Walschot: verschil tussen versies
Importing text file |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(4 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Walschot | | above = Walschot | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:Walschot1.jpg|thumb|right|200px|Was, kaars en olie van walschot. Bron: Wikimedia Commons]] | |||
(Spermaceti, omdat men eertijds deze stof voor het sperma van de potvis aanzag). Wasachtige substantie, die bij de [[potvis]] in de holten van het kopweefsel wordt afgescheiden en daar in vloeibare vorm voorkomt. Walschot is heldergeel als het uit de kop komt, maar laat zich tot wit zuiveren en is dan half doorschijnend met een parelmoerachtige glans. Het bestaat hoofdzakelijk uit palmitinezure cetylester en wasalcoholen. In gesmolten toestand is het gemakkelijk met andere vetten te mengen. Daar het aan de lucht niet verharst en een vrij constante viscositeit bezit, wordt het toegepast als smeermiddel van fijne machinerieën of van pompen, die bij lage temperaturen werken. Verder bij het bereiden van zalven en cosmetica. Walcherse boerinnen voegden vroeger kleine hoeveelheden walschot toe aan het stijfsel, waarmee ze hun mutsen opmaakten; die kregen dan een bijzondere glans. | |||
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | |||
{{GoToOriginal}} | |||
= | |||
== Auteur == | |||
-A.Teunis | |||
[[category:Fauna]] | |||
[[category:Kunst & cultuur]] | |||
[[category:volkskunde]] | [[category:volkskunde]] |
Huidige versie van 16 okt 2024 om 09:34
Walschot |
---|
(Spermaceti, omdat men eertijds deze stof voor het sperma van de potvis aanzag). Wasachtige substantie, die bij de potvis in de holten van het kopweefsel wordt afgescheiden en daar in vloeibare vorm voorkomt. Walschot is heldergeel als het uit de kop komt, maar laat zich tot wit zuiveren en is dan half doorschijnend met een parelmoerachtige glans. Het bestaat hoofdzakelijk uit palmitinezure cetylester en wasalcoholen. In gesmolten toestand is het gemakkelijk met andere vetten te mengen. Daar het aan de lucht niet verharst en een vrij constante viscositeit bezit, wordt het toegepast als smeermiddel van fijne machinerieën of van pompen, die bij lage temperaturen werken. Verder bij het bereiden van zalven en cosmetica. Walcherse boerinnen voegden vroeger kleine hoeveelheden walschot toe aan het stijfsel, waarmee ze hun mutsen opmaakten; die kregen dan een bijzondere glans.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
-A.Teunis