Bert Altena: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
 
(2 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 6: Regel 6:
| geboorteplaats = Koudekerke
| geboorteplaats = Koudekerke
| overlijdensdatum = [[3 oktober]] [[2018]]
| overlijdensdatum = [[3 oktober]] [[2018]]
| overlijdensplaats = Driehuis (Denthe)
| overlijdensplaats = Driehuis (Drenthe)
| beroep = hoogleraar sociale geschiedenis
| beroep = hoogleraar sociale geschiedenis
| VIAF = [https://viaf.org/viaf/51928533 L.J. Altena]
| VIAF = [https://viaf.org/viaf/51928533 L.J. Altena]
}}
}}
== Leven en werk ==
== Leven en werk ==
Altena was de zoon van ds. Altena die in Zoutelande en Koudekerke preekte.  
Altena was de zoon van [[L.J. Altena|ds. Altena]] die in Zoutelande en Koudekerke preekte.  
Na zijn afstuderen aan de afdeling Geschiedenis van de Vrije Universiteit in Amsterdam begon Altena in 1978 als medewerker bij de International Review of Social History. Bert begon bij het tijdschrift van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) als vervanger van de zieke Frits Kool. Zo werd een voormalige radencommunist opgevolgd door een anarchist. Het IISG met zijn omvangrijke bronnen van en over de libertaire bewegingen werd voor Bert een vaste plek voor de rest van zijn leven, in letterlijke en intellectuele zin. Hij bleef tot en met 1983 voor de Review werken. Hij verzorgde hier onder meer de Bibliography, wat deels zijn enorme kennis van de moderne literatuur over de sociale geschiedenis verklaart.
Na zijn afstuderen aan de afdeling Geschiedenis van de Vrije Universiteit in Amsterdam begon Altena in 1978 als medewerker bij de International Review of Social History. Bert begon bij het tijdschrift van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) als vervanger van de zieke Frits Kool. Zo werd een voormalige radencommunist opgevolgd door een anarchist. Het IISG met zijn omvangrijke bronnen van en over de libertaire bewegingen werd voor Bert een vaste plek voor de rest van zijn leven, in letterlijke en intellectuele zin. Hij bleef tot en met 1983 voor de Review werken. Hij verzorgde hier onder meer de Bibliography, wat deels zijn enorme kennis van de moderne literatuur over de sociale geschiedenis verklaart.
Na het IISG schreef hij zijn in 1989 verschenen proefschrift 'Een broeinest der anarchie': arbeiders, arbeidersbeweging en maatschappelijke ontwikkeling: Vlissingen 1875-1929 (1940), over de Vlissingse arbeidersbeweging op met name de Schelde. Met zijn promotor Horst Lademacher deelde hij een verleden van een baan bij het IISG. Met zijn copromotor van Deursen deelde hij de protestantse afkomst. En hoewel de domineeszoon Bert zich van het geloof had afgekeerd, stond hij op goede voet met de VU-hoogleraar. Bert noemde deze twee historici, samen met Jacques Giele als de mensen die voor zijn ontwikkeling van groot belang zijn geweest. Hij werd wetenschappelijk medewerker aan de Erasmus Universiteit.  
Na het IISG schreef hij zijn in 1989 verschenen proefschrift 'Een broeinest der anarchie': arbeiders, arbeidersbeweging en maatschappelijke ontwikkeling: Vlissingen 1875-1929 (1940), over de Vlissingse arbeidersbeweging op met name de Schelde. Met zijn promotor Horst Lademacher deelde hij een verleden van een baan bij het IISG. Met zijn copromotor van Deursen deelde hij de protestantse afkomst. En hoewel de domineeszoon Bert zich van het geloof had afgekeerd, stond hij op goede voet met de VU-hoogleraar. Bert noemde deze twee historici, samen met Jacques Giele als de mensen die voor zijn ontwikkeling van groot belang zijn geweest. Hij werd wetenschappelijk medewerker aan de Erasmus Universiteit.  
Regel 17: Regel 17:
Tientallen jaren werd het eerstejaarsonderwijs van de Geschiedenisopleiding aan de Erasmus Universiteit geopend met een cursus die in de loop der jaren verschillende namen had, maar neerkwam op een inleiding in de Westerse geschiedenis vanaf 1750. Deze cursus werd gegeven door Dick van Lente en Bert Altena. Zij schreven daarvoor zelf een handboek dat in 2003 uitkwam: Vrijheid en Rede (zie bibliografie), omdat zij de economische, politieke en culturele aspecten van de geschiedenis geïntegreerd wilden benaderen. In 1997 en 1998 kon Altena hieraan werken als Fellow op het IISG. Voor dit werk was hij geregeld in de studiezaal van het IISG, vrijwel bedolven onder de vele tientallen boeken die hij hiervoor raadpleegde.
Tientallen jaren werd het eerstejaarsonderwijs van de Geschiedenisopleiding aan de Erasmus Universiteit geopend met een cursus die in de loop der jaren verschillende namen had, maar neerkwam op een inleiding in de Westerse geschiedenis vanaf 1750. Deze cursus werd gegeven door Dick van Lente en Bert Altena. Zij schreven daarvoor zelf een handboek dat in 2003 uitkwam: Vrijheid en Rede (zie bibliografie), omdat zij de economische, politieke en culturele aspecten van de geschiedenis geïntegreerd wilden benaderen. In 1997 en 1998 kon Altena hieraan werken als Fellow op het IISG. Voor dit werk was hij geregeld in de studiezaal van het IISG, vrijwel bedolven onder de vele tientallen boeken die hij hiervoor raadpleegde.


Het contact met het IISG was intensief omdat Altena vanaf 1986 secretaris van het Domela Nieuwenhuis Fonds was. Samen met Rudolf de Jong gaf hij de familiecorrespondentie van Domela Nieuwenhuis uit: ‘En al beschouwen alle broeders mij als den verloren broeder’: de familiecorrespondentie van en over Ferdinand Domela  Nieuwenhuis, 1846-1932 (1997). Ook schreef hij diverse artikelen over de politieke voorman.  
Het contact met het IISG was intensief omdat Altena vanaf 1986 secretaris van het Domela Nieuwenhuis Fonds was. Samen met Rudolf de Jong gaf hij de familiecorrespondentie van Domela Nieuwenhuis uit: ‘En al beschouwen alle broeders mij als den verloren broeder’: de familiecorrespondentie van en over Ferdinand Domela  Nieuwenhuis, 1846-1932 (1997). Ook schreef hij diverse artikelen over de politieke voorman.


== Proefschrift ==
== Proefschrift ==
Het proefschrift van Altena ''Een broeinest der anarchie'', handelt over de vrijsocialistische (anarchistische) beweging van Domela Nieuwenhuis die populair was onder de Vlissingse arbeiders.<ref>[https://iguana.zebi.nl/iguana/www.main.cls?surl=catalogus#recordid=052496139&Index=Indexppn ''‘Een broeinest der Anarchie.’ Arbeiders, arbeidersbeweging en maatschappelijke ontwikkeling. Vlissingen, 1875-1929'' (1940) (Amsterdam, 1989).]</ref>Altena onderzocht waarom juist die beweging populair was onder de Vlissingse arbeiders. De meerwaarde van het boek ligt in het gegeven dat Altena de hele samenleving in die tijd de revue laat passeren. Onderwerpen die aan bod kwamen zijn onder meer de havens, nijverheid, de bevolkingssamenstelling, stadsontwikkeling, De Schelde, politiek, de politie, katholieken, protestanten, drankgebruik en -bestrijding, verzuiling, armenzorg, kerken en de arbeidersbewegingen.<ref>[https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/spg/2019-01-01/edition/null/page/5 Ad Tramper, 'Bert Altena (1950-2018) en Een broeinest der anarchie', in: ''Den Spiegel'' 37/1 (2019) 3.]</ref>
Het proefschrift van Altena ''Een broeinest der anarchie'', handelt over de vrijsocialistische (anarchistische) beweging van Domela Nieuwenhuis in Vlissingen (1989).<ref>[https://iguana.zebi.nl/iguana/www.main.cls?surl=catalogus#recordid=052496139&Index=Indexppn ''‘Een broeinest der Anarchie.’ Arbeiders, arbeidersbeweging en maatschappelijke ontwikkeling. Vlissingen, 1875-1929'' (1940) (Amsterdam, 1989).]</ref>Altena onderzocht waarom juist die beweging populair was onder de Vlissingse arbeiders. De meerwaarde van het boek ligt in het gegeven dat Altena de hele samenleving in die tijd de revue laat passeren. Onderwerpen die aan bod kwamen zijn onder meer de havens, nijverheid, de bevolkingssamenstelling, stadsontwikkeling, De Schelde, politiek, de politie, katholieken, protestanten, drankgebruik en -bestrijding, verzuiling, armenzorg, kerken en de arbeidersbewegingen.<ref>[https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/spg/2019-01-01/edition/null/page/5 Ad Tramper, 'Bert Altena (1950-2018) en Een broeinest der anarchie', in: ''Den Spiegel'' 37/1 (2019) 3.]</ref>


== Persoonlijk ==
== Persoonlijk ==

Huidige versie van 12 sep 2023 om 07:13

Bert Altena

Bert Altena bij de uitreiking van een prijs voor het boek ‘A.J. Lansen. Machinist en wereldverbeteraar’ tijdens de Zeeuwse Boeken Prijs 2015 in de ZB in Middelburg, foto: Mieke Meijer, ZB Beeldbank Zeeland, recordnr. 153358
Geboren 11 juli 1950 Koudekerke
Overleden 3 oktober 2018 Driehuis (Drenthe)
Beroep hoogleraar sociale geschiedenis
VIAF L.J. Altena

Leven en werk

Altena was de zoon van ds. Altena die in Zoutelande en Koudekerke preekte. Na zijn afstuderen aan de afdeling Geschiedenis van de Vrije Universiteit in Amsterdam begon Altena in 1978 als medewerker bij de International Review of Social History. Bert begon bij het tijdschrift van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) als vervanger van de zieke Frits Kool. Zo werd een voormalige radencommunist opgevolgd door een anarchist. Het IISG met zijn omvangrijke bronnen van en over de libertaire bewegingen werd voor Bert een vaste plek voor de rest van zijn leven, in letterlijke en intellectuele zin. Hij bleef tot en met 1983 voor de Review werken. Hij verzorgde hier onder meer de Bibliography, wat deels zijn enorme kennis van de moderne literatuur over de sociale geschiedenis verklaart. Na het IISG schreef hij zijn in 1989 verschenen proefschrift 'Een broeinest der anarchie': arbeiders, arbeidersbeweging en maatschappelijke ontwikkeling: Vlissingen 1875-1929 (1940), over de Vlissingse arbeidersbeweging op met name de Schelde. Met zijn promotor Horst Lademacher deelde hij een verleden van een baan bij het IISG. Met zijn copromotor van Deursen deelde hij de protestantse afkomst. En hoewel de domineeszoon Bert zich van het geloof had afgekeerd, stond hij op goede voet met de VU-hoogleraar. Bert noemde deze twee historici, samen met Jacques Giele als de mensen die voor zijn ontwikkeling van groot belang zijn geweest. Hij werd wetenschappelijk medewerker aan de Erasmus Universiteit.

Tientallen jaren werd het eerstejaarsonderwijs van de Geschiedenisopleiding aan de Erasmus Universiteit geopend met een cursus die in de loop der jaren verschillende namen had, maar neerkwam op een inleiding in de Westerse geschiedenis vanaf 1750. Deze cursus werd gegeven door Dick van Lente en Bert Altena. Zij schreven daarvoor zelf een handboek dat in 2003 uitkwam: Vrijheid en Rede (zie bibliografie), omdat zij de economische, politieke en culturele aspecten van de geschiedenis geïntegreerd wilden benaderen. In 1997 en 1998 kon Altena hieraan werken als Fellow op het IISG. Voor dit werk was hij geregeld in de studiezaal van het IISG, vrijwel bedolven onder de vele tientallen boeken die hij hiervoor raadpleegde.

Het contact met het IISG was intensief omdat Altena vanaf 1986 secretaris van het Domela Nieuwenhuis Fonds was. Samen met Rudolf de Jong gaf hij de familiecorrespondentie van Domela Nieuwenhuis uit: ‘En al beschouwen alle broeders mij als den verloren broeder’: de familiecorrespondentie van en over Ferdinand Domela Nieuwenhuis, 1846-1932 (1997). Ook schreef hij diverse artikelen over de politieke voorman.

Proefschrift

Het proefschrift van Altena Een broeinest der anarchie, handelt over de vrijsocialistische (anarchistische) beweging van Domela Nieuwenhuis in Vlissingen (1989).[1]Altena onderzocht waarom juist die beweging populair was onder de Vlissingse arbeiders. De meerwaarde van het boek ligt in het gegeven dat Altena de hele samenleving in die tijd de revue laat passeren. Onderwerpen die aan bod kwamen zijn onder meer de havens, nijverheid, de bevolkingssamenstelling, stadsontwikkeling, De Schelde, politiek, de politie, katholieken, protestanten, drankgebruik en -bestrijding, verzuiling, armenzorg, kerken en de arbeidersbewegingen.[2]

Persoonlijk

Bert Altena was een levensgenieter die elk jaar met vrienden naar Champagne toog om daar van de bubbelwijn te genieten en ervan in te slaan. Altena was zeer belezen en een uitbundige, levenslustige man, vol ideeën en plannen. Hij had over van alles en nog wat uitgesproken opvattingen, maar relativeerde dat tegelijk met humor. Als anarchist en historicus van het anarchisme en de arbeidersbeweging had hij speciale belangstelling voor personen als Domela Nieuwenhuis en Multatuli, maar vooral voor betrekkelijk onbekende arbeidersleiders, zoals A.J. Lansen en Piet Honig. In zijn studententijd – toen iedereen zo’n beetje Marxist was – schijnt hij vrij dogmatische anarchistische opvattingen te hebben verkondigd. In de loop van de jaren wist hij die opvatting te relativeren, waarbij zijn interesse in de mening van andere mensen niet onbelangrijk was. Hij had respect voor zijn medemens. Typerend in dit verband was dat hij en Prof. A.Th. Van Deursen – zijn promotor – altijd goede vrienden bleven. Van Deursen – iemand die vanwege zijn reformatorische levensovertuiging op zijn oude dag van Bloemendaal naar Katwijk verhuisde - en Altena, de domineeszoon die anarchist werd, konden het uitstekend vinden omdat ze in elkaar geïnteresseerd waren. Altena wilde de ander en diens opvattingen doorgronden, ook al stonden die ver van hem af. Ook zijn andere promotor, Prof Horst Lademacher, kreeg in Duitsland geregeld bezoek van zijn vroegere promovendus. Achter Berts belangstelling ging namelijk een enorme trouw schuil jegens mensen die ooit een rol in zijn leven hadden gespeeld. Rudolf de Jong (Domela Nieuwenhuisfonds) omschreef het anarchisme van Altena als volgt: Een streven naar verhoudingen tussen de mensen waarin de machtsverhoudingen zo veel mogelijk zijn verdwenen. En dit op alle niveaus van het persoonlijke en maatschappelijke leven.

Altena overleed aan meerdere interne ziektebeelden die zich in 2018 manifesteerden en hem fataal werden.

Beknopte bibliografie

Auteur

-J. Francke, 2022

Literatuur

Noten