Wulpenpolder
Wulpenpolder |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Voormalige polder aan de noordwestzijde van de West Zeeuws-Vlaamse kust; werd in 1637 bedijkt door Johan van der Lingen, op octrooi van 30 dec. 1636, uit de schorren 'beginnende aan den Zwartepolder en sluitende benoorden of benoordoosten het Cleefsche polderken aan de dijkage van Breskens' (Oud- en Jong Breskenspolders). In 1651-1661 bestond hij uit de Kleefse Polder, de 'Aanwas van den Cleefschen polder', de 'Aanwas van Wulpen' en de 'Aanwas wederzijds het Zwarte gat'; in 1675 worden als onderdelen genoemd de Kleefse Polder, de Veerzandpolder en de Nieuwe Baanstpolder (dezelfde als de Compagniepolder?). De oppervlakte bedroeg in 1665 ruim 443 gemeten. Bij de stormvloed van 26 jan. 1682 liep de polder in, maart d.a. was hij alweer beverst; nu werd als oppervlakte 441 gemeten opgegeven. Na nog meermalen schade te hebben opgelopen werd de Wulpenpolder in 1774 getroffen door zodanige dijkbreuk dat het leggen van een inlaagdijk noodzakelijk was. Hierdoor werd de oppervlakte van de polder gereduceerd tot 290 gemeten. Ook de inlaagdijk brak door; op 7 dec. 1797 verdween de Wulpenpolder definitief in de golven.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Roos, Woordenboek. J, de Hullu, Toevoegsels op Roos. Van Empel en Pieters, Zeeland. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.