (Pópulus)== | |||
Geslacht van bomen, waarvan in Zeeland diverse soorten en bastaarden voorkomen. Het meest algemeen is de Canadese populier (P. canadénsis), een bastaard van de inlandse P. nígra (zwarte populier) en de uit Noord-Amerika afkomstige P. deltoídes (Amerikaanse populier). Bovenstaande bomen lijken sterk op elkaar, zij groeien snel en vooral de Canadese populier wordt veel aangeplant langs wegen en dijken en plaatselijk ook in bossen. Zij worden aangeduid met de volgende volksnamen: gauw grôôt (W., Z.B., N.B.) en vroeg groot (W., Z.B., Sch.). De inheemse zwarte populier komt in Zeeland in het wild waarschijnlijk niet (meer?) voor. De cultuurvariëteit 'Itálica', Italiaanse populier, wordt veelvuldig aangeplant in windsingels vooral rond boomgaarden. Van deze cultuurvariëteit zijn alleen mannelijke exemplaren bekend en deze worden gekenmerkt door de rechtopstaande takken, die deze bomen een cypresachtie uiterlijk geven. Volksnamen voor deze boom zijn: kaerspoppeliere (Z. B., Z.Vl.), kattestaert (W., Z.B.) en schieter (W., Z.B., Th.). Een tweede inheemse soort is de ratelpopulier (P. trémula). Deze wordt gekenmerkt door kleinere meer fijngetande bladeren dan de vorige soorten. Men vindt haar vooral op zandige en venige grond, waar ze ook vaak aangeplant is. In Zeeland komt zij vrijwel uitsluitend voor in de duinen en het zandgebied van Zeeuws-Vlaanderen. Hier is deze soort vrij algemeen. Tot slot moet ook de *abeel genoemd worden; volksnamen: zilverpopulier (Z.Vl.) en blikkenboom (Z.Vl.). Deze onderscheidt zich van de vorige soorten door de wit- of grijsviltige onderzijde der bladeren en een grijswitte stam. Men onderscheidt de witte abeel (P. alba) en de bastaard van deze soort met de ratelpopulier, de grauwe abeel (P. canéscens). Beide soorten lijken sterk op elkaar en worden veel aangeplant met name in de kuststreek. Vanuit dergelijke aanplantingen verwilderen zij gemakkelijk en gaan ook andere soorten overwoekeren. Zuiver wild komen zij waarschijnlijk vrijwel niet in Zeeland voor. | |||
==Auteur== | |||
-A.M.M. van Haperen | |||
[[Category:Flora]] | |||
Versie van 18 jan 2024 09:44
Populier |
---|
Populier (Pópulus)
Geslacht van bomen, waarvan in Zeeland diverse soorten en bastaarden voorkomen. Het meest algemeen is de Canadese populier (P. canadénsis), een bastaard van de inlandse P. nígra (zwarte populier) en de uit Noord-Amerika afkomstige P. deltoídes (Amerikaanse populier). Bovenstaande bomen lijken sterk op elkaar, zij groeien snel en vooral de Canadese populier wordt veel aangeplant langs wegen en dijken en plaatselijk ook in bossen. Zij worden aangeduid met de volgende volksnamen: gauw grôôt (W., Z.B., N.B.) en vroeg groot (W., Z.B., Sch.). De inheemse zwarte populier komt in Zeeland in het wild waarschijnlijk niet (meer?) voor. De cultuurvariëteit 'Itálica', Italiaanse populier, wordt veelvuldig aangeplant in windsingels vooral rond boomgaarden. Van deze cultuurvariëteit zijn alleen mannelijke exemplaren bekend en deze worden gekenmerkt door de rechtopstaande takken, die deze bomen een cypresachtie uiterlijk geven. Volksnamen voor deze boom zijn: kaerspoppeliere (Z. B., Z.Vl.), kattestaert (W., Z.B.) en schieter (W., Z.B., Th.). Een tweede inheemse soort is de ratelpopulier (P. trémula). Deze wordt gekenmerkt door kleinere meer fijngetande bladeren dan de vorige soorten. Men vindt haar vooral op zandige en venige grond, waar ze ook vaak aangeplant is. In Zeeland komt zij vrijwel uitsluitend voor in de duinen en het zandgebied van Zeeuws-Vlaanderen. Hier is deze soort vrij algemeen. Tot slot moet ook de *abeel genoemd worden; volksnamen: zilverpopulier (Z.Vl.) en blikkenboom (Z.Vl.). Deze onderscheidt zich van de vorige soorten door de wit- of grijsviltige onderzijde der bladeren en een grijswitte stam. Men onderscheidt de witte abeel (P. alba) en de bastaard van deze soort met de ratelpopulier, de grauwe abeel (P. canéscens). Beide soorten lijken sterk op elkaar en worden veel aangeplant met name in de kuststreek. Vanuit dergelijke aanplantingen verwilderen zij gemakkelijk en gaan ook andere soorten overwoekeren. Zuiver wild komen zij waarschijnlijk vrijwel niet in Zeeland voor.
Auteur
-A.M.M. van Haperen