Zeepier/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Met zeepier wordt meestal een in het slik ingegraven borstelworm (Arenícola marína), bedoeld. Het dier kan tot 15 à 20 cm lang worden en heeft, in tegenstelling tot sommige andere borstelwormen, een typische wormvormige gedaante. De borstels zijn met het blote oog niet duidelijk zichtbaar. Bekend zijn de uitwerpselen van de zeepier, die men als 'tandpasta-hoopjes' overal op zandige slikken kan vinden. Het dier leeft ingegraven in een J- of U-vormige gang; in het ene been (het korte bij de J) eet de worm zand met alle voedseldeeltjes die zich daarin bevinden en via het andere been van de gang komt de zeepier met het achterlijf naar boven om te poepen. Ook zeepieren worden, evenals zagers (zie zeeduizendpoot), als aas aan hengelaars verkocht. Zij zijn echter veel minder gewild en worden vaak minachtend betiteld met de naam 'leeglopers'.