Hendrika Catharina Maria Ghijsen: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{InfoboxPersoon | {{InfoboxPersoon | ||
| afbeelding = [[Bestand:.jpg|250px]] | | afbeelding = [[Bestand:ghijsen_portret.jpg|250px]] | ||
| naam = Hendrika Catharina Maria Ghijsen; Rika Ghijsen | | naam = Hendrika Catharina Maria Ghijsen; Rika Ghijsen | ||
| onderschrift = | | onderschrift = Portret van Rika Ghijsen, circa 1975. | ||
| geboortedatum = [[22 november]] [[1884]] | | geboortedatum = [[22 november]] [[1884]] | ||
| geboorteplaats = Middelburg | | geboorteplaats = Middelburg | ||
Regel 12: | Regel 12: | ||
== Studie == | == Studie == | ||
[[Bestand:ghijsen_.jpg|thumb|left|300px|Ghijsen (midden) samen met haar paranimfen na haar promotie op haar kamer, 8 juli 1919, foto, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 120798]] | |||
De vader van Hendrika Catharina Maria Ghijsen werkt bij de aanleg van de spoorbaan. Hij woonde te Middelburg en Domburg en Rika Ghijsen zou –op enkele korte uitstapjes na- haar leven lang in de huizen in de Gortstraat in Middelburg en aan de Weststraat 11 in Domburg blijven wonen. In 1905 ging Ghijsen studeren in Leiden, waar zij onder andere aan toneel deed en lid werd van de VVSL, de vereniging voor vrouwelijke studenten te Leiden. In 1913 deed zij haar doctoraal in Nederlands en Geschiedenis. Na in de oorlogsjaren samen met onder andere Mr. Anne Bolle in Middelburg hulp verleend te hebben aan de Belgische vluchtelingen keerde ze naar Leiden terug. In 1919 promoveerde zij op de dissertatie: Betje Wolff, jeugd en huwelijksjaren. In 1954 zou nog een tweede biografie van haar hand verschijnen over de Vlissingse schrijfsters Wolff en Deken. Ze wijdde zich aan wetenschappelijk werk, dat vooral op Betje Wolff en Aagje Deken en op Zeeuwse dialectologie betrekking heeft. | De vader van Hendrika Catharina Maria Ghijsen werkt bij de aanleg van de spoorbaan. Hij woonde te Middelburg en Domburg en Rika Ghijsen zou –op enkele korte uitstapjes na- haar leven lang in de huizen in de Gortstraat in Middelburg en aan de Weststraat 11 in Domburg blijven wonen. In 1905 ging Ghijsen studeren in Leiden, waar zij onder andere aan toneel deed en lid werd van de VVSL, de vereniging voor vrouwelijke studenten te Leiden. In 1913 deed zij haar doctoraal in Nederlands en Geschiedenis. Na in de oorlogsjaren samen met onder andere Mr. Anne Bolle in Middelburg hulp verleend te hebben aan de Belgische vluchtelingen keerde ze naar Leiden terug. In 1919 promoveerde zij op de dissertatie: Betje Wolff, jeugd en huwelijksjaren. In 1954 zou nog een tweede biografie van haar hand verschijnen over de Vlissingse schrijfsters Wolff en Deken. Ze wijdde zich aan wetenschappelijk werk, dat vooral op Betje Wolff en Aagje Deken en op Zeeuwse dialectologie betrekking heeft. | ||
== Woordenboek der Zeeuwse dialecten en verenigingswerk == | == Woordenboek der Zeeuwse dialecten en verenigingswerk == | ||
Toen in 1928 de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek werd opgericht werd ze daarvan al spoedig secretaresse en nam eerst de inzameling, vervolgens ook de bewerking van het materiaal op zich, daarbij zeer gesteund door mej. K. van de Putte. Daaruit ontstond het ‘Woordenboek der Zeeuwse dialecten’(1959-1964). Voortzetting van het onderzoek naar het Zeeuwse dialect vond daarna plaats via het Bulletin van de Werkgroep Historie en Archeologie van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Zij had een werkzaam aandeel aan het muziek- en verenigingsleven in Domburg en Middelburg. Van haar hand verscheen een aantal publicaties over muziekleven in Middelburg en de concertzaal. | Toen in 1928 de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek werd opgericht werd ze daarvan al spoedig secretaresse en nam eerst de inzameling, vervolgens ook de bewerking van het materiaal op zich, daarbij zeer gesteund door mej. K. van de Putte. Daaruit ontstond het ‘Woordenboek der Zeeuwse dialecten’(1959-1964). Voortzetting van het onderzoek naar het Zeeuwse dialect vond daarna plaats via het Bulletin van de Werkgroep Historie en Archeologie van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Zij had een werkzaam aandeel aan het muziek- en verenigingsleven in Domburg en Middelburg. Van haar hand verscheen een aantal publicaties over muziekleven in Middelburg en de concertzaal. | ||
Na haar overlijden verscheen 'Hendrika Catharina Ghijsen 1884-1976: Herinneringen', autobiografische aantekeningen. Voor een opgave van haar werken zie bibliografie. | Na haar overlijden verscheen 'Hendrika Catharina Ghijsen 1884-1976: Herinneringen', autobiografische aantekeningen. Voor een opgave van haar werken zie bibliografie. | ||
== Bibliografie == | |||
* | |||
== Laureaten == | == Laureaten == |
Versie van 18 jun 2015 10:55
Hendrika Catharina Maria Ghijsen | |
---|---|
Portret van Rika Ghijsen, circa 1975. | |
Geboren | 22 november 1884 Middelburg |
Overleden | 25 maart 1976 Middelburg |
Beroep | taalkundige en literatuur-historica |
VIAF | [1] |
Studie
De vader van Hendrika Catharina Maria Ghijsen werkt bij de aanleg van de spoorbaan. Hij woonde te Middelburg en Domburg en Rika Ghijsen zou –op enkele korte uitstapjes na- haar leven lang in de huizen in de Gortstraat in Middelburg en aan de Weststraat 11 in Domburg blijven wonen. In 1905 ging Ghijsen studeren in Leiden, waar zij onder andere aan toneel deed en lid werd van de VVSL, de vereniging voor vrouwelijke studenten te Leiden. In 1913 deed zij haar doctoraal in Nederlands en Geschiedenis. Na in de oorlogsjaren samen met onder andere Mr. Anne Bolle in Middelburg hulp verleend te hebben aan de Belgische vluchtelingen keerde ze naar Leiden terug. In 1919 promoveerde zij op de dissertatie: Betje Wolff, jeugd en huwelijksjaren. In 1954 zou nog een tweede biografie van haar hand verschijnen over de Vlissingse schrijfsters Wolff en Deken. Ze wijdde zich aan wetenschappelijk werk, dat vooral op Betje Wolff en Aagje Deken en op Zeeuwse dialectologie betrekking heeft.
Woordenboek der Zeeuwse dialecten en verenigingswerk
Toen in 1928 de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek werd opgericht werd ze daarvan al spoedig secretaresse en nam eerst de inzameling, vervolgens ook de bewerking van het materiaal op zich, daarbij zeer gesteund door mej. K. van de Putte. Daaruit ontstond het ‘Woordenboek der Zeeuwse dialecten’(1959-1964). Voortzetting van het onderzoek naar het Zeeuwse dialect vond daarna plaats via het Bulletin van de Werkgroep Historie en Archeologie van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Zij had een werkzaam aandeel aan het muziek- en verenigingsleven in Domburg en Middelburg. Van haar hand verscheen een aantal publicaties over muziekleven in Middelburg en de concertzaal. Na haar overlijden verscheen 'Hendrika Catharina Ghijsen 1884-1976: Herinneringen', autobiografische aantekeningen. Voor een opgave van haar werken zie bibliografie.
Bibliografie
Laureaten
- Ridder in de Orde van Oranje Nassau, 9 december 1954
- Zeeuwse culturele prijs, 1957
- Erelid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1964
AUTEUR
P.J. Meertens, herz. J. Francke (2012)
LITERATUUR
-Meertens, Bij het gouden doctoraat van dr. H.C.M. Ghijsen. PZC, 28.6.1969.
-Meertens, Dr. Ghijsen. Zeeuws Tijdschrift 1976.
-'In memoriam Dr. Ghijsen'.
-Lezing door Rika Ghijsen op 19 december 1968 over het Zeeuwse dialect