St.-Eustatius

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
St.-Eustatius

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Een van de Nederlandse Antillen. In 1635 verkregen de Vlissinger Jan Snouck en zijn compagnons vergunning van de Zeeuwse Kamer der Westindische Compagnie om een patroonskolonie in West-Indië te stichten. Op 25 april 1636 namen ze St. Eustatius in bezit en herdoopten het in Nieuw Zeeland. Het kwam onder het bewind der patroons, onder andere Van Pere tot bloei, aanvankelijk door de verbouw van tabak (de eerste kwam in 1638 in Zeeland op de markt) later ook door suikerriet en katoen, maar vooral door handel. In 1665 werden St.-Eustatius en Saba veroverd en geplunderd door boekaniers van Jamaica. In 1667 werden de eilanden heroverd, in 1672 wederom door Engelsen bezet. Bij de vrede van Westminster (1674) werden St.-Eustatius en Saba in naam weer Nederlands, maar door de oorlog met Frankrijk bleven ze onder beheer van de commandant van de Engelse Benedenwindse Eilanden. Na de vrede van Nijmegen (1678) verzocht Van Pere de Staten-Generaal stappen te ondernemen bij de Engelse koning tot teruggave der eilanden, Karel II stond dit in 1681 toe. In 1683 verkocht Van Pere zijn rechten aan de W.I.C., die in St.-Eustatius geïnteresseerd was vanwege de gunstige ligging voor het inrichten van een slavendepot. In de 18de eeuw ontwikkelde het eiland zich tot een markt van Europese en Amerikaanse goederen, waarbij de smokkelhandel een grote rol speelde. Tientallen schepen meerden dagelijks af op de rede voor Oranjestad. Het eiland werd dan ook ‘de Gouden Rots’ genoemd. Toen de Amerikan in de jaren 1770 hun vrijheidsstrijd tegen de Engelsen begonnen leverden de Nederlanders via het eiland wapens aan de opstandelingen. Het Amerikaanse schip USS Andrew Doria, dat op 16 november 1776 bij het eiland voor anker kwam kreeg van gouverneur Johannes de Graaff een saluut van elf schoten vanaf Fort Oranje. Dit was de eerste keer dat een buitenlandse mogendheid de Verenigde Staten erkende. De Engelsen verklaarden de Republiek de oorlog en bezetten het eiland (Vierde Engelse oorlog). De economie van het eiland stortte als gevolg volledig in. Na 1781 verplaatste de handel zich grotendeels naar het Deense eiland St.-Thomas. In 1792 kwamen St.-Eustatius en Saba van het bestuur der W.I.C. rechtstreeks onder staatsbestuur.


AUTEUR

Herzien, Johan Francke, 2011

LITERATUUR

Hartog, Geschiedenis van de Nederlandse Antillen. Menkman, West-Indische Compagnie. Encyclopedie Nederlandse Antillen.