Stephanus Blanckaert
Stephanus Blanckaert | |
---|---|
Stephanus Blancardus, kopergravure, D. van der Gunst, 1675-1702, Collectie KZGW, ZI IV, 0241. | |
Geboren | 24 oktober 1650 Middelburg |
Overleden | 23 februari 1702 Amsterdam |
Beroep | medicus |
VIAF | Stephanus Blanckaert |
Levensloop
Zoon van Nicolaas Blanckaert, hoogleraar in de geschiedenis aan de Illustre School te Middelburg. In 1666 vertrok het gezin naar Friesland, waar de vader in 1669 hoogleraar werd te Franeker. Stephanus ging vier jaar in Amsterdam in de leer bij een apotheker maar oefende zich inmiddels in heel- en geneeskunde. Daarna vertrok hij naar Franeker, waar hij in 1674 op stellingen promoveerde tot medisch doctor. Hij vestigde zich te Amsterdam, schreef veel in zijn moedertaal en liet de werken in het Latijn of Duits vertalen en verspreiden. Hierdoor verkreeg hij ook naam in het buitenland. Het was echter bekend, dat hij plagiaat niet afwees en uit was op geld, getuige een schutblad van een van zijn boekjes: 'Bekentmaking: Indien eenige Messieurs gelegentheid hebben onder mij in de medicyne college te houden, weten, dat ik altijd tot haar dienst ben'. Hij deed zeer geheimzinnig over zijn geneesmiddelen met de bedoeling ze duur te verkopen. Om klandizie te behouden ging hij met de medische mode mee: eerst zwoer hij bij degenen die zuur, zout en dierlijke geesten als oorzaken van ziekten zagen en 'vluchtige' middelen als medicamenten. Later volgde hij de “theedoctor” C. Bontekoe. Stephanus Blancardus, geneeskundige te Amsterdam.
Prestaties
Historische waarde heeft zijn 'Hollands Jaarregister van genees- en natuurkundige aanmerkingen van gansch Europa', dat hij in 1680 begon uit te geven: het eerste vaderlandse medische periodiek. Zijn medische werken werden in verschillende vertalingen uitgegeven. Van de Nieuw Hervormde Anatomie werd een Japanse uitgave gemaakt, die de Japanse arts Utaeawa Sinseu in 1808 in het Chinees vertaalde en aanvulde met een werk van eigen hand. Uit het werk, dat over de bloedsomloop gaat, blijkt, dat Blanckaert geen haarvaten kende en in de mening verkeerde, dat het vezels waren. Blanckaerts voornaamste werken zijn gebundeld in zijn 'Opera medica, theoretica, practica et chirurgica' (Leiden, 1701).
Beknopte Bibliografie
- De Nederlandschen herbarius, of kruidboek der voornaamste kruiden, tot de medicyne, spysbereidingen en konstwerken dienstig, handelende van zommige hier te lande wassende boomen, kruiden, heesters, mossen, ... (Amsterdam, 1714)
- Opera medica, theoretica, practica et chirurgica ... (Lugduni Batavorum, 1701)
- Nauwkeurige verhandelinge van de scheur-buik en des selfs toevallen; als ook een naakt vertoog wegens de fermentatie oft innerlijke bewegingen der lighamen, meest op de gronden van Des-Cartes gebouwt (Amsterdam, 1684)
- Collectanea medico-physica, oft Hollands jaar-register der genees- en natuur-kundige aanmerkingen van gantsch Europa &c. ... (Amsterdam, 1680)
- De nieuw hervormde anatomia, ofte Ontleding des menschen lighaams, na de waarschynelykste en zekerste ondervindingen, uit verscheide schryvers, by een gestelt, en met XXIV kopere platen verciert.; Als ook een nadere verhandelinge van den omloop des bloeds, door de spier-vezelen en der zelver klap-vliezen. (Amsterdam, 1678)
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
A.M. Lauret
Bronnen
Literatuur
- Fokker en De Man, Zeeuwsche medici, 12.
- Banga, Geschiedenis geneeskunde, 619.
- De la Rue, Geletterd Zeeland, 19.
- Van der Aa, Biographisch woordenboek.