St. Maartensdijk/EvZ1982-1984
St. Maartensdijk (haestinge, Zinte Martinsdijc, Smierdiek) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Smalstad, gelegen in de 1206 bedijkte Oudelandpolder (2), ten westen van de voormalige Pluimpot op het eiland Tholen: thans deel uitmakend van de gemeente Tholen; 3512 inwoners (2010). Het gemeentehuis van de op 1 juli 1971 gevormde nieuwe gemeente Tholen (omvattende het gehele eiland Tholen) stond in St.
Maartensdijk; het nieuwe gemeentehuis staat in Tholen. St. Maartensdijk was vroeger het bestuurlijk centrum van de opgeheven gemeente St. Maartensdijk.
Wapen: Werd op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd; de wapenbeschrijving spreekt van een konijn van zilver, staande op een losse groene grond, maar waarschijnlijk is het een haas, wat verband zou kunnen houden met de oude naam Haestinge. Op de wapenkaart van Smallegange (1696) komt het wapen voor met een geheel groen veld, wat heraldisch beter is.
Vlag: Ingesteld bij raadsbesluit van 28 augustus 1962: heeft drie banen. volgens de vlucht diagonaal. in de wapenkleuren geel-wit groen.
Varia: Landbouwbeurs op donderdagmorgen.
Middelen van bestaan: Landbouw en bescheiden industriële bedrijfjes.
Monumenten: De kerk (Nederlands Hervormd, een laatgotische pseudobasiliek, dateert uit de 14de eeuw. De torenonderbouw en het hoofdkoor zijn uit die tijd over: een groot koor met tongewelf, waarvan de spanten steunen op twaalf gesneden blokkeels: op de welfschotels zijn onder andere St.-Maarten te paard en een gekroonde Christus afgebeeld. Tegen de noordelijke muur is in 1420 een grafkapel gebouwd (Floris II van Borssele is er begraven). In de 15de eeuw is deze verhoogd en verlengd, tegelijk met de bouw van het schip en de zijbeuken. In het koor bevindt zich een 17de-eeuwse albasten graftombe van Cornelis Liens. In de toren zijn, vermoedelijk sinds 1477. klokken: uit dat jaar dateren nl. twee van de drie luidklokken. Thans is het de enige toren in Nederland met twee beiaards, één begin 17de-eeuwse en één uit 1979/80. Op 6 maart 1588 brak in de toren brand uit: hij herstel kreeg hij zijn achtkante open koepel of lantaarn. Om de kerk ligt een oud kerkhofterrein. Het gemeentehuis aan de zuidzijde van de Markt dateert uit 1627. Het wordt rechts en links geflankeerd door fraai gerestaureerde woningen en kijkt uit op de Lodewijk XVI-pomp uit 1791. 'De Revgersburgh' is een hoeve. bijna een buitenplaats. aan de weg tussen St.-Maartensdijk en Stavenisse. gebouwd rond 1680. Het wordt ook wel 'het huis met de ovale ramen' genoemd: oorspronkelijk bewoond door Rocchus Heron. burgemeester van St. Maartensdijk. thans door de familie Hage, bekend uit de wielersportwereld: Keetje Hage, in 1968 kampioene van Nederland, een jaar later wereldkampioene op de weg. Een stuk slotgracht, thans deel uitmakend van het terrein rond een bungalow, is alles van wat er van het kasteel Hof St.-Maartensdijk is overgebleven. Van dit kasteel wordt voor het eerst melding gemaakt in de 14de eeuw. In 1353 was Floris van Borssele rentmeester van Zeeland Bewesten Schelde. Hij bezat gronden in de buurt van en werd beleend met de heerlijkheid St.-Maartensdijk. Hij liet geen wettige zonen na en zijn ambacht verviel toen weer aan hertog Albrecht van Beieren. Deze verkocht het aan Frank van Borssele, die op zijn beurt werd opgevolgd door Floris II van Borssele. Diens zoon Frank kwam in 1422 in het bezit van het kasteel. In 1432 trouwde Frank in het geheim met Jacoba van Beieren, omdat de voorgeschreven goedkeuring van Philips van Bourgondië niet was gevraagd. In 1433 werd het huwelijk alsnog bevestigd in de kerk van St.-Maartensdijk. Jacoba stierf reeds in 1436, Frank in 1470 (kinderloos). Via de oudste zuster van Frank kwam het slot in het bezit van respectievelijk de families Van Buren en Van Egmond. Een erfdochter. Anna van
Egmond, trouwde in 1551 met Prins Willem van Oranje. Nog altijd is de koningin der Nederlanden 'vrouwe van St.-Maartensdijk' en heeft het Kroondomein bezittingen in de omgeving. Het kasteel stond aan de noordzijde, even buiten het dorp. In de loop der jaren werd het uitgebreid. In zijn glorietijd (15de/16de eeuw) bestond het uit drie gebouwengroepen, omgeven door een brede gracht: ook onderling waren de groepen door grachten gescheiden. Isaak Hildernisse maakte er in 1695 tekeningen van. Jacoba van Beieren kwam er slechts af en toe. Toen de Van Borssele's uitgestorven waren, diende het de latere ambachtsheren tot zomeren jachtverblijf. In 1820 werd het kasteel afgebroken. Hetgeen een verlies voor de streek betekende. Eeuwenlang hadden de gebouwen een karakteristiek aanzien aan het stadje gegeven. Toen ook de stadsmuren werden gesloopt, kreeg St. Maartensdijk een landelijk aanzien. Het kasteelterrein is in 1965/67 oudheidkundig onderzocht. Het gevonden muurwerk bleek te dateren uit de 14de eeuw, het oorspronkelijk gebouw moet van oudere datum geweest zijn. Tevens kwam er een vrij volledig plan bloot van de stallen en bijgebouwen ten tijde van Frank van Borssele II. Dicht bij de plaats waar het kasteel heeft gestaan zijn enkele malen losse muntjes in de grond gevonden, onder andere een uit 1200 en een uit 1645. Bij graafwerkzaamheden in de Blauwstraat, in mei 1980, vond men een beschadigd kruikje uit de 16de eeuw (import uit het Wesergebied) met 387 gouden munten. De muntschat is in Amsterdam geveild en bracht daar f 564.015 op. Het duurste stuk was een Friese gouden rijder uit 1619. Halverwege St.-Maartensdijk en Scherpenisse staat het St.-Maartensof Kapoenhof. gesticht in de 15e eeuw en thans als woonhuis in gebruik. Halverwege St.-Maartensdijk en Stavenisse staat het watersnood-monument ramp 1953), geschonken door de provincie Noord-Holland, voorstellende een zeemonster.
Geschiedenis: De omgeving van wat nu St.Maartensdijk heet, was reeds in het begin van onze jaartelling op verschillende plaatsen bewoond. De ligging nabij de oude Schelde zal daarmee te maken hebben. In 1965 zijn in de uitwateringsgeul van het motorgemaal Noordpolder. in het slik van de Oosterschel de, inheems-Germaanse en Romeinse aarde werkscherven gevonden, alsmede in het veen geplaatste paaleinden.
Toen St.-Maartensdijk nog Haestinge heette en daar een kerk werd gesticht, met als patroonheilige St.-Maarten, behoorde ze tot het dekenaat Schouwen. Waarschijnlijk was Ouwerkerk de moederkerk. De parochie lag toen nog op een eilandje ten westen van de Pluimpot, welk water toen Haast-Ee heette. Kort na 1206 werd ze hinnengedijkt in de Oudelandpolder. Tijdens de herverkaveling van die polder in 1961) zijn de restanten van
drie bergjes werf) na oudheidkundig onderzoek geëgaliseerd. Zij dateerden waarschijnlijk uit de tweede helft van de 13e eeuw en waren in één periode opgeworpen. Mogelijk waren ze verhoogde woonsteden in de laaggelegen Oudelandpolder, welke polder veel last van binnenwater ondervond. De groei van de parochie zal hebben samengehangen met de aanwezigheid van het Hof St.-Maartensdijk. Het zal daaraan te danken zijn dat begin 15e eeuw de kerk tot zijn huidige grootte is uitgebouwd. Er werd een kapittel van kanunniken gesticht. mede mogelijk gemaakt door schenkingen van Frank van Borssele II. Deze stichtte ook het Kapoenhof (1460): er was een kapel aan verbonden die er tot in het begin van de 18e eeuw heeft gestaan. Verder was er nog een gasthuis en een weeshuis. Sinds 1491 is er zekerheid over het stedelijk karakter van St.-Maartensdijk. Er is een stadskeur van Floris van Egmond uit 1518,waarin de bescheiden havenfunctie van het stadje tot uiting komt: in 1957 werd de tijhaven door het leggen van de Pluimpotdam van het buitenwater afgesloten. De beroeringen van de Reformatie zijn aan St.-Maartensdijk niet voorbij gegaan. Tholen was in de 80-jarige oorlog regelmatig het doelwit van plunderingen van Geuzen en Spanjaarden. In 1630 is nog vrij zwaar op het eiland gevochten.
Bartholomeus Houck (of van der Hoeke) was de eerste predikant in St.-Maartensdijk. Dat het vroegere geloof niet verdwenen was, spreekt vanzelf. Nog in 1595 gingen vier notabelen, leden van het St.-Jacobsgilde, ter bedevaart naar het heiligdom van hun gildeheilige in het Spaanse Compostella. Van 1872-1891 was er een Chr. Afgescheiden Gem. In 1887 kwam er een Ned. Geref. Kerk, sinds 1892 Geref. Kerk, die zich in 1897 aansloot hij de Ned. Geref. Gem. Thans zijn er tevens een Oud Geref. Gem. en een Oud Geref. Kerk.
AUTEUR
S.J.M. Hulsbergen, J.A. Trimpe Burger
LITERATUUR
J. van der Baan, Naamlijst van predikanten te St.-Maartensdijk. J. P. van den Broecke, Middeleeuwse kastelen van Zeeland Grijpink, Register op de parochiën. Van Heussen van Rijn, Bisdom Middelburg. A. Hollestelle, Tholen. M. Lammert, Bedevaart uit .St.-Maartensdijk. BBH dl. 46. S. Muller Hz., Indeeling bisdom Utrecht. J.W. te Water, Kort Verhaal. Van Empel en Pieters, Zeeland door de eeuwen heen. Provinciale Zeeuwse Courant. Zeeland in Vogelvlucht. L.W. de Bree en M. P. de Bruin, Zeeuws Prentenboek. J.P.B. Zuurdeeg, De klokken van St. Maartensdijk. J.P.B. Zuurdeeg, De muntvondst te St. Maartensdijk. J.A. Trimpe Burger, Vluchtbergen bij St.-Maartensdijk. J.G.N., Renaud, Opgravingen op het terrein van het 'slot". J. Was, Het Kapoenhof onder St. Maartensdijk, z.j. W.S. Unger, De keuren van St.-Maartensdijk. W.S. Unger en J. J. Westendorp Boerma, De steden van de Bevelanden en van Tholen. PZC 27 juni 1953 en 16 november 1961.
AFBEELDING
De uit 1791 daterende Louis XVI pomp geeft de markt van St.-Maartensdijk een apart cachet. De Reygersburgh'. waar de Zeeuwse wielerkampioene Keetie Hage werd geboren. Fraai gerestaureerde gevelwand aan de markt van St.-Maartensdijk met in het midden het gemeentehuis uit 1627. Beker van het St.-Jacobsgilde uit St.-Maartensdijk (Zeeuws Museum Middelburg). Achterkant van het Huis te St.-Maartensdijk. in 1695 getekend door Hildernisse en in 1784 gecopieerd door Theodorus Verrijk.