Willem van Ter Doest Saaftingen/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Renesse of Saaftinge ? - ?). Lekebroeder van Ter Doest. Een der helden van de Gulden Sporenslag hij Groeningen (1302), wiens naam en woeste optreden in alle kronieken van Vlaanderen wordt vermeld. Was men aanvankelijk geneigd de verhalen over zijn doldrieste daden met enige scepsis te beoordelen. De publicatie door Kervijn van Lettenhoven in de ‘Codex Dunensis’( Kroniek van Ter Duinen) heeft aangetoond dat die verhalen meer dan slechts een grond van waarheid bevatten. Willem was een lekebroeder van Ter Doest hij Brugge. Hij was een man van ongewone lichaamskracht. die onmiddellijk zijn ploeg in de steek liet toen hij zijn familieleden onder bevel van Jan van Renesse ten strijde zag trekken tegen de opdringende Fransen. Hij sloeg, naar men zegt bij Kortrijk met zijn 'goedendag' niet minder dan 1400 Fransen dood, waaronder 40 voorname edelen. Na de overwinning keerde Willem naar zijn klooster terug. In 1308 sloeg hij na een herhaaldelijk getwist in de abdij de cellier van zijn klooster dood en verwondde de abt zwaar. Lekebroeders als die van Ter Doest en Ter Duinen waren dikwijls betrokken bij de burgertwisten van die tijd. Zij waren afkomstig uit het gewone boerenvolk van Vlaanderen en Zeeland, vrome maar ruwe mensen, aan wie meestal het zware werk werd opgedragen. Iedere grote abdij had honderden van deze lekebroeders (conversen) in dienst. Door hun verblijf op de talrijke uithoven kwamen zij dagelijks in aanraking met het volk en leefden zij mee met zijn wel en wee. Deze toestand werd gevaarlijk voor het kloosterleven en de abten besloten het aantal conversen te verminderen door geen nieuwelingen meer aan te nemen, hetgeen de ontevredenheid van de conversen opwekte. Willem stond aan het hoofd van de ontevredenen. Na het incident van 1308 vluchtte hij op de toren van Lissewege waar hij wist stand te houden tot zijn vrienden, Jan Breidel en de Koning van Brugge, hem kwamen verlossen. Hieruit blijkt dat Willem een machtige aanhang had. Hij kwam in de kerkelijke ban door toedoen van de bisschop van Doornik: de bisschoppen van Terwaan en Kamerijk wisten de paus te bewegen het interdict over Vlaanderen uit te spreken waardoor alle godsdienstoefeningen in het land werden gestaakt. Broeder Willem gaf op, ging naar Rome als boeteling en eindigde zijn leven in Palestina, waar hij bij een strijdende ridderorde, de Johannieters, zijn knots meer ongehinderd kon gebruiken.