St. Philipslandpolder
St. Philipslandpolder (het Oorspronkelijke St.-philipsland) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Het oude, verloren gegane St.-Philipsland bestond uit vier aanwassen Rooseboom, Ruigestoppelen, Weelden en Betkensgrave. Dit gebied. Graafnisse of Betkinslant genoemd. werd in 1487 door de vrouwe van Ravestein ter bedijking uitgegeven: het oktrooi dateert van 1486. De polder kwam spoedig tot stand en werd St.-Philipsland genoemd: de oppervlakte bedroeg 1250 gemeten. waarvan voor 'onlande' (kreken e.d. 100 gemeten moesten worden afgetrokken. In de polder lag het dorp Philipsland. dat aanvankelijk ook St.-Philipskerke genoemd werd, naar de apostel Philippus (patroonheilige van de voor 1490 gebouwde kerk. De latere Oude Polder van St.-Philipsland, die in 1645 tot stand kwam. was ruim 100 gemeten groter en lag iets zuidelijker.
De stroomaanval belaagde het oude St. -Philipsland reeds vroeg; al in 150213 wordt melding gemaakt van een inlaag, welke in 1511 inundeerde. Overstroming van grote omvang trof St.-Philipsland hij de St. Felixvloed van 5 november 1530,waarbij twintig doden vielen te betreuren. Na nieuwe inundatie op 2 november 1532 werd het eiland prijsgegeven. Het schorren- en slikkengebied van het 'drijvende' St.-Philipsland is gedurende de Tachtigjarige Oorlog toneel geweest van diverse militaire handelingen, In 1575 trok Mondragon te voet door dit gebied met 1500 man Spaanse troepen, welke tocht na bezetting van het fort Rumoirt en inbezitname van Oost-Duiveland uitliep op het beleg van Zierikzee. In september 1631 werd ter plekke van het verdronken eiland, op de Mosselkreek en het Slaak, strijd geleverd tussen de Zeeuwse en de Spaanse vloot.