Samuel Boeije
Samuel Boeije | |
---|---|
Samuel Boeije geschilderd door Henry Dufour, Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, 0073, bron: Tijdschriftenbank Zeeland | |
Geboren | 1 juli 1757 Zierikzee |
Overleden | 31 juli 1819 Antwerpen |
Beroep | magistraat |
VIAF | S. Boeije |
Biografie
Samuel Boeije was raadslid en schepen te Zierikzee en werd als zodanig in 1787 met Albertus van der Schatte en Francois Breekpot ter Statenvergadering te Middelburg afgevaardigd. Toen zij echter op 30 juni te Veere aankwamen -de vergadering zou op 2 juli moeten plaats hebben- vernamen zij van het te Middelburg uitgebroken anti-patriottische oproer. Na tevergeefs om een vrijgeleide verzocht te hebben -hun bode werd de toegang tot de stad ontzegd- besloten zij naar Zierikzee terug te keren, doch dit werd hen door Oranje-gezinden van Veere verhinderd. Niettemin slaagden zij er in Zierikzee te bereiken maar vluchtten naar Antwerpen toen eind 1787 de orangistische machtsovername ook te Zierikzee zijn beslag kreeg. In 1788 werd hij wederom in het stadsbestuur gekozen -hij was na zijn vlucht uit al zijn ambten ontzet- doch hij bedankte. Eerst na de Omwenteling van 1795 aanvaardde hij weer een openbaar ambt. In 1801 werd hij door het Staatsbewind van de Bataafsche Republiek in de commissie van bestuur van Zeeland benoemd.
Functies
- raadslid
- 1779-1788
- schepen
- 1779-1788
- landrechter van Schouwen
- 1776
- pensionaris honorair
- 1777-1779
- commissaris van de Slavenbeurs
- 1778-1780, 1786-1788
- commissaris van de Posterij
- 1779-1785, 1791-1798
- secretaris van de weeskamer
- 1782-1798
- president stadsraad
- 1795-1796
- lid comité defensie Zeeland
- 1795
- leenman Zeeland beoosten Schelde
- 1796-1797
- lid commissie van bestuur over Zeeland
- 1801
- lid departementaal bestuur van Zeeland
- 1805-1807
- Assessor bij de landdrost van Zeeland
- 1807-1809
Auteur
-P. v.d. Veen, herz. J. Francke, 2017
Literatuur
- Van der Aa, Biographisch woordenboek.
- Harthoorn, Honderd Zeeuwse families.
- P.D. de Vos, De vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795 (Middelburg, 1931) 724-727.
- Wagenaar (vervolg) XVIII, 381-398.