Waterbouwkundige Ambtenaren, Bond Van

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waterbouwkundige Ambtenaren, Bond Van

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Opgericht te Goes, 27 april 1897, met het doel een fonds te stichten waaruit geldelijke steun kon worden verleend aan onverzorgd achtergebleven gezinsleden van overleden waterbouwkundige ambtenaren. Aanleiding was het feit dat in 1896 de verweesde kinderen Van der Werft in moeilijke omstandigheden achterbleven. De statuten van de hond werden goedgekeurd bij K.B. van 18 december 1897, nr. 41; beginkapitaal ontbrak. In 1910 en 1911 werd het grootste aantal ondersteuningen verstrekt. Ten gevolge van een besluit van G.S. van Zeeland om weduwen van waterbouwkundige ambtenaren een pensioen van minstens f100,- per jaar te verlenen werd in 1920 de toelating tot het fonds geblokkeerd. De laatste uitkeringtrekkende overleed in 1952, waarna het fonds werd geliquideerd. Totaal was f 27.737,16 uitgekeerd. De resterende gelden werden geschonken aan het Centraal Genootschap voor Kinderherstellingsoorden en aan de Stichting 'Het vierde Prinsenkind'. De bond heeft ook geijverd voor andere belangen van waterbouwkundige ambtenaren; in 1900 werd besloten tot het instellen van het Examen Zeeland. In 1920 sloot de bond zich aan bij de landelijke organisatie B.T.A. (Bond van technische ambtenaren in overheidsdienst), waarvan de oorspronkelijke bond, thans onder de naam 'Groep Technische Waterschapsambtenaren in Zeeland' nog steeds deel uitmaakt.


AUTEUR

?