Zaagbekken: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
'''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984''' | '''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984''' | ||
[[Duikeenden]] met slanke getande snavel en kuifje op de kop. De middelste zaagbek (Mérgus serrátor) is een algemene doortrekker en wintergast van vooral brakke en zoute wateren. Talrijk op de Grevelingen en het Veerse Meer. De grote zaagbek ( | [[Duikeenden]] met slanke getande snavel en kuifje op de kop. De middelste zaagbek (Mérgus serrátor) is een algemene doortrekker en wintergast van vooral brakke en zoute wateren. Talrijk op de Grevelingen en het Veerse Meer. De grote zaagbek (Mérgus mergánser) is wintergast in klein aantal, voor al van zoete binnenwateren; bij strenge vorst in groter aantal, dan ook op brakke en zoute wateren. Het nonnetje (Mérgus albéllus) is een kleine zaagbek. Wintergast in klein aantal, vrijwel uitsluitend op zoete en brakke binnenwateren; bij aanhoudende vorst in groter aantal. | ||
Versie van 25 okt 2023 07:34
Zaagbekken |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Duikeenden met slanke getande snavel en kuifje op de kop. De middelste zaagbek (Mérgus serrátor) is een algemene doortrekker en wintergast van vooral brakke en zoute wateren. Talrijk op de Grevelingen en het Veerse Meer. De grote zaagbek (Mérgus mergánser) is wintergast in klein aantal, voor al van zoete binnenwateren; bij strenge vorst in groter aantal, dan ook op brakke en zoute wateren. Het nonnetje (Mérgus albéllus) is een kleine zaagbek. Wintergast in klein aantal, vrijwel uitsluitend op zoete en brakke binnenwateren; bij aanhoudende vorst in groter aantal.