Pieter Manteau van Dalem: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
| naam = Pieter Manteau van Dalem | | naam = Pieter Manteau van Dalem | ||
| onderschrift = tekst | | onderschrift = tekst | ||
| geboortedatum = 30 april 1607 | | geboortedatum = [[30 april]] [[1607]] | ||
| geboorteplaats = Poortvliet | | geboorteplaats = Poortvliet | ||
| overlijdensdatum = 17 april 1688 | | overlijdensdatum = [[17 april]] [[1688]] | ||
| overlijdensplaats = Sluis | | overlijdensplaats = Sluis | ||
| beroep = Landmeter, ingenieur en fortificatiemeester | | beroep = Landmeter, ingenieur en fortificatiemeester |
Versie van 10 aug 2020 07:56
Pieter Manteau van Dalem | |
---|---|
300px tekst | |
Geboren | 30 april 1607 Poortvliet |
Overleden | 17 april 1688 Sluis |
Beroep | Landmeter, ingenieur en fortificatiemeester |
VIAF | Pieter Manteau van Dalem |
Werd in 1626 benoemd tot landmeter van Zeeland, in juli 1636 door de Raad van State tot ingenieur of fortificatiemeester. In 1645 vertrok hij naar Engeland, waar hij vermoedelijk als zovele Nederlandse ingenieurs in dienst trad van Cromwell. In 1647 keerde hij terug en werd in de stadsregering van Tholen gekozen. In 1656 verhuisde hij naar Sluis, waar hij eerst secretaris en in 1673 schepen van het Vrije van Sluis werd. Ook werd hem weer commissie als ingenieur of fortificatiemeester verleend. In die functie werkte hij aan de zeeweringen. Het Manteaupoldertje onder IJzendijke is naar hem genoemd. Hij publiceerde een 'Tractaet in Materie van Zeewercken ende Dijckagie, Tot verbeteringhe van de Sasse-vaart, Ende vermeerderinghe van de natuyrlijcke Sterckte van de Stadt van 't Sas, Ende wederlegginghe teghen degenen die met ondraeghlijcke costen schaeden ende interessen quaet werck willen maecken' (13 april 1673). Daarnaast is nog enig stichtelijk werk van hem bekend.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
L. Hageman
Literatuur
- Nagtglas, Levensberichten. Navorscher I (1900), 228-231. Abkoude, Naamregister I, 3. N.N.B.W. IX.