Bolleketten: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 8: Regel 8:
== Auteur ==
== Auteur ==
-P.J. Meertens, herz. J. Dekker (2012)
-P.J. Meertens, herz. J. Dekker (2012)


== Bronnen ==
== Bronnen ==
Regel 15: Regel 14:
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1363562 Ghijsen, H.C.M., (red.), ''Woordenboek der Zeeuwse dialecten ''(Krabbendijke, 1998) 121-122.]  
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1363562 Ghijsen, H.C.M., (red.), ''Woordenboek der Zeeuwse dialecten ''(Krabbendijke, 1998) 121-122.]  


[[category:Kunst & cultuur]]
[[category:volkskunde]]
[[category:volkskunde]]

Huidige versie van 7 nov 2024 om 08:12

Bolleketten
Vlaamse woordgrapje over het bolleketten, in: de Zeeuw, 10 maart 1914, pag. 3, bron: Krantenbank Zeeland
17de-eeuwse stenen bolleket, in 2002 gevonden te Middelburg

Knikkerspel waarbij iedere deelnemer de beschikking had over een grote knikker (bolleket, bonk of stuiter). Het werd door twee of meer spelers al lopend gespeeld. Een speler gooit zijn bolleket enkele meters vooruit. De anderen proberen deze met hun bolleket te raken door deze te gooien of te schieten langs de grond. De winnaar kreeg een knikker of een andere prijs. Kleine kinderen speelden om knopen, stukjes griffel of stukjes pijpensteel. Op Walcheren werd het spel in de straatgoten gespeeld. De schooljeugd speelde het spel gewoonlijk in het najaar, dikwijls ook op weg van en naar school. Bolleketten (diameter 3-5 cm) zijn meestal van gebakken klei met een laagje glazuur.

Auteur

-P.J. Meertens, herz. J. Dekker (2012)

Bronnen

-Fraanje, K. e.a., V. de Tier (eindred.), Koekoek schietebroek; kinderspelen in Zeeland (Biervliet, 2005) 104.

-Ghijsen, H.C.M., (red.), Woordenboek der Zeeuwse dialecten (Krabbendijke, 1998) 121-122.