Jacobus Bellamy: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
== Levensloop == | == Levensloop == | ||
[[Bestand:Bellamy_vinkeles.jpg|thumb|right|250px|Jacobus Bellam door Rein Vinkeles, bron: [http://dbnl.nl/auteurs/auteur.php?id=bell002 dbnl.nl]] | [[Bestand:Bellamy_vinkeles.jpg|thumb|right|250px|Jacobus Bellam door Rein Vinkeles, bron: [http://dbnl.nl/auteurs/auteur.php?id=bell002 dbnl.nl]]] | ||
Toen hij in 1782 naar de universiteit van Utrecht vertrok had hij al naam gemaakt als dichter, sinds 1779 ook van rijmloze gedichten, waaronder verscheidene op Zeeuwse personen en gebeurtenissen, naast vele waaruit zijn patriottische gezindheid bleek (`Aan de Vaderlandsche jongelingen'). Nog in het eerste jaar van zijn komst in Utrecht verscheen (onder het pseudoniem Zelandus) zijn eerste bundel 'Gezangen mijner jeugd' (1782), onmiddellijk gevolgd door de Vaderlandsche gezangen van Zelandus (1782-1783), die ook om hun patriottische strekking de jonge dichter algemeen bekend maakten. Hij droeg ze op aan zijn geboortestad. Een deel ervan is gewijd aan zijn Vlissingse geliefde [[Fransje Baane]] (Fillis). In 1784 gaf hij met zijn Utrechtse vrienden een kritisch tijdschrift uit `De Poëtische Spectator' en de verzamelbundel 'Proeven voor het verstand, den smaak en het hart', waarin van Bellamy het romantische verhaal Roosje', dat heel lang tot de populairste gedichten van onze letterkunde heeft behoord. | Toen hij in 1782 naar de universiteit van Utrecht vertrok had hij al naam gemaakt als dichter, sinds 1779 ook van rijmloze gedichten, waaronder verscheidene op Zeeuwse personen en gebeurtenissen, naast vele waaruit zijn patriottische gezindheid bleek (`Aan de Vaderlandsche jongelingen'). Nog in het eerste jaar van zijn komst in Utrecht verscheen (onder het pseudoniem Zelandus) zijn eerste bundel 'Gezangen mijner jeugd' (1782), onmiddellijk gevolgd door de Vaderlandsche gezangen van Zelandus (1782-1783), die ook om hun patriottische strekking de jonge dichter algemeen bekend maakten. Hij droeg ze op aan zijn geboortestad. Een deel ervan is gewijd aan zijn Vlissingse geliefde [[Fransje Baane]] (Fillis). In 1784 gaf hij met zijn Utrechtse vrienden een kritisch tijdschrift uit `De Poëtische Spectator' en de verzamelbundel 'Proeven voor het verstand, den smaak en het hart', waarin van Bellamy het romantische verhaal Roosje', dat heel lang tot de populairste gedichten van onze letterkunde heeft behoord. | ||
Versie van 24 jul 2015 14:22
Jacobus Bellamy | |
---|---|
Kopergravure van Jacobus Bellamy, collectie KZGW, ZI IV, 210. | |
Geboren | 12 november 1757 Vlissingen |
Overleden | 11 maart 1786 Utrecht |
Beroep | dichter |
VIAF | [1] |
Jeugd
Toen Jacobus vier jaar was stierf zijn vader. Op twaalfjarige leeftijd moest hij al gaan werken als bakkersknecht. Hij begon te dichten op veertienjarige leeftijd en werd door bemiddeling van Ds. J.W. te Water en enkele Vlissingse regenten in staat gesteld zich voor te bereiden op de studie van predikant.
Levensloop
Toen hij in 1782 naar de universiteit van Utrecht vertrok had hij al naam gemaakt als dichter, sinds 1779 ook van rijmloze gedichten, waaronder verscheidene op Zeeuwse personen en gebeurtenissen, naast vele waaruit zijn patriottische gezindheid bleek (`Aan de Vaderlandsche jongelingen'). Nog in het eerste jaar van zijn komst in Utrecht verscheen (onder het pseudoniem Zelandus) zijn eerste bundel 'Gezangen mijner jeugd' (1782), onmiddellijk gevolgd door de Vaderlandsche gezangen van Zelandus (1782-1783), die ook om hun patriottische strekking de jonge dichter algemeen bekend maakten. Hij droeg ze op aan zijn geboortestad. Een deel ervan is gewijd aan zijn Vlissingse geliefde Fransje Baane (Fillis). In 1784 gaf hij met zijn Utrechtse vrienden een kritisch tijdschrift uit `De Poëtische Spectator' en de verzamelbundel 'Proeven voor het verstand, den smaak en het hart', waarin van Bellamy het romantische verhaal Roosje', dat heel lang tot de populairste gedichten van onze letterkunde heeft behoord.
Prestaties
De eerste uitgave van zijn verzamelde gedichten verscheen in 1816, een tweede in 1826. Zijn streven was de poëzie te verlossen van haar onnatuur en te breken met de plechtstatigheid van het klassicisme.
Geselecteerde bibliografie
- Gezangen mijner jeugd (Amsteldam, 1782)
- Aan de ingezetenen van Walcheren (Vlissingen, 1782)
- Aan mijnen vriend François van Cappelle zich in den echt verënigende met mejuffrouwe J.E. Rochussen Jongerheld den 3 van zomermaand 1782 (S.l., 1782)
- Gezangen van J. Bellamy (Amsteldam, 1785)
- Vaderlandsche gezangen van Zelandus (Amsteldam, 1785)
- Vervolg der vaderlandsche gezangen van Zelandus (Amsteldam, 1785)
- Jeugdige en nagelaten gedichten (Haarlem, 1807)
- Proeven voor het verstand, den smaak en hart (Rotterdam, 1825)
- Roosje: eene vertelling (Leiden, 1990)
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
-P.J. Meertens
Literatuur
-Nagtglas, Levensberichten.
-Hasebroek, Een dichter-album.
-Hoeksma, Bellamy.
-Nijland, Bellamy.
-Jacobus Bellamy (Documentatiemap, (Middelburg: Zeeuwse Bibliotheek, 2007).