Wissekerke
Wissekerke (wissenkercke) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Voormalig dorp, nu gehucht tussen 's-*Heer Hendrikskinderen en 's-*Heer Arendskerke, Zuid-Beveland. Tot 1816 een zelfstandige (mini-)gemeente, daarna tot 1857 samenvoeging met de gemeente 's-*Heer Hendrikskinderen, vervolgens tot 1 januari 1970 gemeente 's Heer Arendskerke en nu in de nieuwe gemeente Goes. Wapen: Dit is een wapen van het geslacht Wiskercke. Het is al bekend van een zegelstempel uit 1681 en werd op 31 juli 1817 voor de (inmiddels opgeheven) gemeente en op 18 november 1819 voor de ambachtsheerlijkheid bevestigd. Monumenten: Wissekerke bezat een grote kerk die in 1807 werd afgebroken; de toren werd in 1886 gesloopt na in 1872 verkocht te zijn. Het bijbehorende kerkhof is nog als begraafplaats in gebruik. Op het kerkhof liggen nog enige fraaie grafzerken die afkomstig zijn uit de voormalige kerk, o.a. een zerk van Heer Adriaen van Wiskercke (1648), de laatste ambachtsheer uit dit geslacht. Het kerkhofterrein heeft een terpachtige ophoging van ca. 2 m en is omgeven door een ringgracht. Geschiedenis: Wissekerke is mogelijk de oudste afsplitsing (12e eeuw) van de kerk te Goes en de moederparochie van 's-Heer Arendskerke en 's-Heer Hendrikskinderen. De kerk was bezit van de St.-Pieter te Utrecht; er was een vicarie ter ere van de H. Maagd. Na de Reformatie werd Wissekerke samengevoegd met 's-Heer Hendrikskinderen.
LITERATUUR
C. Dekker, Zuid-Beveland. Grijpink, Register op de parochiën. S. Muller Hz., De indeeling van het bisdom. A, de Smit, 's-HeerArendskerke. Wilderom, Tussen afsluitdammen III. Zelandia Illustrata X, 84-85.