Vlaamse Keet: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(3 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Vlaamse keet | | above = Vlaamse keet | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:vlaamsekeet_SHBO.jpg|left|thumb|300px]] [[Bestand:vlaamsekeet_Smallegange.jpg|right|300px|thumb|De laatste Vlaamse keet, die van de Vijverhof aan de Provinciale weg 1 te Cadzand, vanaf twee zijden gezien, in: P. van Cruyningen, Van aardappelkelder tot zaadzolder. Zeeuwse boerderijen sinds de Middeleeuwen (Middelburg, 2003) 49 (foto links: SHBO-Arnhem) en G. Smallegange, Op’t Hof. Boerderijen en boerenerven in Zeeland (Goes, 2001) 42 (foto rechts: Gerard Smallegange).]] | [[Bestand:vlaamsekeet_SHBO.jpg|left|thumb|300px|Zie beschrijving rechts:]] [[Bestand:vlaamsekeet_Smallegange.jpg|right|300px|thumb|De laatste Vlaamse keet, die van de Vijverhof aan de Provinciale weg 1 te Cadzand, vanaf twee zijden gezien, in: P. van Cruyningen, ''Van aardappelkelder tot zaadzolder. Zeeuwse boerderijen sinds de Middeleeuwen'' (Middelburg, 2003) 49 (foto links: SHBO-Arnhem) en G. Smallegange, ''Op’t Hof. Boerderijen en boerenerven in Zeeland'' (Goes, 2001) 42 (foto rechts: Gerard Smallegange).]] | ||
Onderkomen voor tijdelijke arbeidskrachten in de Zeeuwse landbouw. De Vlaamse keet kwam met name in Zeeuws-Vlaanderen voor en was een losstaand gebouwtje op het boerenerf. | Onderkomen voor tijdelijke arbeidskrachten in de Zeeuwse landbouw. De Vlaamse keet kwam met name in Zeeuws-Vlaanderen voor en was een losstaand gebouwtje op het boerenerf. | ||
== Bouw == | == Bouw == | ||
[[Bestand:vlaamsekeet_cadzand.jpg|200px| | [[Bestand:vlaamsekeet_cadzand.jpg|200px|left|thumb|Vlaamse keet bij Cadzand, bron: www.cadzandgeschiedenis.nl]] | ||
In de Vlaamse keet verbleven enkele maanden lang de Vlaamse arbeiders die van de dichtbevolkte zandgronden aan de andere kant van de landsgrens in de wiedtijd en de oogst in Zeeland kwamen werken. De Vlaamse keten waren kleine bakstenen gebouwtjes met een door pannen gedekt zadeldak. Ze bestonden uit één ruimte met een zoldertje erboven. Er was een deur en een klein raampje, soms zonder ruiten erin maar alleen voorzien van een luik dat opengezet kon worden om licht en lucht toe te laten. Een stookplaats was er niet en de gebouwtjes hadden een aarden vloer. Een ladder leidde naar de zolder. Soms sliepen er zestien arbeiders in. De Vlaamse keten waren minder goed afgewerkt dan de varkenshokken op de Zeeuwse boerderijen. | In de Vlaamse keet verbleven enkele maanden lang de Vlaamse arbeiders die van de dichtbevolkte zandgronden aan de andere kant van de landsgrens in de wiedtijd en de oogst in Zeeland kwamen werken. De Vlaamse keten waren kleine bakstenen gebouwtjes met een door pannen gedekt zadeldak. Ze bestonden uit één ruimte met een zoldertje erboven. Er was een deur en een klein raampje, soms zonder ruiten erin maar alleen voorzien van een luik dat opengezet kon worden om licht en lucht toe te laten. Een stookplaats was er niet en de gebouwtjes hadden een aarden vloer. Een ladder leidde naar de zolder. Soms sliepen er zestien arbeiders in. De Vlaamse keten waren minder goed afgewerkt dan de varkenshokken op de Zeeuwse boerderijen. | ||
Regel 15: | Regel 15: | ||
In het Zeeuws wordt een keet ‘keête’ genoemd, waarbij de eerste klinker overeenkomt met die in woorden eindigend op –eer in het Nederlands. | In het Zeeuws wordt een keet ‘keête’ genoemd, waarbij de eerste klinker overeenkomt met die in woorden eindigend op –eer in het Nederlands. | ||
== | == Auteur== | ||
-Jan Zwemer, 2013 | -Jan Zwemer, 2013 | ||
== | == Literatuur== | ||
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1490364 P. van Cruyningen, Van aardappelkelder tot zaadzolder. Zeeuwse boerderijen sinds de Middeleeuwen (Middelburg, 2003) 49-50.] | -[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1490364 P. van Cruyningen, Van aardappelkelder tot zaadzolder. Zeeuwse boerderijen sinds de Middeleeuwen (Middelburg, 2003) 49-50.] | ||
Huidige versie van 27 sep 2024 om 07:56
Vlaamse keet |
---|
Onderkomen voor tijdelijke arbeidskrachten in de Zeeuwse landbouw. De Vlaamse keet kwam met name in Zeeuws-Vlaanderen voor en was een losstaand gebouwtje op het boerenerf.
Bouw
In de Vlaamse keet verbleven enkele maanden lang de Vlaamse arbeiders die van de dichtbevolkte zandgronden aan de andere kant van de landsgrens in de wiedtijd en de oogst in Zeeland kwamen werken. De Vlaamse keten waren kleine bakstenen gebouwtjes met een door pannen gedekt zadeldak. Ze bestonden uit één ruimte met een zoldertje erboven. Er was een deur en een klein raampje, soms zonder ruiten erin maar alleen voorzien van een luik dat opengezet kon worden om licht en lucht toe te laten. Een stookplaats was er niet en de gebouwtjes hadden een aarden vloer. Een ladder leidde naar de zolder. Soms sliepen er zestien arbeiders in. De Vlaamse keten waren minder goed afgewerkt dan de varkenshokken op de Zeeuwse boerderijen.
Verspreiding
Vlaamse keten kwamen voornamelijk voor in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw in westelijk Zeeuws-Vlaanderen. Daarvan was rond 2000 nog een enkel exemplaar overgebleven, te Cadzand, dat in gebruik was als geitenhok. Ook in het Land van Axel en op Walcheren zijn er met zekerheid Vlaamse keten geweest. Het voorkomen van het begrip Vlaamse keet in het spraakgebruik in Westdorpe, Hulst en Sint-Annaland duidt op een nog wijdere verbreiding. Een Vlaamse keet in de Oranjepolder bij Arnemuiden, gebouwd in 1791, had drie ramen, een schoorsteen met fornuis en een vloer van plavuizen. Vlaamse seizoenarbeiders waren minder nodig sinds in de loop van de achttiende- en negentiende eeuw de plattelandsbevolking in Zeeland toenam, zodat er vanaf een zeker tijdstip geen Vlaamse keten meer werden gebouwd. In het Zeeuws wordt een keet ‘keête’ genoemd, waarbij de eerste klinker overeenkomt met die in woorden eindigend op –eer in het Nederlands.
Auteur
-Jan Zwemer, 2013
Literatuur
-H.C.M. Ghijsen (red.), Woordenboek der Zeeuwse dialecten (Den Haag, 1974) 417.
-G. Smallegange, Op’t Hof. Boerderijen en boerenerven in Zeeland (Goes, 2001) 43.