Vlier
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Vlier (sambúcus Nígra) |
---|
(W., Z.Vl.: vliender; Z.B., N.B., Th., Sch., Ph.: vleer; W.: klakkerbus'out; W., Z.B., Sch.: pup’out; W., Z.B., Sch.: piel'out). Struik of boom, die overal in Zeeland voorkomt op stikstofrijke grond. Het hout werd vroeger gebruikt voor proppenschieters en punten van pijlen (vgl. volksnamen). De bessen worden verwerkt in jam en sap, de bloesems kunnen gebakken gegeten worden.
Auteur
A.M.M. van Haperen