Tabak

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Tabak(nicotiánum Tabácum)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Uit West-Indië geïmporteerd gewas, aanvankelijk als sier- en artsenijplant. Werd in 1560 in Frankrijk bekend door Jean Nicot. De plant werd eerder voor snuiffabricage dan voor roken gebruikt. In Nederland zou in 1590 het roken door Engelse studenten bij de Leidse universiteit geïntroduceerd zijn. Omstreeks 1610 was er een koopman in Zeeland die met grote kosten jaarlijks een paar ha land hij Veere met tabak beplantte, de bladeren droogde en opmaakte 'op de indiaanse wijze', om ze vervolgens met groot voordeel te verkopen. De echte handel in tabak begon in 1614 te Rotterdam: een Vlissingse koopman Jacob Jansz. Vermuye was erbij betrokken. De teelt te Veere heeft niet lang stand gehouden. in tegenstelling tot die -van later datum- te Utrecht (Amerongen) en Gelderland (Wageningen). De laatste poging om de tabaksteelt in Zeeland te organiseren dateert uit de jaren 1876-1881 en had de duidelijke opzet het vacuüm van de kwijnende Meekrapcultuur op te vullen. Op Schouwen en in Poortvliet Van Dijke en eerder in de Wilhelminapolder werden proeven genomen. In Poortvliet werd een goede oogst (3000 kg op 0,8 ha) in de meestoof gedroogd, doch deze bleek jarenlang onverkoopbaar. Er werd verband gezocht met een mogelijk te hoog zoutgehalte in de bladeren, wat droging en brandbaarheid zou beïnvloeden. Waarschijnlijk deed gebrek aan vakkennis de teeltpogingen mislukken. In ZLM-verband werd daarom gepleit voor het aantrekken van een deskundige. In de Tweede wereldoorlog bleek in vele Zeeuwse tuinen, met name in die op lichte zavelgrond, uitstekend tabak te kunnen worden verbouwd.


AUTEUR

M.A. Geuze

LITERATUUR

Boerendonk. Historische studie. Roessingh, Amsterdam en de tabaksteelt. Murray, Rotterdamsche Toeback-Coopers. Verslag Landbouw en Veeteelt in Zeeland en van de ZLM 1878-1880, 69, 85-86.