Stampershoekpolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Stampershoekpolder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Polder in de gemeente Oostburg: opgenomen in het Waterschap Het Vrije van Sluis, thans Waterschap Scheldestromen: oppervlakte circa 43 hectare: behorend tot de hoofdafwateringsgehieden Nieuwesluis Jong-Breskenspolder) en Nummer Een (Hoofdplaatpolder). In het zuiden van de polder ligt tot Oostburg behorende bebouwing. Aan de oostzijde van de polder vindt men het gehucht Maaidijk. Aan de noordzijde de buurtschap Scherpbier. De Stampershoekpolder kwam in 1634 tot stand door de aanleg van de Maaidijk Stampershoekweg waarlangs het huidige gehucht van die naam ligt. De bedijker was Pieter Pietersen van Gu(e)lick die vóór zijn komst naar Oostburg in 1618 enige tijd 'werkbaas (ingenieur) was te Stampershoek, een gehucht bij Damme (België). Van Gulick was afkomstig uit Almkerk in het land van Altena (Noord-Brabant): in Oostburg werd hij lid van het stadsbestuur en had hij een aandeel in het voltooien van de vestingwerken. De beloning hiervoor was kennelijk het door de Staten-Generaal verleende octrooi van oktober 1633 tot bedijking van de Stampershoekpolder. De polder ontstond op een strook hooggelegen gronden aan de zuidoost zijde van de Groote Henricuspolder, welk gebied deel had uitgemaakt 'van de ca. 1583 geïnundeerde Oude Yevene.

Vanaf 1920 behoorde de Stampershoekpolder tot het waterschap op de Groote Stuitje bij Oostburg Groote Henricuspolder). Hij viel binnen de voormalige gemeenten Oostburg en Schoondijke.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Gottschalk, Historische geografie II, 244. Roos, Woordenboek. Van Empel en Pieters, Zeeland. 317. Van der Aa. Aardrijkskundig woordenboek.