Snouck Hurgronjepolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Snouck Hurgronjepolder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Polder in de voormalige gemeente Oostburg, thans gemeente Sluis: opgenomen in het Waterschap het Vrije van Sluis, thans Waterschap Scheldestromen (2011): oppervlakte circa 35 hectare; behorend tot het hoofdafwateringsgebied Nieuwesluis Jong-Breskenspolder). De scheiding met de noordelijk aangrenzende Van der Lingenspolder en de zuidwestelijk aangrenzende Kleine Henricuspolder wordt grotendeels door watergangen gevormd. De polder wordt doorsneden door een zuidelijke uitloper van de Nieuwkerksche Kreek. Hij werd in 1794 bedijkt door de ingelanden van de Groote en de Kleine Henricuspolder van de Watering Groede Oude Groedsche Polder) en mevrouw A. C. Elias, weduwe van mr. S.M. Snouck Hurgronje, naar wie hij werd genoemd. De polder vormt de herwinning van het laatste en westelijke deel van het

*Nieuwerhavensche Gat. Sinds 1920 behoorde hij tot het waterschap op de Groote Suatie hij Oostburg [[Groote]] Henricuspolder). De polder viel binnen de voormalige gemeenten Groede (grotendeels) en Oostburg.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Roos, Woordenboek. J. de Hullu, Toevoegsels op Roos.

Van Empel en Pieters, Zeeland, 267, 317. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.