Daniel Adrianus Poldermans: verschil tussen versies
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| VIAF = [https://viaf.org/viaf/203522086 D.A. Poldermans] | | VIAF = [https://viaf.org/viaf/203522086 D.A. Poldermans] | ||
}} | }} | ||
== | ==Biografie== | ||
Poldermans was onderwijzer te Goes en van 1909 tot 1934 schoolhoofd te 's-Gravenpolder. Hij schreef verdienstelijke dialectschetsen, onder andere in Zuud-Bevelandsch lief en leed (1924) en Langs dieken en wegen (1935). Ook door zijn brieven van Jan de smid van Poeldurp in de Middelburgsche Courant bewees hij de beste Zeeuwse dialectschrijver van zijn tijd te zijn. Verder schreef hij enkele jongensboeken: De katuil (1921), De strandjutter (1922), De avonturen van Jan Kodde (1923), De Schouwsche smokkelaar (1925), die eveneens in Zeeland spelen en vele artikelen in tijdschriften, onder andere over het volksleven in Zuid-Beveland. Een aantal dialectliederen van hem werden door A. Lysen en Jan Morks getoonzet. Ook is hij de dichter van het Zeeuwsch volkslied (1919). Uit het archief van het 's-Gravenpolderse rederijkers gilde gaf hij 'Het spel van de stathouwer medegedeeld' uit bij het [[Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen]]. | Poldermans was onderwijzer te Goes en van 1909 tot 1934 schoolhoofd te 's-Gravenpolder. Hij schreef verdienstelijke dialectschetsen, onder andere in Zuud-Bevelandsch lief en leed (1924) en Langs dieken en wegen (1935). Ook door zijn brieven van Jan de smid van Poeldurp in de Middelburgsche Courant bewees hij de beste Zeeuwse dialectschrijver van zijn tijd te zijn. Verder schreef hij enkele jongensboeken: De katuil (1921), De strandjutter (1922), De avonturen van Jan Kodde (1923), De Schouwsche smokkelaar (1925), die eveneens in Zeeland spelen en vele artikelen in tijdschriften, onder andere over het volksleven in Zuid-Beveland. Een aantal dialectliederen van hem werden door A. Lysen en Jan Morks getoonzet. Ook is hij de dichter van het Zeeuwsch volkslied (1919). Uit het archief van het 's-Gravenpolderse rederijkers gilde gaf hij 'Het spel van de stathouwer medegedeeld' uit bij het [[Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen]]. | ||
Regel 26: | Regel 26: | ||
== Auteur == | == Auteur == | ||
P.J. Meertens | |||
== Literatuur == | == Literatuur == |
Huidige versie van 12 apr 2021 om 07:44
Daniel Adrianus Poldermans | |
---|---|
Daniël Adrianus Poldermans, dichter van het Zeeuwsche Volkslied met viool, fotograaf onbekend, ca. 1897. | |
Geboren | 30 augustus 1877 Ellemeet |
Overleden | 14 april 1939 's-Gravenpolder |
Beroep | onderwijzer en schrijver |
VIAF | D.A. Poldermans |
Biografie
Poldermans was onderwijzer te Goes en van 1909 tot 1934 schoolhoofd te 's-Gravenpolder. Hij schreef verdienstelijke dialectschetsen, onder andere in Zuud-Bevelandsch lief en leed (1924) en Langs dieken en wegen (1935). Ook door zijn brieven van Jan de smid van Poeldurp in de Middelburgsche Courant bewees hij de beste Zeeuwse dialectschrijver van zijn tijd te zijn. Verder schreef hij enkele jongensboeken: De katuil (1921), De strandjutter (1922), De avonturen van Jan Kodde (1923), De Schouwsche smokkelaar (1925), die eveneens in Zeeland spelen en vele artikelen in tijdschriften, onder andere over het volksleven in Zuid-Beveland. Een aantal dialectliederen van hem werden door A. Lysen en Jan Morks getoonzet. Ook is hij de dichter van het Zeeuwsch volkslied (1919). Uit het archief van het 's-Gravenpolderse rederijkers gilde gaf hij 'Het spel van de stathouwer medegedeeld' uit bij het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.
Bibliografie
- De katuil (1921)
- De strandjutter (1922)
- De avonturen van Jan Kodde (1923)
- Zuud-Bevelandsch lief en leed (1924)
- De Schouwsche smokkelaar (1925)
- 'Het spel van de stathouwer medegedeeld', in: Archief (1930) 1-118.
- Langs dieken en wegen (1935)
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
P.J. Meertens
Literatuur
- Meertens, D.A. Poldermans