Walcheren, Polder
Walcheren, Polder |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Polder in de gemeenten Vlissingen, Valkenisse, Middelburg, Arnemuiden, Veere, Mariekerke, Westkapelle en Domburg, uitmakende het grootste deel van het v.m. eiland Walcheren; opgenomen in het Waterschap Walcheren; opp. ca. 18.832 ha. In de polder liggen de gemalen Boreel (bewesten Kanaal door Walcheren; 2 electrisch aangedreven centrifugaalpompen, capaciteit elk 18 m3 per minuut bij opvoerhoogte 2.8 m, en 1 schroefcentrifugaalpomp (diesel), capaciteit 385 m3 per minuut bij opvoerhoogte 2.8 m; bemalingsgebied 14.000 ha; gesticht 1929), Ritthem (beoosten Kanaal door Walcheren en bezuiden Kanaal door de Oude Arne; 2 electrisch aangedreven centrifugaalpompen, capaciteit elk 110 m3 per minuut bij opvoerhoogte 1,2 m, bemalingsgebied 3190 ha; gesticht 1936); (idem electrisch aangedreven vijzelgemaal, capaciteit 16 m3 per minuut bij opvoerhoogte 0,8 m bemalingsgebied 190 ha, gesticht 1951); (idem electrisch aangedreven verticale schroefpomp, capaciteit 4.5 m3 per minuut bij opvoerhoogte 0,8 m, bemalingsgebied 40 ha, gesticht 1956). Kleverskerke (beoosten Kanaal door Walcheren en benoorden Kanaal door de Oude Arne; 1 electrisch aangedreven centrifugaalpomp, capaciteit 90 m3 per minuut bij opvoerhoogte 1,6 m; bemalingsgebied 1135 ha; gesticht 1938) en Oostwatering (electrisch aangedreven schroefcentritugaalpomp, capaciteit 240 m3 per minuut bij opvoerhoogte 1.2 m; bemalingsgebied 3000 ha; gesticht 1972). De belangrijkste woonkernen in de polder zijn Vlissingen, Middelburg, Oost- en West-Souburg, Ritthem, Koudekerke, Arnemuiden (ged.), Kleverskerke, Veere met Zanddijk, Gapinge, St.-Laurens met Brigdamme, Serooskerke, Oostkapelle, Domburg, Aagtekerke, Meliskerke, Biggekerke, Grijpskerke, Westkapelle en Zoutelande. De polder wordt door duinen beschermd in het noordwesten en zuidwesten; doorzeedijken bij Westkapelle, Vlissingen en ten oosten daarvan, en bovendien in het noordoosten bij het in 1961 afgedamde Veerse Meer. In totaal heeft de polder 15 km zeedijk en 15 km binnendijk. De Polder Walcheren is een van de oudste Zeeuwse poldergebieden en de grootste door dijken en duinen omringde eenheid in het deltagebied van Zeeland en Zuid-Holland. Het wapen van de polder is gelijk aan dat van het Waterschap Walcheren. De grenzen van de vier districten van het Waterschap Walcheren vallen grotendeels samen met die van de vroegere 'wateringen' (Noord-watering-district I, Oost-watering district II, West-watering-district III, Zuid-watering-district IV). De afzonderlijke gebieden werden oorspronkelijk gescheiden door kreken of getijgeulen, waarvan de loop nog in de bodem van Walcheren is te volgen door de daarin voorkomende stroken van zand en zavel (de 'veenloze gebieden’). Op plaatsen waar twee of meer geulen samenvloeiden was sprake van wantij; de stromingen waren er het zwakst, zodat hier de eerste verbindingsdammen konden worden aangelegd, waar nederzettingen bij ontstonden. De oorspronkelijke kronkelige wegen tussen de nederzettingen volgden meestal het verloop van de oude kreken, oeverwallen en geulen. Door verkaveling en egalisering zijn de oude patronen verdwenen. In de loop der tijden is ongeveer 1000 ha verloren gegaan aan de noordwestelijke en zuidwestelijke kust, evenals bij Vlissingen; bij Westkapelle is de kust in vijf eeuwen ca. 250 m teruggeweken. Verloren gebied aan de oostzijde is sinds 1961 grotendeels teruggewonnen. Reeds in de 14e eeuw bestond er een bestuur over de wateringen van Walcheren; in de 15e en 16e eeuw was er sprake van een opperdijk graaf een dijkgraaf en/of een wateringgraaf. Na de Tachtigjarige oorlog was het bestuur van de Polder Walcheren eeuwenlang een regentenbestuur. Door de Franse tijd kwam hier verandering in; in 1870 kwam weer een nieuw reglement. Tot 1965 stonden onder het Bestuur van de Polder Walcheren de volgende polders: Beekshoek, Gerste. Vrouwe, Noordernieuwland, Ooster-Nieuwland, Boone- en Goede, Oranjebosch, Barradots of Molen, Katte, Welzinge, Oude Haven en Molen (1) en de gronden tussen de voormalige Keetdijk en het zijkanaal naar Arnemuiden. De polder inundeerde geheel of gedeeltelijk o.a. in 1304, 1530/32, 1682, 1944 en 1953. In oktober 1944 vonden de geallieerde bombardementen plaats, waardoor ca. 16.200 ha polderland overstroomde. Ten westen van het Kanaal door Walcheren duurde de inundatie voort tot december 1945; ten oosten ervan, in ongeveer de driehoek Middelburg-Vlissingen-Ritthem, tot maart 1940. Bij de ramp van 1 februari 1953 overstroomde in de Polder Walcheren slechts een deel ten noordoosten van Middelburg (ca. 720 ha; watervrij 15 februari 1953).
AUTEUR
J. Kuipers, Noordewier, M.P. de Bruin
LITERATUUR
Wiersum, Polder Walcheren. Van Gelderen, Westkappelsche dijk. Meerkamp van Embden, Nieuwe gegevens. Vlam, Historisch-morfologisch onderzoek. Bennema en Van der Meer, Bodemkartering XII, Walcheren. Metzelaar, Droogmaking van Walcheren. Wilderom, Tussen afsluitdammen III.