Samuel Boeije: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/ ] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/ ] | ||
}} | }} | ||
== Biografie == | == Biografie == | ||
Samuel Boeije was raadslid en schepen te Zierikzee en werd als zodanig in 1787 met Albertus van der Schatte en Francois Breekpot ter Statenvergadering te Middelburg afgevaardigd. Toen zij echter op 30 juni te Veere aankwamen -de vergadering zou op 2 juli moeten plaats hebben- vernamen zij van het te Middelburg uitgebroken anti-patriottische oproer. Na tevergeefs om een vrijgeleide verzocht te hebben -hun bode werd de toegang tot de stad ontzegd- besloten zij naar Zierikzee terug te keren, doch dit werd hen door Oranje-gezinden van Veere verhinderd. Niettemin slaagden zij er in Zierikzee te bereiken maar vluchtten naar Antwerpen toen eind 1787 de orangistische machtsovername ook te Zierikzee zijn beslag kreeg. In 1788 werd hij wederom in het stadsbestuur gekozen -hij was na zijn vlucht uit al zijn ambten ontzet- doch hij bedankte. Eerst na de Omwenteling van 1795 aanvaardde hij weer een openbaar ambt. In 1801 werd hij door het Staatsbewind van de Bataafsche Republiek in de commissie van bestuur van Zeeland benoemd. | Samuel Boeije was raadslid en schepen te Zierikzee en werd als zodanig in 1787 met Albertus van der Schatte en Francois Breekpot ter Statenvergadering te Middelburg afgevaardigd. Toen zij echter op 30 juni te Veere aankwamen -de vergadering zou op 2 juli moeten plaats hebben- vernamen zij van het te Middelburg uitgebroken anti-patriottische oproer. Na tevergeefs om een vrijgeleide verzocht te hebben -hun bode werd de toegang tot de stad ontzegd- besloten zij naar Zierikzee terug te keren, doch dit werd hen door Oranje-gezinden van Veere verhinderd. Niettemin slaagden zij er in Zierikzee te bereiken maar vluchtten naar Antwerpen toen eind 1787 de orangistische machtsovername ook te Zierikzee zijn beslag kreeg. In 1788 werd hij wederom in het stadsbestuur gekozen -hij was na zijn vlucht uit al zijn ambten ontzet- doch hij bedankte. Eerst na de Omwenteling van 1795 aanvaardde hij weer een openbaar ambt. In 1801 werd hij door het Staatsbewind van de Bataafsche Republiek in de commissie van bestuur van Zeeland benoemd. | ||
== Functies == | |||
* raadslid 1779-1788 | |||
* schepen 1779-1788 | |||
* landrechter van Schouwen 1776 | |||
* pensionaris honorair 1777-1779 | |||
* commissaris van de Slavenbeurs 1778-1780, 1786-1788 | |||
* commissaris van de Posterij 1779-1785, 1791-1798 | |||
* secretaris van de weeskamer 1782-1798 | |||
* president stadsraad 1795-1796 | |||
* lid comité defensie Zeeland 1795 | |||
* leenman Zeeland beoosten Schelde 1796-1797 | |||
* lid commissie van bestuur over Zeeland 1801 | |||
* lid departementaal bestuur van Zeeland 1805-1807 | |||
* Assessor bij de landdrost van Zeeland 1807-1809 | |||
== Auteur == | == Auteur == |
Versie van 3 mrt 2017 11:29
Samuel Boeije | |
---|---|
Samuel Boeije geschilderd door Henry Dufour, Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, 0073, bron: Tijdschriftenbank Zeeland | |
Geboren | 1 juli 1757 Zierikzee |
Overleden | 31 juli 1819 Antwerpen |
Beroep | magistraat |
VIAF | [1] |
Biografie
Samuel Boeije was raadslid en schepen te Zierikzee en werd als zodanig in 1787 met Albertus van der Schatte en Francois Breekpot ter Statenvergadering te Middelburg afgevaardigd. Toen zij echter op 30 juni te Veere aankwamen -de vergadering zou op 2 juli moeten plaats hebben- vernamen zij van het te Middelburg uitgebroken anti-patriottische oproer. Na tevergeefs om een vrijgeleide verzocht te hebben -hun bode werd de toegang tot de stad ontzegd- besloten zij naar Zierikzee terug te keren, doch dit werd hen door Oranje-gezinden van Veere verhinderd. Niettemin slaagden zij er in Zierikzee te bereiken maar vluchtten naar Antwerpen toen eind 1787 de orangistische machtsovername ook te Zierikzee zijn beslag kreeg. In 1788 werd hij wederom in het stadsbestuur gekozen -hij was na zijn vlucht uit al zijn ambten ontzet- doch hij bedankte. Eerst na de Omwenteling van 1795 aanvaardde hij weer een openbaar ambt. In 1801 werd hij door het Staatsbewind van de Bataafsche Republiek in de commissie van bestuur van Zeeland benoemd.
Functies
- raadslid 1779-1788
- schepen 1779-1788
- landrechter van Schouwen 1776
- pensionaris honorair 1777-1779
- commissaris van de Slavenbeurs 1778-1780, 1786-1788
- commissaris van de Posterij 1779-1785, 1791-1798
- secretaris van de weeskamer 1782-1798
- president stadsraad 1795-1796
- lid comité defensie Zeeland 1795
- leenman Zeeland beoosten Schelde 1796-1797
- lid commissie van bestuur over Zeeland 1801
- lid departementaal bestuur van Zeeland 1805-1807
- Assessor bij de landdrost van Zeeland 1807-1809
Auteur
-P. v.d. Veen
Literatuur
-Van der Aa, Biographisch woordenboek.
-Harthoorn, Honderd Zeeuwse families.
-Wagenaar (vervolg) XVIII, 381-398.